Lezingen van 1 mei 2023

Maandag na de vierde zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Jozef, arbeider
De herdenking van de heilige Jozef als patroon van de arbeid werd in 1955 ingesteld door paus Pius XII. Op deze dag gedenkt de Kerk het werkzame leven van de echtgenoot van Maria. Volgens de Evangelies van Marcus en Matteüs was Jozef timmerman in de stad Nazaret in Galilea.
In veel landen is 1 mei de Dag van de Arbeid. De R.K.-Kerk brengt op deze dag in herinnering wat volgens het christelijk geloof de waarde van de menselijke arbeid is. De Catechismus van de Katholieke Kerk zegt hierover:
"De menselijke arbeid komt rechtstreeks van de mensen die geschapen zijn naar Gods beeld en die als opdracht gekregen hebben met en voor elkaar de aarde te onderwerpen en zo het scheppingswerk voort te zetten. Werken is dus een plicht: 'Als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten' (2 Tess. 3, 10).
De arbeid is een eerbetoon aan de gaven van de Schepper en aan de talenten die men gekregen heeft. Hij kan ook een verlossende waarde hebben. Door de last van de arbeid te verdragen in vereniging met Jezus, de werkman van Nazaret en de gekruisigde van Calvarië, werkt de mens in zekere zin mee met de Zoon van God aan het werk van de verlossing. Hij toont zich een leerling van Christus door elke dag het kruis op te nemen bij het uitvoeren van het werk dat hem is opgedragen. De arbeid kan een middel tot heiliging zijn en ertoe bijdragen de aardse werkelijkheid te bezielen in de Geest van Christus." (CKK nr. 2427)

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 11, 1-18.
In die dagen hoorden de apostelen en de broeders in Judea dat ook de heidenen het woord van God hadden aangenomen. Toen Petrus dan in Jeruzalem kwam, maakten de gelovigen uit de besnijdenis hem het verwijt: Gij hebt het huis van onbesnedenen betreden en gij hebt met hen gegeten. Nu begon Petrus hun een geregeld verslag te geven: Ik was - zo zei hij - in de stad Joppe aan het bidden, toen ik in een geestverrukking een visioen zag: een voorwerp, in de vorm van een groot laken, dat aan de vier punten uit de hemel werd neergelaten, daalde uit de hemel en kwam tot vlak bij mij. Ik keek er naar met gespannen aandacht en zag viervoetige dieren, wilde beesten, kruipende dieren en vogels. Bovendien hoorde ik een stem die tot mij zei: Komaan Petrus, slacht en eet. Maar ik zei: Dat in geen geval, Heer, want nooit kwam er iets onheiligs of onreins in mijn mond. Maar de stem uit de hemel liet zich een tweede maal horen en gaf mij ten antwoord: Beschouw niet als onheilig wat God rein heeft verklaard. Dit gebeurde tot drie keer toe en toen werd alles weer naar de hemel opgetrokken. Terstond daarop vervoegden zich drie mannen bij het huis waar we verbleven; ze waren uit Caesarea naar mij toegezonden. De Geest beval mij zonder bedenken met hen mee te gaan. Ook deze zes broeders gingen met mij mee en wij traden het huis van die man binnen. Hij vertelde ons hoe hij een engel in zijn huis had zien staan die zei: Zend iemand naar Joppe om Simon, bijgenaamd Petrus, te halen. Die zal u zeggen op welke wijze gij en heel uw huis redding kunt vinden. Juist was ik begonnen te spreken, toen de heilige Geest op hen neerkwam, zoals in het begin ook op ons. Toen dacht ik terug aan het woord van de Heer, hoe Hij gezegd had: Johannes doopte met water, maar gij zult gedoopt worden met de heilige Geest. Indien God hun nu dezelfde gave gegeven heeft als aan ons, die reeds geloofden in de Heer Jezus Christus, hoe zou ik dan in staat geweest zijn God tegen te houden? Toen zij dat gehoord hadden, waren zij gerustgesteld en verheerlijkten God met de woorden: Zo heeft God dan ook de heidenen de bekering ten leven geschonken.

Tussenzang: Ps. 42 (41), 2-3 + Ps. 43 (42), 3. 4.
Antifoon:    Mijn ziel heeft dorst naar God, de God die leeft.

Zoals een hert de beekjes zoekt,
zo zoekt mijn geest naar U, mijn God.
Mijn ziel heeft dorst naar God, de God die leeft,
zal ik Hem ooit bereiken en Zijn Aanschijn zien?

Zend mij Uw licht, Uw steun om mij te leiden,
om mij te voeren naar Uw berg en in Uw tent.
Dan ga ik naar Uw altaar, God die blijdschap geeft,
en loof U bij de citer, God, mijn God.

