Ergens rond mijn zeventiende, in de vijfde klas van de middelbare school behandelden we tijdens het vak Nederlands de domineedichters. We vonden hun gedichten maar moralistisch, dus onze aandacht ging niet uit naar de leraar voor de klas, maar naar onze vriendinnen. Toch pikte mijn buurvrouw wel een kleinigheidje op uit de les, want ze gaf me een por in de zij en fluisterde: "Wies, wil jij geen dominee worden? Je gelooft immers ook in God en je schrijft ook gedichten." Hoewel dat allebei waar was schudde ik driftig mijn hoofd. Veel te vroom. Maar er was gezaaid. Die middag fietsend naar huis van Ede naar Barneveld, waar ik woonde, dacht ik er voor de eerste keer serieus over na om theologie te gaan studeren. Niet om dominee te worden, want ik was katholiek en dat wilde ik blijven ook. Evenmin om pastor te worden. Als vrouw zou je daarmee in de Rooms-Katholieke Kerk in een halfslachtige positie terecht komen. Wel omdat er in de theologie veel aan de orde is wat me mateloos interesseerde.
Theologie
Een paar maanden later heb ik de knoop doorgehakt en op mijn achttiende begon ik de studie Theologie in Utrecht. Daar werkten de Rijksuniversiteit en de Katholieke Theologische Hogeschool nauw samen en dat sprak me aan. Geen aparte hokjes voor elke soort christen, maar je samen verdiepen in het geloof dat je raakt.
Ergens tijdens mijn studie was juist de halfslachtige positie van vrouwen in onze Kerk de reden om toch te besluiten om als pastor aan het werk te gaan. Wie wegloopt heeft geen recht van spreken meer. Het liefst wilde ik werken in een parochie omdat daar het hele leven voorbij trekt.
Op mijn 27e kreeg ik een zending van kardinaal Simonis om in IJsselstein te gaan werken. Daar, in de Nicolaasparochie, leerde ik het vak van twee priestercollega's en vele vrijwilligers. We kenden daar al een soort profilering (specialisatie) en vanaf het begin heeft het zwaartepunt in mijn werk bij de catechese gelegen.
Profiel catechese
Leren is belangrijk voor je overtuigingen en je geloof. Als je begrijpt wat en waarom je iets gelooft, als je verdieping zoekt en samen praat over wat je raakt, dan is het meteen ook veel boeiender. Na zeven jaar en de geboorte van drie kinderen verhuisden we naar Leersum waar ik werkte in vier parochies op de Utrechtse Heuvelrug. Frans Zwarts, toen deken, was de pastoor op afstand, de vieringen werden in het weekend grotendeels door emeriti gedaan en het overige parochiewerk deden vrijwilligers met mij. Vanzelfsprekend viel daar alle catechese onder. Toen het bisdom de postacademische Luce-opleiding aanbood om pastores te scholen in profilering, heb ik daar dankbaar gebruik van gemaakt. Het was heel leerzaam en leuk om na vijftien jaar weer bijgeschoold te worden.
Naar Soest en omstreken
In 2008 kwam ik richting Soest, nu de parochie Martha en Maria. Ook hier doe ik de catechese. Daarnaast is er, gelukkig, nog een grote variëteit aan andere pastorale werkzaamheden. Werken in de Kerk is boeiend en gevarieerd. Er zijn problemen, maar de mooie kanten winnen het steeds weer.
Mijn drie kinderen zijn inmiddels volwassen en helpen me om met beide benen in deze wereld te blijven staan. Mijn man heeft de universiteit nooit kunnen verlaten en werkt er nog steeds als filosoof/theoloog. Als hij de kans krijgt werkt hij voortdurend aan mijn bijscholing. Maar soms zit ik liever te schilderen of ga ik zonder hem naar dansles.