Lezingen van 31 mei 2021

Feest van het bezoek van Maria aan Elisabet

Op de laatste dag van de meimaand gedenkt de Kerk het bezoek dat de heilige Maagd Maria bracht aan haar nicht Elisabet. Beide vrouwen waren zwanger. Maria van Jezus en Elisabet van Johannes de Doper. De evangelist Lucas beschrijft hun ontmoeting: Elisabet erkent als één van de eerste christenen avant la lettre de bijzondere positie van Maria in Gods plan. "Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot", zei Elisabet tot haar nicht. "Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Zie, zodra ik uw groet hoorde, sprong het kindje van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar van Godswege is gezegd."

Eerste lezing: Uit de profeet Sefanja, 3, 14-18a.
Sion, jubel van vreugde, juich Israël, verheug u en wees blij, Jeruzalem, met heel uw hart. Het vonnis dat op u drukte, werd door de Heer vernietigd. Hij heeft uw vijand verjaagd. De Heer, de Koning van Israël, blijft bij u: nu hoeft gij geen onheil meer te vrezen. Op die dag zal er tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, Sion, en laat uw handen niet verslappen. De Heer, uw God, is bij u als een reddende held. Uitermate verheugt Hij zich om u, door zijn liefde maakt Hij u nieuw; Hij jubelt om u van vreugde.

of:

Eerste lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome, 12, 9-16b.
Broeders en zusters,
Uw liefde moet ongeveinsd zijn. Haat het kwaad, weest het goede welgezind. Bemint elkander hartelijk met broederlijke genegenheid. Acht anderen hoger dan uzelf. Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van geest, dient de Heer. Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking, volhardt in het gebed. Draagt bij voor de noden der heiligen, beoefent de gastvrijheid. Zegent hen die u vervolgen; ge moet ze zegenen in plaats van ze te vervloeken. Verblijdt u met de blijden en weent met hen die wenen. Weest eensgezind. Schikt u zonder hooghartigheid in de omgang met gewone mensen.

Tussenzang: Jes. 12, 2. 3. 4bcd. 5-6.

Antifoon: Israëls Heilige woont in uw midden.

Ja, God is mijn heil, ik verlaat mij op Hem,
ik hoef voor geen onheil te vrezen.
De Heer is mijn sterkte, de Heer geeft mij kracht,
Hij toont zich mijn helper en redder.

De dag is nabij dat ge water zult putten
met opgeruimd hart uit de bron van het heil.

Brengt dank aan de Heer en huldigt zijn Naam,
verkondigt de volken zijn machtige daden,
maakt alom zijn grootheid bekend.

Zingt luid voor de Heer, die wonderen deed,
laat heel de aarde het horen.
Verheugt u en juicht, gij die Sion bewoont,
want Israëls Heilige woont in uw midden.

Alleluia: Lc. 1, 45.
Alleluia. Zalig gij, Maria, die geloofd hebt dat tot vervulling zal komen wat u vanwege de Heer gezegd is. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas, 1, 39-56.
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Juda. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet. Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabet werd vervuld met de heilige Geest en riep uit met luide stem: Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is. En Maria sprak: Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig, omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht, voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen. Nadat Maria ongeveer drie maanden bij Elisabet gebleven was, keerde zij naar huis terug.

Lezingen van 30 mei 2021

HOOGFEEST VAN DE H. DRIE-EENHEID (Jaar B)

Eerste lezing: Uit het boek Deuteronomium, 4, 32-34. 39-40.
Mozes sprak tot het volk en zei: Ga de oude tijden maar na die u zijn voorafgegaan vanaf de dag dat God mensen op de aarde schiep. Kijk maar van het ene uiteinde van de hemel tot aan het andere: is er ooit zo iets groots gebeurd of is er ooit iets dergelijks gehoord? Heeft een volk ooit een God uit het vuur horen spreken zoals gij en daarbij het leven behouden? Of heeft ooit een God gepoogd uit een ander volk u te komen uitkiezen door beproevingen, door tekenen en wonderen, door oorlogen, met sterke hand en opgestoken arm, door grote, schrikwekkende daden, zoals de Heer uw God die voor uw ogen in Egypte heeft verricht? Erken dan heden en prent het in uw hart: de Heer is God in de hemel boven en op de aarde beneden; er is geen ander. Onderhoud zijn voorschriften en geboden die ik u heden geef. Dan zult gij met uw kinderen gelukkig zijn en lang leven op de grond die de Heer uw God u voor altijd schenkt.

Tussenzang: Ps. 33 (32), 4-5. 6 en 9. 18-19. 20 en 22.

Antifoon: Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.

Oprecht is immers het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.

Hij heeft de hemel gemaakt door zijn woord,
zijn stem schiep de hemelse machten.
Hij sprak slechts een woord en alles ontstond,
Hij gaf zijn bevel en het kwam te voorschijn.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt,
hen die op zijn gunst vertrouwen,
Dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer,
is Hij ons een schild en een helper.
Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid,
zoals wij op U vertrouwen.

Tweede lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome, 8, 14-17.
Broeders en zusters,
Allen die zich laten leiden door de Geest van God zijn kinderen van God. De Geest die gij ontvangen hebt is er niet een van slaafsheid die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt de Geest van het kindschap ontvangen die ons doet uitroepen: Abba, Vader! De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest dat wij kinderen zijn van God. Maar als wij kinderen zijn dan zijn wij ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, te samen met Christus, daar wij delen in zijn lijden om ook te delen in zijn verheerlijking.

Alleluia:
Alleluia. Eer aan de Vader, de Zoon en de heilige Geest, God die is, die was en die zal zijn. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs, 28, 16-20.
De elf leerlingen begaven zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden. Jezus trad nader en sprak tot hen: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de Naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.

