In ons aartsbisdom is het beleid dat elke parochie een Caritasinstelling dient te hebben. Want diaconie is een kerktaak van de kerk. Hulp voor arme mensen in acute noodsituaties is daar vanouds een belangrijk onderdeel van. Veel parochies hebben een P.C.I.-bestuur, dat het vermogen beheert. De reglementen geven aan dat je als bestuur jaarlijks de rente van het belegde vermogen en de opbrengst van onroerend goed en pachten uit mag geven, plus wat je aan collecten en giften binnenkrijgt. Zo blijft het vermogen in stand. Het geld wordt voornamelijk uitgegeven door plaatselijke caritaswerkgroepen, die als het goed is een lage drempel hebben voor mensen in nood. Ook zijn ze goed te vinden door hulpverleners. Deze kunnen stuiten op schrijnende situaties waar dringend hulp nodig is, terwijl er geen voorliggende voorziening is bij de Gemeente (bijv. geen recht op bijzondere bijstand). Men is dan dolblij dat men voor een cliënt een beroep kan doen op de Caritas of op een protestantse diaconie. Ook kunnen vrijwilligers, actief in sociale projecten, een beroep doen op Caritas om financiële ondersteuning.
Het beleid is goed, maar de werkelijkheid is weerbarstig. Veel mensen die een band hebben met de plaatselijke kerk identificeren zich minder met de overkoepelende parochie. Bovendien vergrijzen de geloofsgemeenschappen. Steeds minder mensen blijven hetzelfde werk doen. De kerk zit in een krimpfase. Er vallen gaten. Wel is het zo dat onder mensen die zich inzetten voor armoedebestrijding relatief velen een katholieke of protestantse achtergrond hebben. Ze zijn actief voor de Voedselbank, de Kledingbank, de stichting Leergeld, begeleiden vluchtelingen, zijn maatje in projecten zoals SchuldHulpMaatje, etc. etc.. Hun achtergrond is christelijk, maar in hun eigen beleving zetten zij zich vaak in als burger, als dorpsgenoot, als mens, ‘gewoon, omdat het moet’. Ook al zijn projecten nogal eens ontstaan vanuit de kerken; vanuit de kerk en vanuit het project kan de band verwateren.
In de Martha en Mariaparochie is er een Caritas bestuur in zeer afgeslankte vorm. In diverse geloofsgemeenschappen zijn nog wel kleine werkgroepen actief, maar ook hier is het moeilijk om nieuwe vrijwilligers te vinden. Terwijl er wel armen, mensen in nood zijn, die met een relatief geringe bijdrage erg geholpen zouden zijn. En er zijn genoeg projecten, gericht op armoedebestrijding, die geld kunnen gebruiken. Dan is het eigenlijk absurd, dat er heel wat euro’s (tienduizenden op jaarbasis) bij de kerk op de plank blijven liggen omdat er geen vrijwilligers zijn, die aanvragen kunnen behandelen. Toen pastoor Skiba daar achter kwam schrok hij. Hier moet iets gebeuren!
De Caritas moet zichzelf opnieuw uitvinden en met ondersteuning van het bisdom een nieuwe start maken. Iedereen die daarover mee wil denken is welkom op een door mij geleide ontmoeting op
woensdag 23 september in het parochiecentrum De Sleutel in Soest. Aanvang 20.00 uur.