Alleluia: Joh. 10, 14.
Alleluia. Ik ben de goede Herder, zegt de Heer. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 11-18.
In die tijd zei Jezus: Ik ben de goede Herder. De goede Herder geeft Zijn leven voor Zijn schapen. Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede Herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die niet uit deze schaapsstal zijn. Ook die moet Ik leiden en zij zullen naar Mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder. Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het later weer terug te nemen. Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf. Macht heb Ik om het te geven en macht om het terug te nemen: dat is de opdracht die Ik van Mijn Vader heb ontvangen.

 

Lezingen bij de vrije gedachtenis van de heilige Jozef, arbeider

Eerste lezing uit de Handelingen van de apostelen, 5, 17-26.
In die dagen werden de hogepriester en heel zijn aanhang, die de partij der Sadduceeën vormden, met hevige afgunst vervuld. Zij grepen de apostelen en zetten hen in de stadsgevangenis. Maar in de nacht ontsloot een engel des Heren de deuren van de gevangenis, leidde hen naar buiten en zei: Gaat, treedt weer op in de tempel en predikt aan het volk al deze woorden des Levens. Zij gaven hieraan gehoor, gingen tegen de morgen naar de tempel en gaven er onderricht. Toen nu de hogepriester kwam met de zijnen, riepen zij het Sanhedrin bijeen, de raad der oudsten van het volk van Israël, en stuurden dienaren naar de gevangenis om hen te halen. Maar bij aankomst vonden de dienaren hen niet meer in de kerker. Zij keerden terug met het bericht: Wij vonden de gevangenis stevig op slot en de wachten voor de deuren op hun post, maar toen wij opendeden troffen wij niemand aan. Toen zij dit vernamen, vroegen de tempelcommandant en de hogepriesters, - ongerust daarover - zich af wat voor gevolgen dit zou kunnen hebben. Maar iemand kwam hun melden: De mannen die gij in de kerker hebt gezet, bevinden zich in de tempel en onderrichten het volk. Daarop ging de bevelhebber met zijn dienaren hen halen - maar zonder geweld te gebruiken, uit angst door het volk gestenigd te worden.

Tussenzang Ps. 90 (89), 2. 3-4. 12-13. 14 en 16.
Antifoon:    Bestuur onze handen, Heer, bij al wat zij doen.

Voordat de bergen geboren waren,
voordat de aarde was voortgebracht,
zijt Gij, God, van eeuwig tot eeuwig.
Wat sterfelijk is vergaat weer tot stof,

Gij zegt: keer terug, kind van mensen.
Voor U zijn duizend jaren één dag,
als gisteren dat al voorbij is,
een uur van slaap in de nacht.

Leer ons onze dagen naar waarde te schatten
en zo te komen tot wijsheid van hart.
Laat af, Heer, hoe lang nog pijnigt Gij ons?
Wees toch Uw dienaars genadig.

Verleen ons van nu af Uw rijkste zegen
en laat heel ons leven gelukkig zijn.
Laat zien aan Uw dienaars waartoe Gij in staat zijt
en toon aan hun zonen Uw heerlijkheid.

Alleluia Ps. 68 (67), 20.
Alleluia. De Heer zij geloofd, dag aan dag: Hij draagt onze lasten, de God van ons heil. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs, 13, 54-58.
In die tijd begaf Jezus zich naar Zijn vaderstad en onderwees hen in hun synagoge, zodat ze verbaasd zeiden: Waar heeft Hij die wijsheid vandaan en de macht om wonderen te doen? Is Hij niet de zoon van de timmerman? Heet Zijn moeder niet Maria en Zijn broeders Jakobus, Jozef, Simon en Judas? Wonen Zijn zusters niet allen bij ons? Waar heeft Hij dat alles vandaan? En zij namen er aanstoot aan. Maar Jezus sprak tot hen: Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad en in zijn eigen kring. En wegens hun ongeloof deed Hij daar niet veel wonderen.

Vieringen door de week

H. Nicolaas Baarn 

Lauden: iedere werkdag 8.15 - 8.30 uur

Eucharistie: dinsdag 19.00 - 19.45 uur

woensdag/donderdag: 8.45 - 9.30 uur

vrijdag: 19.00 - 20.00 uur

HH. Michael en Laurens de Bilt

Dinsdag 10:00 uur, Gebedsviering

H. Nicolaas Eemnes

Donderdag 10.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Petrus en Pauluskerk Soest

Woensdag 9.00 uur, Gebedsviering

Vrijdag 9.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Contact

Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320

U kunt ook het contactformulier gebruiken.