Lezingen van 29 mei 2021

Zaterdag in week 8 door het jaar

Vrije gedachtenis van de heilige Paulus VI, paus
Giovanni Battista Enrico Antonio Maria Montini werd geboren op 26 september 1897 in het dorp Concesio (Lombardije) in een rijke familie van de hogere klasse. Giovanni ontving zijn middelbaar onderwijs op een jezuïetencollege vlakbij zijn huis in Brescia. In 1916, na het behalen van zijn staatsexamen, ging hij naar het diocesaan grootseminarie in Brescia. Op 29 mei 1920 werd hij priester gewijd. Daarna voltooide hij zijn studie kerkelijk recht in Milaan. Zijn bisschop stuurde hem in september van dat jaar naar Rome om er aan de Pauselijke Gregoriana Universiteit en de Sapienza Universiteit van Rome verder te studeren. Montini's talent werd ontdekt en daardoor kon hij zich in 1922 inschrijven bij de pauselijke diplomatenschool in Rome.
Reeds in 1923 werd hij naar Polen gestuurd als attaché op de apostolische nuntiatuur in Warschau. Omdat zijn gezondheid verzwakte als gevolg van het strenge winterklimaat, werd hij naar Rome teruggeroepen. In het Vaticaan kreeg hij een positie op het Staatssecretariaat van de Heilige Stoel. Daar zou hij dertig jaar blijven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij werkzaam voor de Vaticaanse inlichtingendienst, die berichten over het lot van militairen en getroffen burgers probeerde te verwerven. Ook organiseerde hij tal van hulpacties en zorgde hij voor de opvang van politieke vluchtelingen.
In het geheim consistorie van 1952 kondigde paus Pius XII aan dat hij van plan was om Montini tot het kardinalaat te verheffen. Deze bedankte echter voor de eer. Op 1 november 1954 benoemde de paus hem tot aartsbisschop van Milaan.
Op 15 december 1958 creëerde paus Johannes XXIII hem tot kardinaal. Na de dood van die paus kozen de kardinalen op 21 juni 1963 Montini tot diens opvolger. Hij nam de naam Paulus VI aan. Paus Paulus VI besloot het concilie voort te zetten en op 8 december 1965 sloot hij het Tweede Vaticaans Concilie plechtig af.
Hij reisde "als pelgrim" de hele wereld over. Nog nooit had een paus alle continenten bezocht. Hij schreef zeven encyclieken, waarvan Humanae vitae uit 1968 de bekendste is. Hij stierf op 6 augustus 1978, op het feest van de Gedaanteverandering.
Op zondag 19 oktober 2014 werd paus Paulus VI door paus Franciscus zalig verklaard en op 14 oktober 2018 heilig.

Gedachtenis van Onze Lieve Vrouw ter Nood (bisdom Haarlem-Amsterdam)
Wanneer de bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo is ontstaan, is niet meer na te gaan. Reeds in 1409 was er een rector aangesteld over de stenen bedevaartkapel, waar de mensen van heinde en ver naar toe kwamen om troost te zoeken bij de Vrouwe, die alle noden van de mensen kent. In 1573, bij het beleg van Alkmaar, werd de genadekapel verwoest. Steeds zijn de pelgrims blijven toestromen. Tot in 1830 voorlopig de laatste bedevaart plaatsvond. Echter op het stukje land, 'Capel' genaamd, bleef menig gelovige bij ziekte en nood komen om vertrouwvol te bidden om uitkomst. In de Willibrordusparochie van Heiloo werd in 1886 een missie gegeven 'ter vernieuwing van de devotie tot O.L. Vrouw ter Nood'. Van toen af aan begon – eerst langzaam – de devotie te herleven. Zij werd vooral gestimuleerd door de fabrikant Gerrit van den Bosch, die op 1 juli 1904 de trein nam naar Heiloo voor een bedevaart 'op zijn eentje'. Op 2 september 1908 werd een nieuwe afbeelding van Onze Lieve Vrouw ter Nood aangebracht op de plaats waar de verwoeste kapel had gestaan. Op 14 december 1946 richtte mgr. J.P. Huibers het rectoraat van Onze Lieve Vrouw ter Nood op. De laatste zondag van mei is de bedevaartsdag van het bisdom Haarlem. Daarom vindt op de zaterdag ervoor de gedachtenis plaats in alle parochies van het bisdom.

Eerste lezing: Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach, 51, 12-20.
Heer en Koning, Gij hebt mij gered van het verderf, mij verlost van alle kwaad. Daarom zal ik U danken en loven en de Naam des Heren prijzen. Toen ik nog jong was, voordat ik ging zwerven, zocht ik openlijk wijsheid in mijn gebed. Staande voor de tempel vroeg ik er om, en tot het laatste toe zal ik haar zoeken. Wanneer zij zich ontplooide als een rijpende druif, verheugde ik mij over haar. Van mijn jeugd af volgde ik haar spoor; mijn voet betrad de rechte weg. Ik legde mijn oor maar even te luisteren en ving haar op en ik dankte aan haar veel wijze lessen. Ik maakte vorderingen in de wijsheid: Hem die mij leerde, gaf ik de eer, want ik was erop bedacht de wijsheid in praktijk te brengen. Ik zocht het goede en werd niet beschaamd. Ik heb geworsteld om wijsheid te bezitten en nauwgezet heb ik de wet onderhouden; ik strekte mijn handen ten hemel en betreurde mijn onwetendheid. Op wijsheid richtte ik mijn aandacht, en door loutering vond ik haar; met haar verwierf ik inzicht van het begin af aan, daarom zal ik niet verlaten worden.

Tussenzang: Ps. 19 (18), 8. 9. 10. 11.

Antifoon: Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.

De wet van de Heer is volkomen,
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.

Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.

Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.

Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem

Alleluia: Ps. 119 (118), 27.
Alleluia. Leid mij op de weg van uw bevelen, Heer, dan zal ik uw daden indachtig zijn. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 11, 27-33.
In die tijd kwam Jezus met zijn leerlingen in Jeruzalem. Terwijl Hij rondwandelde op het tempelplein, traden de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten op Hem toe en ze vroegen Hem: Welke bevoegdheid hebt Gij om dit alles te doen? En wie heeft U die bevoegdheid dan daartoe gegeven? Jezus antwoordde: Ik zal u één enkele vraag stellen en als gij Mij daar antwoord op geeft, zal Ik u op mijn beurt zeggen krachtens welke bevoegdheid Ik dit alles doe. Het doopsel van Johannes, kwam dat van de hemel of van de mensen? Geeft Mij daar een antwoord op. Zij beraadslaagden onder elkaar: Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij antwoorden: Waarom hebt gij hem dan geen geloof geschonken? Maar zeggen we: van de mensen?... Zij waren bang voor het volk, want iedereen hield Johannes voor een profeet. Zij gaven Jezus dus ten antwoord: Wij weten het niet. Toen zei Jezus tot hen: Dan zeg Ik u evenmin krachtens welke bevoegdheid Ik zo handel.

