De 2e zondag van de advent viel vlak voor de feestdag van Sint Nicolaas. En als zodanig las Pastoor Gé Nijland in zijn preek een brief van de Goedheiligman voor. We citeren een aantal stukken eruit.
Ten eerste hoe mooi was het dat de Kindervriend begon met zijn roeping om mensen blij te maken:
“Ook dit jaar is het mij weer een groot genoegen en plezier
hier te mogen zijn en op mijn manier te zorgen voor vertier.
Immers, te midden van vele problemen wereldwijd en ook dichterbij
is een verzetje en ontspanning zeker welkom voor een ieder en ook voor mij.”
En vervolgens signaleerde op zijn taak als voorloper van Christus:
“In december wordt immers dit aspect daarvan vooral door Piet en mij belicht en is het de opmaat voor de komst van een grotere dan ik - dat kleine wicht -
dat op aarde zal komen om zijn heilswerk voor alle mensen te gaan doen, te breken met de betekenis van onderdrukking , misdadige macht en poen.
Hoe wezenlijk is niet zijn werk in een gebroken wereld als waarin wij leven?
Hij is onmisbaar om ons in ware vrijheid te doen zijn en niet te laten sneven want dreigingen te over immers door allerlei rampen en machtsvertoon,
reden tot uitzien naar Hem die een einde wil maken aan alle haat en hoon.
En dat ook kan en zal gaan doen, dat geloven en weten we allemaal,
oftewel vreugde en dankbaarheid daarvoor in hart en wereldschaal.
De Heer zal komen in liefde en nederigheid om als voorbeeld te leven
en als Redder der mensheid voor allen die geloven zijn leven te geven.”
In zijn brief verwees de Sint verder naar de andere voorlopers van Christus:
“Zo staan we er voor, globaal en particulier, ofwel alle reden tot zorg, waakzaamheid lijkt meer dan ooit geboden want wie staat er borg
voor een goede afloop of anderszins reden tot waarachtige hoop
dan de Redder der wereld, voor geld gelukkig ongevoelig en niet te koop.
Waakzaamheid geboden, een motto zo dominant in de tijd van de advent,
een boodschap voor ons en de wereld oftewel wees daarop vooral attent,
wat de profeet ons aanzegt, die Jesaja die onmisbaar voor het goede pleit
en wel alle reden ziet tot hoop, hij is de weg immers alleszins kwijt.
Net als die Johannes de Doper die ook niet voor niet naar hem verwijst
en spreekt over de Komende, aan het eind van het jaar bovenaan op de lijst
niet van muzieknummers of talenten of van wat dan ook maar soeverein
de vredesvorst te komen om juist te beëindigen alle onderlinge haat en pijn.”
Dan tot slot de boodschap van onze Bisschop:
“Dit is onze gebroken realiteit die altijd nood zal hebben aan heling en liefde hetgeen zal blijven gelden voor alle mensen, ook voor wie er niet bliefde
een gegeven dat niet hoeft te ontmoedigen, juist integendeel,
het is immers ingecalculeerd in wat de Heer heeft gedaan voor ons deel.
Hij heeft de wereld met zich verzoend in het offer van zijn heilzaam leven
om zo alle mensen de kans op behoud en redding te kunnen geven.
Want eeuwig leven is immers een geschenk dat de Sint niet kan overtreffen
met wat dan ook want van een totaal andere orde en niet te beseffen
hoe groots en wonderbaar inhoud en betekenis ervan zijn en hoe uniek,
het is een soort bekroning van ons eigen bestaan, denk aan de kerstpiek,
hoort op zich niet bij de boom maar is wel onmisbaar en staat bovenaan,
te stralen en te prijken maar heeft er zelfs helemaal niets voor gedaan.
Een andere hand brengt hem daar aan de top, hier menselijk toedoen,
en hoe symbolisch en eervol ook, het is toch maar tijdelijk te doen terwijl het heil dat Hij brengt voor altijd zal zijn, ja tot in eeuwigheid,
zoals we weten door hart, ziel en verstand met Bijbelse zekerheid.
Dit is de ware boodschap die ik mag brengen hier en in alle landen
die mij kennen als bisschop en zich mogen verheugen in die banden
van liefde die onverbrekelijk zijn door oud en nieuw verbond
die ons blijvend mogen verblijden te aller stond.”
En natuurlijk ondertekent hij met:
“Hartelijke groeten van de Sint en zijn pieten.
Goede adventstijd en tot volgend jaar.”