Dinsdag in week 34 door het jaar
Gedachtenis van de heilige Cecilia, maagd en martelares
Caecilia wordt sinds de tweede helft van de vijfde eeuw als martelares vereerd. Harde historische informatie over haar leven ontbreekt. Volgens een oude legende kwam ze uit een Romeins adellijk geslacht. Als meisje legde ze omwille van Christus, haar hemelse bruidegom, de gelofte van maagdelijkheid af. Caecilia werd tegen haar zin uitgehuwelijkt aan de heiden Valerianus, die haar maagdelijkheid echter respecteerde. Caecilia wist haar man en diens broer Tibertius te bekeren tot het christelijk geloof. Met zijn drieën zorgden ze voor de families van vervolgde christenen. Op bevel van de heidense prefect Almachius werden Valerianus en diens broer gevangen genomen en onthoofd. Caecilia werd in haar huis in een bad met kokend water gezet, maar overleefde deze foltering. Daarop probeerde de beul haar te doden door haar halsslagader door te snijden. Ook dat mislukte. Drie dagen lang lag ze bloedend in haar badkamer en uiteindelijk overleed ze.
Caecilia werd bijgezet in de catacomben van Calixtus. Paus Paschalis I liet haar lichaam in 821 overbrengen naar de St.-Caeciliabasiliek in Trastevere. Tot op de dag van vandaag wordt ze daar vereerd als het toonbeeld van geloof, kuisheid en standvastigheid. Haar graf werd in 1599 op gezag van kardinaal Baronius geopend. Tot ieders grote verbazing zagen de onderzoekers het ongeschonden lichaam van een jonge vrouw met een diepe steekwond in haar hals en bloedvlekken op haar kleren. De barokkunstenaar Stefano Maderna maakte een natuurgetrouw beeld van Caecilia zoals ze toen werd aangetroffen.
De oorsprong van Caecilia's associatie met muziek ligt in het verhaal dat ze tijdens haar huwelijk in extase raakte door hemelse klanken. Pas aan het eind van de vijftiende eeuw wordt ze daadwerkelijk voorgesteld als patrones van (kerk)musici en orgelbouwers. Dit kwam door een verkeerde vertaling van een oude Latijnse antifoon die gezongen werd op haar feestdag: Cantantibus organis Caecilia in caelum assumpta est. Deze tekst suggereerde dat er orgelspel klonk toen Caecilia ten hemel werd opgenomen. Organis moet echter niet vertaald worden met 'orgels', maar met 'stemorganen'.
Eerste lezing: Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes, 14, 14-19.
Ik, Johannes, keek toe en ik zag een witte wolk; en op de wolk zat Iemand, een Mensenzoon gelijk, met een gouden kroon op Zijn hoofd en een scherpe sikkel in Zijn hand. En een andere engel kwam uit de tempel en die riep met luide stem tot Hem die op de wolk gezeten was: Sla uw sikkel erin en maai, want het uur om te maaien is gekomen; overrijp werd de oogst van de aarde. Toen wierp Hij die op de wolk was gezeten, Zijn sikkel op aarde, en de aarde werd afgemaaid. En weer kwam een engel uit de tempel in de hemel te voorschijn, en ook hij droeg een scherpe sikkel. En een andere engel, aangesteld over het vuur, kwam van het altaar, en hij riep met luide stem tot hem die de scherpe sikkel droeg: Sla uw scherpe sikkel erin en oogst de trossen van de wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp. Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde en oogstte de wijngaard der aarde. En hij wierp de trossen in de grote perskuip van Gods toorn.
Tussenzang: Ps. 96 (95), 10. 11-12. 13.
Antifoon: Rechtvaardig zal de Heer de wereld regeren.
Zegt tot elkander: de Heer regeert!
Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen,
de volken bestuurt Hij met billijkheid.
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde,
de zee neuriet mee met al wat daar leeft;
de velden zwaaien met al hun gewassen,
de woudreuzen buigen hun kruin.
Zij juichen de Heer toe omdat Hij komt,
Hij komt als koning der aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren,
de volkeren eerlijk en trouw.
Alleluia: Lc. 21, 28.
Alleluia. Richt u op en heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas, 21, 5-11.
In die tijd merkten sommigen op hoe de tempel daar prijkte met zijn fraaie stenen en wijgeschenken, maar Jezus zei: Wat ge daar ziet: er zal een tijd komen dat er geen steen op de andere gelaten zal worden: alles zal verwoest worden. De leerlingen vroegen Hem nu: Meester, wanneer zal dat dan gebeuren? Maar Hij zei: Weest op uw hoede dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Want velen zullen optreden in Mijn Naam en zij zullen zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij. Loopt niet achter hen aan. En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren maar het einde volgt niet terstond. Toen sprak Hij tot hen: Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk; er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.