Lezingen van 28 mei 2021

Vrijdag in week 8 door het jaar

Eerste lezing: Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach, 44, 1. 9-13.
Laat ons beroemde mannen prijzen, de vaderen van wie wij afstammen. Toch zijn er anderen aan wie niet meer gedacht wordt en die verdwenen zijn, als hadden zij nooit bestaan, zij werden als waren zij er nooit geweest, evenals hun kinderen. De eersten echter waren vrome mannen: hun rechtvaardige daden werden niet vergeten; met hun nageslacht blijft hun naam: een goede erfenis zijn hun nakomelingen. Hun nageslacht houdt vast aan Gods verbond, en ook hun kinderen dank zij hen. Tot in eeuwigheid blijven zij bestaan, en hun roem wordt nooit meer uitgewist.

Tussenzang: Ps. 149, 1-2. 3-4. 5-6a. 9b.

Antifoon: Onze Heer die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zijn lof weerklinke te midden der zijnen.
Israël juiche zijn Schepper toe,
laat Sions zonen hun koning begroeten.

Looft zijn Naam in een heilige dans,
bespeelt voor Hem harp en citer.
Want onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.

Jubelt dus, heiligen, om uw triomf,
viert feest in uw legerplaatsen;
gaat met het lied van God in uw mond,
een taak die zijn vromen tot eer strekt.

Alleluia: Ps. 119 (118), 18.
Alleluia. Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen, Heer, de heerlijkheid van uw wet. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 11, 11-25.
In die tijd trok Jezus Jeruzalem binnen, de tempel in. Nadat Hij er alles in ogenschouw had genomen, keerde Hij, omdat het al laat was, met de twaalf naar Betanië terug. Toen zij de volgende dag Betanië verlaten hadden, kreeg Hij honger. Hij zag in de verte een vijgenboom in blad staan en ging kijken of Hij er misschien iets aan kon vinden; maar bij de boom gekomen vond Hij niets dan bladeren; het was trouwens niet de tijd van de vijgen. Daarom richtte Hij zich tot de boom en zei: Niemand zal in eeuwigheid nog vruchten van u eten. Zijn leerlingen hoorden dat. Toen ze in Jeruzalem kwamen, ging Hij naar de tempel en begon de kopers en verkopers het tempelplein af te jagen; Hij wierp de tafels van de geldwisselaars omver en de stoeltjes van de duivenverkopers, en ook duldde Hij niet dat nog iemand enig voorwerp over het tempelplein droeg. En Hij gaf hun als verklaring: Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd voor alle volkeren? Maar gij hebt er een rovershol van gemaakt. De hogepriesters en schriftgeleerden die dat gehoord hadden, zochten een mogelijkheid om Hem ter dood te brengen. Ze vreesden Hem namelijk, omdat heel het volk verrukt was over zijn leer. In de avond verlieten zij de stad weer. 's Morgens kwamen zij langs de vijgenboom en ze zagen dat hij tot op de wortel verdord was. Petrus dacht weer terug aan het gebeurde en zei: Meester, kijk! De vijgenboom die Gij vervloekt hebt, is verdord. Jezus antwoordde hun: Hebt geloof in God. Voorwaar, Ik zeg u: Als iemand tot deze berg zegt: Hef u op en stort u in de zee, en als hij in zijn hart niet twijfelt, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, voor hem zal het werkelijkheid worden. Daarom zeg Ik u: Alles wat ge in het gebed vraagt, gelooft dat ge het al verkregen hebt, en ge zult het verkrijgen. Hebt ge iets tegen iemand, terwijl ge staat te bidden, vergeeft het dan, opdat ook uw Vader in de hemel uw tekortkomingen moge vergeven.

Lezingen van 27 mei 2021

Feest van Onze Heer Jezus Christus, eeuwige Hogepriester


Met ingang van 2014 viert de Nederlandse Kerk een nieuw feest: het feest van Onze Heer Jezus Christus, eeuwige Hogepriester. Dit feest zal worden gevierd op de donderdag na het hoogfeest van Pinksteren.

Priesterschap en inzet voor heiligheid
Het feest van Christus Priester wordt al verschillende jaren gevierd in diverse religieuze instituten en landen. In het Romeins Missaal is er reeds een votiefmis voor opgenomen. Het feest van Onze Heer Jezus Christus, eeuwige Hogepriester, nodigt de hele Kerk uit het priesterschap van Christus te overwegen. Het bemoedigt alle gelovigen in hun inzet om Jezus na te volgen, speciaal hen die zijn geroepen tot het ambtelijk priesterschap. Gebeden wordt dat de priesters hun streven naar persoonlijke heiliging mogen beleven in een totale overgave aan God en de Kerk.

Opgenomen in de kerkelijke kalender 2014
In een brief aan de Bisschoppenconferentie gaf de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten in Rome enige tijd geleden aan dat het mogelijk is dit feest op te nemen in de kerkelijke kalenders. De Nederlandse Bisschoppenconferentie maakt van deze mogelijkheid gebruik. Het feest zal voor het eerst op de kerkelijke kalender staan in 2014.

Achtergrond
De introductie van het feest van Christus Priester vindt plaats in het verlengde van de viering van het Jaar van de Priester (2009-2010). De liturgische formulieren die toen werden opgesteld voor de viering van Onze Heer Jezus Christus, eeuwige Hogepriester, zijn nu beschikbaar gesteld via de bisschoppenconferenties.
Het feest moet ook worden verstaan in de lijn van de jaarlijkse dag van gebed voor de heiliging van de priester, die door de zalige Johannes Paulus II werd ingesteld.

Eerste lezing: Uit de profeet Jeremia, 31, 31-34.
Zo spreekt de Heer: Er komt een tijd dat Ik met Israël en Juda een nieuw verbond sluit; geen verbond zoals Ik met hun voorvaderen gesloten heb, toen Ik hen bij de hand heb genomen om hen uit Egypte te leiden. Want dit verbond hebben zij verbroken, ofschoon Ik hun meester was zo luidt de godsspraak van de Heer -. Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël sluit: Ik schrijf mijn wet hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn, en zij zullen mijn volk zijn. Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden: Leer de Heer kennen. Want iedereen - groot en klein - kent Mij al – luidt de godsspraak van de Heer -. Ik vergeef hun misstappen, Ik denk niet meer aan hun zonden.

of:

Eerste lezing uit de brief aan de Hebreeën, 10, 11-18.
Broeders en zusters,
Iedere priester verricht dagelijks staande de dienst en draagt telkens weer dezelfde offers op, die nooit de zonden kunnen wegnemen. Christus daarentegen is voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, na één enkel offer voor de zonden te hebben gebracht, nog slechts wachtend op het ogenblik dat zijn vijanden worden gemaakt tot een voetbank voor zijn voeten. Want door één offer heeft Hij voor altijd hen die zich laten heiligen tot volmaaktheid gebracht. We hebben hiervoor ook het getuigenis van de heilige Geest. Eerst zegt Hij: Dit is het verbond dat Ik met hen zal sluiten, na die dagen, zegt de Heer: Ik zal mijn wetten in hun hart leggen. Ik grif ze in hun geest. En hieraan voegt Hij toe: Ik zal hun zonden en ongerechtigheden niet langer gedenken. En waar deze vergeven zijn is geen zoenoffer meer nodig.

