Feest van de Doop van de Heer (Jaar A)
Eerste lezing: Uit de profeet Jesaja, 42, 1-4. 6-7.
Zo spreekt de Heer: Dit is Mijn Dienaar die Ik ondersteun, Mijn uitverkorene in wie Ik behagen schep: Mijn geest stort Ik over Hem uit, gerechtigheid laat Hij stralen over de volken. Hij roept niet, Hij schreeuwt niet en op straat verheft Hij Zijn stem niet. Het geknakte riet zal Hij niet breken, de kwijnende vlaspit niet doven, in waarheid zal Hij de gerechtigheid laten stralen. Onvermoeid en ongebroken zal Hij op aarde gerechtigheid laten zegevieren: de verre kusten zien uit naar Zijn leer. Ik, de Heer, roep U in gerechtigheid, Ik neem U bij de hand en waak over U en maak U voor de mensen tot het teken van Mijn verbond en tot een licht voor de volken. Blinden zult Gij de ogen openen, gevangenen uit hun kerker bevrijden en uit de gevangenis allen die in duisternis zitten.
Tussenzang: Ps. 29 (28), 1a en 2. 3ac-4. 3b en 9b-10.
Antifoon: God zegent Zijn volk met vrede.
Huldigt de Heer, alle zonen van God,
huldigt de Heer om Zijn glorie en macht.
Huldigt de Heer om de roem van Zijn Naam,
knielt voor Hem neer om Zijn heilige luister.
De stem van de Heer schalt over het water,
Gods majesteit roept van over de zee.
De stem van de Heer met dreunend geweld,
de stem van de Heer, ontzagwekkend!
Gods majesteit roept van over de zee
Zijn tempel weergalmt van Zijn glorie.
De Heer troont boven het firmament,
daar zetelt Hij eeuwig als koning.
Tweede lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 10, 34-38.
In die tijd nam Petrus het woord en sprak: Nu besef ik pas goed, dat er bij God geen aanzien des persoons bestaat, maar dat, uit welk volk ook, ieder die Hem vreest en het goede doet Hem welgevallig is. Het woord heeft Hij tot de zonen van Israël gezonden toen Hij door Jezus Christus de blijde boodschap van vrede verkondigde: Deze is de Heer van allen. Gij weet wat er overal in Judea gebeurd is; hoe Jezus van Nazaret Zijn optreden begon in Galilea na het doopsel dat Johannes predikte, en hoe God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht. Hij ging weldoende rond en genas allen die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem.
Alleluia: cf. Mc. 9, 6.
Alleluia. De hemelen gingen open en de stem van de Vader zei: Dit is Mijn Zoon, de Welbeminde, luistert naar Hem. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs, 3, 13-17.
In die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: Ik heb Uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij? Jezus antwoordde: Laat het nu zijn; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen. Toen liet Johannes Hem toe. Nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen. En een stem uit de hemel sprak: Dit is Mijn Zoon, Mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.