De kunstenaar heeft zijn afbeelding verdeeld in twee helften. Op elke helft staan twee mensen. Op de rechter helft Jezus met achter zich een man in het wit. Op de linker helft Petrus en Andreas in een bootje; Andreas zit en roeit, Petrus staat en haalt het visnet op.
Jezus is herkenbaar aan zijn kruisnimbus. Hij draagt een purperen bovenkleed. Dat was indertijd slechts voorbehouden aan de hoogste vorsten. Zijn linkerhand houdt Hij verborgen in de plooi van zijn gewaad. Zo lieten keizers zich afbeelden, tot later Napoleon aan toe! Om Jezus’ majesteitelijke karakter nog meer te onderstrepen heeft de kunstenaar in de kruisnimbus kostbare edelstenen afgebeeld. Hier staat een machtig vorst. Achter Jezus verschijnt een dienaar. Ook hij dient vooral om te onderstrepen hoe verheven Jezus is.
Deze afbeelding is te vinden in Ravenna, de toenmalige keizerlijke residentie van het West-Romeinse Rijk. Zou de kunstenaar op deze manier aan de keizer hebben laten voelen dat Jezus de enige echte keizer was? Of heeft de keizer zelf opdracht gegeven Jezus zo af te beelden? Zodat hij in de kerk telkens weer tot nederigheid zou worden gestemd?
Dan viel er voor de keizer heel wat te kijken. Want op de afbeelding wendt de keizer Jezus zich tot heel gewone arbeiders. Vissers. Hoogst ongebruikelijk voor de machtigste vorst ter wereld. Zijn hand maakt een zegenend gebaar in de richting van beide mannen in hun schamele bootje. Opvallend is dat Jezus niet in hun richting kijkt, maar langs ons, toeschouwers, heen naar een punt ergens in de verte schuin achter ons. Zo worden farao’s in Egypte weergegeven. Uit de Ethiopische traditie weten wij dat onbetrouwbare mensen van opzij werden afgebeeld, zodat maar één oog zichtbaar was. Beide ogen moesten gezien worden, anders vertelde de kunstenaar van je dat je iets in je schild voerde. Gold die traditie ook in het Ravenna van die dagen? In ieder geval wordt ook de dienaar achter Jezus zo afgebeeld.
Ja zelfs van Petrus en Andreas zijn beide ogen zichtbaar, terwijl we ze van opzij zien. Zij zijn gekleed in korte tunica’s. Petrus is herkenbaar aan zijn witte, rondgeschoren haren. Andreas aan zijn warrige haardos. Petrus hanteert het visnet, Andreas de roeiriemen. Mooi hoe hun ogen ergens anders zijn dan hun handen. Ze hebben geen aandacht voor de vangst in hun net. Hun ogen zijn bij Jezus. Drukt hun gelaatsuitdrukking verbazing uit. De machtigste heerser komt naar hen toe. Naar hen, gewone volkse vissers. Het is precies de zegenende uitnodigende hand van Jezus die de verbinding vormt tussen de vorstelijke wereld van Jezus en de wereld van de gewone werklui. Die hand reikt juist tot boven de plecht van hun bootje en het uiteinde van het visnet. En alsof dat al niet adembenemend genoeg is, nodigt Jezus ze uit naar zijn kant te komen en zich bij Hem aan te sluiten. Met de woorden: “Ik zal vissers van mensen van jullie maken.” Vissers van mensen. Mensen redden van de verdrinkingsdood. Mensenredders zal Ik van jullie maken.
Dit alles speelt zich af tegen een gouden achtergrond, de aanwezigheid van de hemel!
Kijkend naar Petrus en Andreas stel ik mij voor dat Jezus zo mijn wereld zou binnenstappen, en mij zou uitnodigen Hem te volgen door mijn beroep of kundigheid in te zetten in zijn dienst…
[06e eeuw, mozaïek. Italië, Ravenna, San Apollinare Nuovo. Dries van den Akker s.j./ 2011.01.11
Verwijzingen
Matteus 04,18-20: Jaar A door het jaar 03e zo
Markus 01,16-18: Jaar B door het jaar 03e zo
Door het jaar 01e week ma
Feest 29 jun. 0067 Petrus-Apostel
Feest 30 nov. 0069 Andreas-Apostel
© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018