Tussenzang: Ps. 110 (109), 1. 2. 3. 4.

Antifoon: Gij zijt voor eeuwig priester als Melchisédek.

De Heer sprak tot mijn heer: zit aan mijn rechterhand;
Ik leg uw vijanden als voetbank voor uw voeten.

Uit Sion reikt de Heer de scepter van uw macht;
regeer te midden van uw tegenstanders.

Uw volk staat om u heen in blanke wapenrusting,
de jongemannen op het veld als morgendauw.

Gezworen heeft de Heer, het zal Hem niet berouwen:
Gij zijt voor eeuwig priester als Melchisédek.

Alleluia: Hebr. 5, 8-9.
Alleluia. Om zijn vroomheid is Hij verhoord: hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd; en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak geworden van eeuwig heil. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 14, 22-25.
Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het hun, met de woorden: Neemt, dit is mijn Lichaam. Daarna nam Hij de beker en na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe en zij dronken allen daaruit. En Hij sprak tot hen: Dit is mijn Bloed van het Nieuwe Verbond, dat vergoten wordt voor velen. Voorwaar, Ik zeg u: Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God.

Lezingen van 26 mei 2021

Woensdag in week 8 door het jaar

Gedachtenis van de heilige Filippus Neri, priester
Filippo Romolo de Neri werd in 1515 geboren in Florence. Hij ging naar school bij de dominicanen. Hun prediking maakte grote indruk op hem. Toen hij wees werd, nam zijn oom de opvoeding van de jongen op zich. Filippo wilde aanvankelijk net als deze oom koopman worden. Hij kreeg daartoe een opleiding in de buurt van de beroemde benedictijnenabdij van Monte Cassino. Filippo was daar regelmatig te vinden. Het monnikenleven dat hij daar leerde kennen, was van blijvende invloed op hem. Door een mystieke ervaring zag hij af van een commerciële loopbaan. Hij besloot in 1535 naar Rome te gaan. Daar verdiende hij zestien jaar lang zijn kost en inwoning met het geven van privé-lessen aan Florentijnse jongens. In 1544, toen hij aan het mediteren was in de catacomben van St. Sebastianus, zou hij plotseling zodanig door de liefde van God zijn getroffen dat het volume van zijn hart letterlijk groter was geworden. Sindsdien brandde een heilig vuur in hem, waardoor hij nog maar één missie in het leven had: de verkondiging en de verwerkelijking van het Rijk Gods. Filippo leefde zeer ascetisch. Op straat gaf hij jongeren geloofsonderricht en vermaakte hen met stichtelijke verhalen. Dat deed hij met enorm veel flair en toewijding. Ook verzorgde hij de zieken en stervenden in hun huizen. In 1548 richtte hij samen met zijn biechtvader, Persiano Rosa, een religieuze broederschap op die zich bezighield met ziekenbezoek en dienstverlening aan pelgrims. Op aandringen van dezelfde biechtvader liet hij zich in 1551 tot priester wijden. Nadien nam hij zijn intrek in het priesterhuis naast de kerk van Santa Maria in Vallicella. Een jaar later stichtte hij daar het Oratorium, een samenlevingsverband van seculiere priesters. De leden probeerden met elkaar naar volmaaktheid te streven met behulp van gebed, religieuze muziek, spirituele lezingen en het verrichten van goede werken. In 1575 werd het Oratorium door paus Gregorius XIII tot congregatie verheven. Filippo was een geliefde biechtvader. Door zijn innemend karakter en zijn aanstekelijke humor wist hij velen tot inkeer te brengen. Zelfs pausen en kardinalen luisterden naar zijn wijze raad. Hij stierf op 26 mei 1595. Paus Gregorius XV verklaarde hem in 1622 heilig. Filippo kreeg de erenaam de 'Tweede Apostel van Rome'. Zijn lichaam ligt in een zijaltaar in de kerk van Santa Maria in Vallicella aan de Via Vittorio Emanuele.

Eerste lezing: Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach, 36, 1. 4-5a. 10-17.
Erbarm U over ons, o Heer, God van alle dingen, en zie neer. Zoals Gij U voor de ogen der volkeren in ons als de heilige getoond hebt, toon zo voor onze ogen uw grootheid in hen; laten zij U kennen zoals ook wij U kennen. Verhaast het einde, de tijd van uw komst; wees uw besluit indachtig en laat men uw grote daden verhalen. Laat hem die tracht te ontkomen, door uw vurige toorn verteerd worden, en mogen zij die uw volk kwaad doen hun ondergang vinden. Verbrijzel de hoofden van de aanvoerders der vijanden, die zeggen: Er bestaat niets buiten ons. Verzamel alle stammen van Jakob en geef hun het erfdeel als vanouds. Erbarm U over het volk, o Heer, dat naar uw Naam genoemd is, over Israël, dat Gij hebt gelijkgesteld met een eerstgeborene. Ontferm U over de stad van uw heiligdom, over Jeruzalem, de plaats van uw rust; vervul Sion met de faam van uw deugden en uw volk met uw heerlijkheid. Getuig voor hen, die van het begin af uw schepselen waren, en vervul de profetieën, die in uw Naam zijn uitgesproken.

Tussenzang: Ps. 79 (78), 8. 9. 11. 13.

Antifoon: Toon ons uw barmhartigheid, Heer. (Sir. 36, 1b)

Laat ons niet boeten voor vroegere zonden,
kom met uw barmhartigheid ons tegemoet,
want wij zijn maar zwakke mensen.

Ach help ons, God van ons heil, om uw Naam,
bevrijd ons, vergeef onze zonden;
laat niemand zeggen: waar is nu hun God?

