Het nieuwe herfstthema 'Soort na soort' vroeg natuurlijk om een scheppingsverhaal in de vorm van een versje. Het begint zo (en via de link lees je het hele versje, met een slot om van op te kijken...)
In het begin heeft God het bedacht:
‘Ik schep in de warboel wat orde.
Het is hier zo somber en altijd nacht,
het moet wat lévender worden!’
Eerst riep Hij het licht aan en noemde het dag,
het donker vluchtte de nacht in.
Toen spleet Hij het water bij donderslag:
hier de zee en daarboven de dampkring.
Het water beneden riep Hij bij elkaar
zodat er droog land ontstond,
en toen zei God met een wijds gebaar:
‘Gras en bomen, kom, uit de grond!’
Zo groeiden door Gods scheppende woord,
planten met vruchten, SOORT NA SOORT.
God zei: 'Ik maak aan de hemel lichten,
die zorgen voor jaar, dag en uur,
de zon en de maan die de aarde verlichten,
en seizoenen in de natuur.'
God zei: 'Wat is dit wonderschoon,
maar toch … Ik begin iets te missen.
Ben Ik de Enige die hier woont?
Laat de zee nu krioelen van vissen,
de lucht van vogels die vliegen en zweven,
oost naar west en van zuid naar noord!'
En God schiep al het vrolijke leven,
vol kleuren, SOORT NA SOORT.
Maar ook op het land, in de bergen en bossen
vond God dat er leven moest zijn:
leeuwen en tijgers en muizen en vossen,
alle dieren, groot en piepklein, .......
lees verder: https://www.geloventhuis.nl/…/ve…/versje-soort-na-soort.html
(Versje: Marjet de Jong, Illustratie: Anne Westerduin)