Maandag. Weekdag van de kersttijd vóór Epifanie
Gedachtenis van de heilige Basilius de Grote en Gregorius van Nazianze, bisschoppen en kerkleraren
Basilius werd geboren in het jaar 329 in Caesarea (Cappadocië). Hij was de zoon van een welgestelde retor en jurist. Hij groeide op in een christelijke familie. Zijn grootouders van vaderszijde hadden zich tijdens de christenvervolgingen zeven jaar schuil gehouden in een woud bij de Zwarte Zee. Zijn grootvader van moederszijde was een martelaar. Een jongere broer zou de geschiedenis in gaan als bisschop Gregorius van Nyssa. Basilius studeerde retorica, grammatica en filosofie in achtereenvolgens Caesarea, Constantinopel en Athene. Tijdens zijn studiejaren sloot hij vriendschap met St. Gregorius van Nazianze, die net als Basilius een belangrijke bisschop en theoloog zou worden. Na zijn studie keerde hij terug naar Caesarea en werd leraar. Onder invloed van zijn vrome zus Makrina gaf hij echter een maatschappelijke carrière op en besloot monnik te worden. Basilius liet zich in 356 dopen en reisde naar Egypte, Palestina, Syrië en Mesopotamië. Daar leerde hij het leven van de woestijnmonniken kennen. Na terugkeer gaf hij al zijn bezittingen aan de armen en stichtte met gelijkgezinden een klooster. Samen met Gregorius van Nazianze schreef hij twee monnikenregels. Daardoor werden ze de grondleggers van het oosterse kloosterleven. In 364 ontving Basilius de priesterwijding. Zes jaar later werd hij gekozen tot bisschop van zijn geboortestad. Basilius, zijn broer Gregorius van Nyssa en zijn vriend Gregorius van Nazianze stonden als theologen bekend als de Drie Grote Cappadociërs. In hun strijd tegen de Arianen, die de goddelijkheid van Christus loochenden, legden zij de grondslag van de orthodoxe leer van de Drievuldigheid: God is één wezen in drie personen. De Vader, de Zoon en de Geest hebben hun eigenheid als persoon, maar gedrieën zijn ze de Ene God. Als metropoliet van Cappadocië deed Basilius veel voor de armen, de asielzoekers en de zieken. Hij stichtte in zijn stad verscheidene hospitalen en hulpinstellingen. Zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de catechese en de liturgie is beroemd. De heilige kerkvader stierf op 1 januari 379 in zijn stad Caesarea. Hij ging de geschiedenis in als Basilius de Grote.
Gregorius werd in 329 geboren nabij Nazianze in Cappadocië. Zijn moeder was de heilige Nonna en zijn vader Gregorius van Nazianze de Oudere. Gregorius bezocht voor zijn intellectuele vorming de beroemdste scholen van zijn tijd: Athene, Caesarea, Alexandrië. In deze steden leerde hij Basilius kennen. Na zijn doopsel trok Gregorius zich voor vijf jaar terug in de eenzaamheid om dichter bij God te komen. In het jaar 372 wijdde St. Basilius hem tot bisschop. In 381 werd Gregorius patriarch van Constantinopel. In deze hoedanigheid bestreed hij verscheidene christologische dwaalleren. Om zijn gezagvolle schriftuitleg en zijn welsprekendheid kreeg hij de bijnaam De Theoloog. Hij overleed op 25 januari 389 in Nazianze. Zijn lichaam werd in de tiende eeuw naar Constantinopel overgebracht.
Eerste lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes, 2, 22-28.
Vrienden,
Wie ontkent dat Jezus de verlosser is, is dat niet de leugenaar? Dat is de antichrist: de loochenaar van de Vader èn van de Zoon. Wie Christus loochent kan God niet vinden; wie de Zoon belijdt heeft ook de Vader. Wat u betreft, zorgt er voor dat in u levend blijft wat gij vanaf het begin gehoord hebt; dan zult gij zelf blijven in de Zoon en ook in de Vader. En gij kent de belofte die Hij ons zelf gedaan heeft: de belofte van eeuwig leven. Dit met het oog op hen die u willen misleiden. Wat uzelf aangaat, de inwijding die gij van Hem ontvangen hebt blijft u bij, gij hebt geen andere leraar nodig. Zijn wijding onderricht u in alles; ze is waarachtig en zonder bedrog. Blijft in Hem, zoals zij het leert. En nu kinderen, blijft in Hem. Dan zijn wij vol vertrouwen als Hij zal verschijnen, en hoeven wij bij zijn komst niet beschaamd te zijn.
Tussenzang: Ps. 98 (97), 1. 2-3ab. 3c-4.
Antifoon: Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van Zijn heilige arm.
Zijn weldaden deed Hij ons kennen,
de volkeren Zijn gerechtigheid.
Opnieuw bleek Zijn goedheid en trouw
ten gunste van Israëls huis.
Geheel de aarde aanschouwde
wat onze God voor ons deed.
Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.
Alleluia: Joh. 1, 14. 12b.
Alleluia. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Aan allen die Hem aanvaardden gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 1, 19-28.
Dit is het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en levieten naar hem toezonden om hem te vragen: Wie zijt gij? Daarop verklaarde hij zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid: Ik ben de Messias niet. Zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? Hij zei: Dat ben ik niet. Zijt gij de profeet? Hij antwoordde: Neen. Toen zeiden zij hem: Wie zijt gij dan? Wij moeten toch een antwoord geven aan degenen die ons gestuurd hebben. Wat zegt gij over uzelf? Hij sprak: Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer! De afgezanten waren uit de kring van de Farizeeën. Zij vroegen hem: Wat doopt gij dan als gij de Messias niet zijt, noch Elia, noch de profeet? Johannes antwoordde hun: Ik doop met water maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt; ik ben niet waardig de riem van Zijn sandalen los te maken. Dit gebeurde te Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes aan het dopen was.