Tot U stijge op het gekerm der geboeiden,
bevrijd met uw macht die de dood zijn gewijd.

Maar wij zijn uw volk, Heer, uw eigen kudde,
wij zullen U prijzen in eeuwigheid,
uw lof van geslacht tot geslacht bezingen.

Alleluia: Ps. 95 (94), 8ab.
Alleluia. Luistert heden naar de stem van de Heer en weest niet halsstarrig. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 10, 32-45.
In die tijd trokken de leerlingen voort, op weg naar Jeruzalem, en Jezus ging voor hen uit; zij waren ontdaan en ook die Hem volgden waren bevreesd. Hij nam opnieuw de twaalf terzijde en begon hun te spreken over wat Hem zou overkomen: Wij gaan nu naar Jeruzalem waar de Mensenzoon aan de hogepriesters en schriftgeleerden zal worden overgeleverd. Zij zullen Hem ter dood veroordelen en aan de heidenen overleveren; ze zullen Hem bespotten en bespuwen, Hem geselen en doden, maar drie dagen later zal Hij verrijzen. Toen kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, naar Hem toe en zeiden: Meester, wij willen dat U voor ons doet wat wij U vragen. Hij antwoordde hun: Wat wilt ge dan dat Ik voor u doe? Zij zeiden Hem: Geef dat in uw glorie een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerhand moge zitten. Maar Jezus zei hun: Ge weet niet wat ge vraagt. Zijt ge in staat de beker te drinken die Ik drink en met het doopsel gedoopt te worden waarmee Ik gedoopt wordt? Zij antwoordden Hem: Ja, dat kunnen wij. Inderdaad - gaf Jezus toe - de beker die Ik drink, zult gij drinken, en met het doopsel waarmee Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden; maar het is niet aan Mij u te doen zitten aan mijn rechter- of linkerhand, omdat alleen zij dit verkrijgen voor wie dit is bereid. Toen de tien anderen dit hoorden, werden ze kwaad op Jakobus en Johannes. Jezus echter riep hen bij zich en sprak tot hen: Gij weet dat zij die als heersers der volkeren gelden, hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij ú niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, moet de slaaf van allen zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Lezingen van 25 mei 2021

Dinsdag in week 8 door het jaar

Vrije gedachtenis van de heilige Beda, priester en kerkleraar
Deze heilige werd in 673 geboren op het grondgebied van de abdij van Wearmouth in Northumbrië (Engeland). Nadat hij wees was geworden, werd hij opgevoed door de heilige Benedictus Biscop, trad hij vervolgens in het klooster en werd hij later priester gewijd. Als benedictijn groeide Beda uit tot een van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij was medicus, historicus, dichter, theoloog en bijbelexegeet. Hij werd vooral beroemd om zijn Geschiedenis van Engeland en zijn kerkelijke hymnen. Hij stierf in 735. In 1899 verhief paus Leo XIII hem tot kerkleraar.

Vrije gedachtenis van de heilige Gregorius VII, paus
Deze paus heette vóór zijn uitverkiezing Hildebrand. Hij werd rond het jaar 1028 in Toscane geboren en opgevoed in Rome. Daar werd hij monnik in een benedictijnenabdij. Als diaken adviseerde hij diverse pausen bij hun moeizame pogingen de Kerk te hervormen. Toen hijzelf paus was, deed hij er alles aan om de invloed van de wereldlijke macht op de Kerk te verminderen. Zo stelde hij het priestercelibaat in en kondigde hij de investituur af. Dat laatste hield in dat de adel geen bisschoppen en abten meer mocht benoemen. Daardoor kwam hij in conflict met de Duitse keizer Hendrik IV, omdat deze zonder pauselijke toestemming een bisschop had benoemd. Voor straf excommuniceerde Gregorius de keizer. Maar om zijn macht veilig te stellen, besloot Hendrik een boetetocht naar het pauselijk slot Canossa te maken. Daar smeekte hij Gregorius met succes om vergeving. De paus nam Hendrik weer op in de Kerk, maar wist niet dat de keizer al plannen had gesmeed hem uit de weg te ruimen. Gregorius sloeg op de vlucht en stierf in 1085 in zijn ballingsoord Salerno.

Vrije gedachtenis van de heilige Maria Magdalena de' Pazzi, maagd
Catharina, geboren in 1566, was dochter van een adellijke familie uit Florence. Op zestienjarige leeftijd werd zij karmelietes in het klooster Santa Maria degli Angeli in Florence en nam de kloosternaam Maria Magdalena aan. Omdat ze ernstig ziek was, legde ze haar religieuze geloften af op een draagbaar in de kloosterkerk. Die avond kreeg ze een mystieke ervaring die leidde tot extases, die gedurende veertig dagen terugkwamen. Haar medezusters tekenden haar visionaire ervaringen op. Dat leidde tot de totstandkoming van het boek I quaranti giorni (De veertig dagen), een belangrijk werk in de Europese geschiedenis van de spiritualiteit. Zuster Maria Magdalena leefde zeer streng en legde zichzelf zware boetedoeningen op. Met haar verstervingen en gebeden wilde ze een bijdrage leveren aan de hervorming van de Kerk. Zij stierf in het jaar 1607.

Feest van de Wijding van de Kathedraal (bisdom Groningen-Leeuwarden)

Eerste lezing: Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach, 35, 1-12.
Wie de wet houdt, brengt vele offers, wie zich houdt aan de geboden, brengt daarmee een vredeoffer; wie een weldaad bewijst, brengt een spijsoffer, en wie een aalmoes geeft, brengt een dankoffer. De Heer heeft welgevallen in het breken met de boosheid, en breken met de ongerechtigheid is verzoening. Verschijn echter niet met lege handen voor de Heer, want al deze dingen eist het gebod. Het offer van een rechtvaardige maakt het altaar vet, en de welriekende geur ervan komt voor de Allerhoogste; het offer van een rechtvaardige is welgevallig; en de herinnering eraan wordt niet vergeten. Verheerlijk de Heer met een blij gelaat en onttrek niets aan de eerstelingen die gij moet geven; toon bij al uw gaven een vrolijk gezicht, en heilig de tienden met vreugde. Geef aan de Allerhoogste naar hetgeen Hij u geschonken heeft; geef met een blij gelaat en naar uw vermogen.

Tussenzang: Ps. 50 (49), 5-6. 7-8. 14. 23.

Antifoon: Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.

Brengt allen hier die Mij zijn toegewijd,
die met een offer mijn verbond bekrachtigd hebben.
De hemelen betuigen zijn gerechtigheid:
het is God zelf, die oordeelt.

Hoor nu, mijn volk, wat ik u zeggen ga,
Hoor, Israël, waarvan Ik u beschuldig,
want ik ben God, uw God.
Ik maak u over offers geen verwijt:
uw offerdieren zie Ik aldoor branden.

Brengt liever God het offer van uw lof,
volbrengt de Allerhoogste uw geloften.
Wie offers brengt van lof, die eert Mij waarlijk,
wie rechte wegen gaat, die vindt het heil van God.

Alleluia: Ps. 27 (26), 11.
Alleluia. Toon mij uw weg, Heer, bij tegenstand, leid mij langs effen paden. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 10, 28-31.
In die tijd nam Petrus het woord en zei tot Jezus: Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen. Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. Veel eersten zullen laatsten zijn en veel laatsten eersten.

Lezingen bij het feest van de verjaardag van de wijding van de kathedraal (bisdom Groningen-Leeuwarden)
Er kunnen ook andere lezingen genomen worden.

Eerste lezing: Uit de profeet Ezechiël, 43, 1-2. 4-7a.
In die tijd bracht de engel mij naar de poort, naar de poort die op de oostkant ligt, en daar zag ik, Ezechiël, de heerlijkheid van de God van Israël uit het oosten aankomen. Het klonk als het gedruis van geweldige wateren. De heerlijkheid van de Heer ging door de poort die op de oostkant ligt, de tempel binnen. De geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof. Daar zag ik hoe de heerlijkheid van de Heer de tempel vervulde. Toen hoorde ik uit de tempel iemand tot mij spreken, terwijl de engel nog naast mij stond. Hij zei tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats van mijn voetzolen, de plaats waar Ik wil wonen onder de zonen van Israël, voor altijd.

Tussenzang: 1 Kron. 29, 10. 11abc. 11d-12a. 12bcd.

Antifoon: Wij eren, Heer, uw luisterrijke Naam.

Gij zijt geprezen, Heer, in alle eeuwen,
Gij God van onze vader Israël.
Groot zijt Gij in uw daden, oppermachtig,
verheven, luisterrijk en hoog geëerd.

Want alles in de hemel en op aarde is het uwe,
Gij zijt de koning, Heer, die boven allen staat.
Van U zijn aanzien en bezit afkomstig,
al wat bestaat richt zich naar uw bevel.

Gij kunt beschikken over vaardigheid en krachten,
wat groot en sterk is hebt Gij zo gemaakt.

Alleluia: Apok. 21, 3.
Alleluia. Zie hier Gods woning onder de mensen. Hij zal bij hen wonen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 22-30.
In die tijd werd te Jeruzalem het feest van de tempelwijding gevierd. Het was winter en Jezus hield zich op in de tempel, in de Zuilengang van Salomo. De Joden kwamen in een kring om Hem heen staan en zeiden tot Hem: Hoelang houdt Gij ons nog in spanning? Als Gij de Messias zijt, zeg het ons dan ronduit. Jezus gaf hun ten antwoord: Ik heb het u gezegd, maar gij gelooft het niet. De werken die Ik in naam van mijn Vader doe, zij leggen getuigenis over Mij af. Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven. Mijn Vader immers, die ze Mij gegeven heeft, is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven. Ik en de Vader, Wij zijn één.

Lezingen van 24 mei 2021

Gedachtenis heilige Maria, Moeder van de Kerk


Op 3 maart 2018 heeft het Vaticaan het besluit van paus Franciscus meegedeeld, dat in de hele Kerk van de Romeinse ritus de viering van Maria onder de titel "Moeder van de Kerk" wordt ingevoerd als een jaarlijkse verplichte gedachtenis.

De beslissing is gepubliceerd in een decreet, ondertekend door de prefect van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, kardinaal R. Sarah, alsmede door de secretaris, aartsbisschop A. Roche, op 11 februari 2018 bij gelegenheid van de 160e verjaardag van de eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw te Lourdes.

Het decreet is vergezeld zowel van een toelichting door de kardinaal prefect, als van een bijlage met de Latijnse teksten voor de formulieren voor de mis, het getijdengebed en het Romeins Martyrologium. De bisschoppenconferenties dienen de vertaling ervan goed te keuren en na het verkrijgen van de Romeinse "confirmatie" te publiceren.

Het decreet wijst erop, dat bij de overweging van de mysteries van Christus en van het wezen van de Kerk de Maagd Maria niet buiten beschouwing kan blijven, omdat zij zowel de Moeder is van Christus als van de Kerk. Augustinus zei al dat Maria de moeder is van de ledematen van de Kerk, omdat zij door haar liefde heeft meegewerkt aan de geboorte van de gelovigen in de Kerk. Paus Leo de Grote verkondigde dat de geboorte van het Hoofd ook de geboorte van het Lichaam is en hij duidde Maria tevens aan als moeder van Christus, de Zoon van God, én als moeder van de ledematen van het mystieke lichaam, nl. de Kerk.

"Deze overwegingen ontspringen aan het goddelijk moederschap van Maria en aan haar band met het werk van de Verlosser, dat zijn hoogtepunt vindt op het uur van het kruis. Staande naast het kruis ontving moeder Maria het liefdestestament van haar Zoon, waardoor zij alle mensen, vertegenwoordigd in de persoon van de geliefde leerling, aannam als kinderen die herboren moesten worden tot het goddelijke leven. Zo werd zij de liefdevolle moeder van de Kerk, die door Christus werd verwekt op het kruis, toen Hij de Geest gaf. Van zijn kant koos Christus in zijn geliefde leerling alle leerlingen uit als vertegenwoordigers van zijn liefde tegenover zijn Moeder, door haar aan hen toe te vertrouwen, zodat zij haar zouden eren met de genegenheid van kinderen."

De zalige paus Paulus VI riep op 21 november 1964 aan het eind van de derde zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie de heilige Maagd Maria uit tot "Moeder van de Kerk". Bij gelegenheid van het heilig Jaar van de verzoening (1974) werd ter ere van de Heilige Maria, Moeder van de Kerk, een votiefmis opgesteld.

In zijn commentaar wijst kardinaal Sarah erop, dat in de loop van de jaren de invoeging van de viering van "Maria, Moeder van de Kerk" in de eigen kalender van sommige landen op de maandag na Pinksteren werd goedgekeurd en ingevoerd (bijv. in Polen en Argentinië). Deze viering werd voor andere dagen goedgekeurd met betrekking tot bijzondere plaatsen, zoals de Basiliek van Sint-Pieter, waar de afkondiging van deze titel door Paulus VI plaats had gevonden. Ook sommigen ordes en congregaties verkregen de goedkeuring voor de eigen teksten van deze viering. Nu wordt deze viering in heel de Latijnse kerk ingevoerd.

(Deze tekst is overgenomen van de website van de Nationale Raad voor Liturgie)

Eerste lezing: Uit het boek Genesis, 3, 9-15. 20
Nadat Adam in de tuin van Eden van de boom gegeten had, riep God de Heer de mens en vroeg hem: Waar zijt gij? Hij antwoordde: Ik hoorde uw donder in de tuin en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen. Maar God de Heer zei: Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die Ik u verboden heb? De mens antwoordde: De vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven en toen heb ik gegeten. Daarop vroeg God de Heer aan de vrouw: Hoe hebt ge dat kunnen doen? De vrouw zei: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. God de Heer zei toen tot de slang: Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten. Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Dit zal uw kop bedreigen en gij zijn hiel. De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.

of:

Eerste lezing: Uit het boek Handelingen, 1, 12-14
Nadat Jezus ten hemel was opgenomen, keerden de apostelen van de Olijfberg naar Jeruzalem terug. Deze berg ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand. Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar zij verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Thomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. Zij bleven allen eensgezind volharden in het gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.

Tussenzang: Ps. 87 (86), 1-2. 3 en 5. 6-7.

Antifoon: Hoe groots is het wat er van u wordt gezegd, stad van God!

Zijn stad op de heilige bergen:
de Heer heeft haar lief;
de poorten van Sion veel meer
dan alle tenten van Jakob.

Hoe groots is het wat er van u wordt gezegd,
Jeruzalem, stad van God!
Zij zullen dan zeggen: Mijn moeder is zij,
uit haar zijn wij allen geboren.
En Hij zal het zelf verklaren,
de Allerhoogste, de Heer.

Hij zal in het boek der volkeren schrijven:
Ook dezen horen daar thuis.
Dan zullen zij dansen en zingen:
De bron van ons leven zijt Gij.

Alleluia:
Alleluia. O gelukkige Maagd, die de Heer ter wereld heeft gebracht; heilige moeder van de Kerk, die in ons de Geest van uw Zoon, Jezus Christus, bevordert. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 19, 25-34.
In die tijd stonden bij het kruis van Jezus zijn moeder en de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus de moeder zag en bij haar staande de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot de moeder: Vrouw, zie uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling: Zie uw moeder. En van dat uur af nam de leerling haar bij zich op.
Hierna, wetend dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift zou worden volbracht, zei Jezus: Ik heb dorst. Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze staken dus een spons vol zure wijn op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus dan van de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht, en nadat Hij het hoofd had gebogen, gaf Hij de geest.
Aangezien het voorbereidingsdag was en opdat de lichamen niet aan het kruis bleven op sabbat – want het was de grote dag van die sabbat - vroegen de Joden aan Pilatus dat van hen de benen werden gebroken en zij zouden worden weggehaald. Daarop kwamen de soldaten en braken de benen van de eerste en van de andere die met Hem was gekruisigd. Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, braken zij zijn benen niet; maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans en onmiddellijk kwam er bloed en water uit.

Lezingen van 23 mei 2021

HOOGFEEST VAN PINKSTEREN

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 2, 1-11.
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.

Tussenzang: Ps. 104, 1ab. 24ac. 29bc-30. 31. 34.

Antifoon: Zendt Gij uw Geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
wat zijt Gij groot, Heer mijn God.
Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer,
de aarde is vol van uw schepsels.

Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.

De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan,
Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels.
Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn,
dan zal ik mij in de Heer verheugen.

Tweede lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte, 12, 3b-7. 12-13.
Broeders en zusters,
Niemand kan zeggen: Jezus is de Heer, tenzij door de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts één God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen. Het menselijke lichaam vormt met zijn vele ledematen één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen één lichaam uit. Zo is het ook met Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door het doopsel één enkel Lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest.

of:

Tweede lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten, 5, 16-25.
Broeders en zusters,
Leef naar de Geest, dan zult ge de begeerte van de zelfzucht niet volvoeren. Want de zelfzucht begeert tegen de Geest en de Geest tegen de zelfzucht, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat ge niet doet wat ge zoudt willen doen. Als ge u door de Geest laat leiden, staat ge niet onder de wet. De uitingen van zelfzucht zijn bekend genoeg: ontucht, onreinheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, haat, tweespalt, afgunst, gramschap en twist, ruzies, partijschappen en jaloersheden, drinkgelagen, uitspattingen en zo meer. Ik waarschuw u zoals ik u al eerder gewaarschuwd heb: wie zich zo misdragen, zullen het Koninkrijk van God nooit erven. De vrucht van de Geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid. Met zulke dingen heeft geen wet iets te maken. En zij die bij Christus Jezus horen, hebben hun zelfzucht gekruisigd met haar hartstochten en begeerten. Daar wij leven door de Geest, willen we ook leven volgens de Geest.

Alleluia:
Alleluia. Kom heilige Geest, vervul het hart van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.

Sequentie
Veni, Sancte Spiritus,
et emitte caelitus
lucis tuae radium.

Veni, pater pauperum,
veni, dator munerum,
veni, lumen cordium.

Consolator optime,
dulcis hospes animae,
dulce refrigerium.

In labore requies,
in aestu temperies,
in fletu solacium.

O lux beatissima,
reple cordis intima
tuorum fidelium.

Sine tuo numine
nihil est in homine,
nihil est innoxium.

Lava quod est sordidum,
riga quod est aridum,
sana quod est saucium.

Flecte quod est rigidum,
fove quod est frigidum,
rege quod est devium.

Da tuis fidelibus
in te confidentibus
sacrum septenarium.

Da virtutis meritum,
da salutis exitum,
da perenne gaudium.

Kom, o Geest des Heren,
kom uit het hemels heiligdom,
waar Gij staat voor Gods gezicht.

Kom der armen troost, daal neer,
kom en schenk uw gaven, Heer,
kom wees in de harten licht.

Kom, o Trooster, heil'ge Geest,
zachtheid die de ziel geneest,
kom verkwikking zoet en mild.

Kom, o vrede, in de strijd,
lafenis voor 't hart dat lijdt,
rust die alle onrust stilt.

Licht dat vol van zegen is,
schijn in onze duisternis,
neem de harten voor U in.

Zonder uw geheime gloed
is er in de mens geen goed,
is de ziel niet rein van zin.

Was wat vuil is en onrein,
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond.

Maak weer zacht wat is verstard,
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.

Geef uw gaven zevenvoud
ieder die op U vertrouwt,
zich geheel op U verlaat.

Sta ons met uw liefde bij,
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 20, 19-23
In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: Vrede zij u. Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.

of:

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 15, 26-27 + 16, 12-15.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden, de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat, zal Hij over Mij getuigenis afleggen. Maar ook gij moet getuigen, want vanaf het begin zijt gij bij Mij. Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu nog niet dragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen. Hij zal niet uit zichzelf spreken maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen. Hij zal Mij verheerlijken omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Daarom zei Ik dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Al wat de Vader heeft, is het mijne.

Lezingen van 22 mei 2021

Zaterdag na de zevende zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Rita, kloosterlinge
De heilige Rita werd in 1381 geboren te Rocca Porena, vijf kilometer van Cascia, in Italië. Op 14-jarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt. Zij wilde echter kloosterlinge worden maar was zo gehoorzaam dat ze niet tegen de wil van haar ouders in ging. Haar echtgenoot was een bruut, doch ze stelde zich niet teweer en bad slechts voor zijn zielenheil. Toen haar man vermoord was, zwoeren haar beide zoons bloedwraak. Maar Rita bad tot God dat ze liever had dat haar zoons zouden sterven dan dat zij hun plannen zouden uitvoeren. Haar beide zoons stierven inderdaad. Rita trad in in het Maria Magdalenaklooster te Cascia. Zij voelde zich sterk aangetrokken tot het lijden van Christus. Op Goede Vrijdag 1442 zou zij aan het voorhoofd gestigmatiseerd zijn door een doorn uit Christus' doornenkroon, een wond die niet meer heelde. Een tweede mirakel vond plaats tijdens haar ziekbed in 1447, toen ze aan een verwante die haar bezocht vroeg om een roos voor haar te plukken. Hoewel het winter was, vond deze toch een roos en bracht die aan Rita. Kort daarop stierf zij. Dit is de reden dat op 22 mei, haar sterfdag, aan Rita gewijde rozen bij de zieken worden gebracht. Haar lichaam ligt opgebaard in een glazen sarcofaag in de kerk van Cascia. Rita werd door paus Urbanus VIII zalig verklaard in 1628. Haar heiligverklaring volgde in 1900 door paus Leo XIII. De heilige Rita staat bekend als patrones voor hopeloze gevallen.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 28, 16-20. 30-31.
Na aankomst in Rome kreeg Paulus verlof op zichzelf te wonen met de soldaat die hem bewaakte. Drie dagen later ontbood hij de voornaamste Joden bij zich. Toen zij bijeengekomen waren, zei hij tot hen: Mannen broeders, ofschoon ik niets gedaan heb tegen ons volk of tegen de voorvaderlijke gebruiken, ben ik vanuit Jeruzalem als gevangene uitgeleverd aan de Romeinen. Dezen wilden mij na verhoor in vrijheid stellen, omdat ik niets had bedreven waarop de doodstraf stond. Maar omdat de Joden zich hiertegen verzetten, zag ik me gedwongen mij op de keizer te beroepen, dit echter niet als had ik enige klacht in te brengen tegen mijn volk. Dat is dus de reden, waarom ik verzocht u te mogen zien en u toe te spreken. Het is om de verwachting van Israël, dat ik deze ketenen draag. Volle twee jaar vertoefde Paulus daar in een eigen huurwoning en ontving allen die bij hem kwamen. Hij predikte het Rijk Gods en gaf onderricht in de leer over de Heer Jezus Christus in alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering.

Tussenzang: Ps. 11 (10), 5. 6. 8.

Antifoon: God is rechtvaardig, het recht is Hem lief,
gerechten zullen Hem zien.

De Heer in zijn heilige tempel,
de Heer, Hij troont in de hemel.
Zijn ogen zien op ons neer,
zijn blikken doorvorsen de mensen.

Goeden en slechten doorziet Hij,
Hij haat wie het onrecht bemint.
Want God is rechtvaardig, het recht is Hem lief,
gerechten zullen Hem zien.

Alleluia: Joh. 16, 7. 13.
Alleluia. De Geest der waarheid zal Ik tot u zenden, zegt de Heer, en Hij zal u tot de volle waarheid brengen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 21, 20-25.
In die tijd, toen Petrus zich omkeerde, zag hij, dat de leerling van wie Jezus veel hield, hen volgde; dezelfde die ook bij de maaltijd tegen Jezus' borst had geleund en had gezegd: Heer, wie is het die U zal overleveren. Toen Petrus hem nu zag, vroeg hij aan Jezus: Wat dan met hem? Waarop Jezus hem zei: Als ik hem wil laten blijven tot Ik kom, is dat uw zaak? Gij moet Mij volgen. Zo ontstond onder de broeders het gerucht, dat die leerling niet zou sterven. Doch Jezus had hem niet gezegd dat hij niet zou sterven, maar: Als Ik hem wil laten blijven tot Ik kom, is dat uw zaak? Dit is de leerling, die van deze dingen getuigt en dit geschreven heeft, en wij weten dat zijn getuigenis waar is. Er zijn nog veel andere dingen die Jezus gedaan heeft. Maar als ze een voor een beschreven worden, dan zou naar mijn mening zelfs de hele wereld te klein zijn voor de boeken die men dan zou moeten schrijven.

Vieringen door de week

H. Nicolaas Baarn 

Lauden: iedere werkdag 8.15 - 8.30 uur

Eucharistie: dinsdag 19.00 - 19.45 uur

woensdag/donderdag: 8.45 - 9.30 uur

vrijdag: 19.00 - 20.00 uur

HH. Michael en Laurens de Bilt

Dinsdag 10:00 uur, Gebedsviering

H. Nicolaas Eemnes

Donderdag 10.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Petrus en Pauluskerk Soest

Woensdag 9.00 uur, Gebedsviering

Vrijdag 9.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Contact

Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320

U kunt ook het contactformulier gebruiken.