Kerstboodschap pastoor Skiba in 2020

24 december 2020

Dit jaar gaan Maria en Joseph met hun kind niet naar Egypte.

Beste parochianen, stel je voor dat de volheid der tijden zoals de Bijbel het aanduidt, niet zo’n 2000 jaar geleden plaats had gevonden, maar in onze tijd. Dan zou de heilige familie, net als wij allen, deze merkwaardige coronatijd moeten meemaken. Ik probeer even stil te staan bij allerlei mogelijke consequenties die Joseph en Maria in onze tijd mee zouden moeten maken op hun reis. Mogelijk zouden de gevolgen van allerlei coronamaatregen voor hen nog zwaarder zijn dan voor de meesten van ons vanwege een vreemd stadje waar ze terechtkomen en vooral de zwangerschap van Maria, vervolgens een plotselinge, ofschoon niet onverwachte, geboorte van het kind.

Toen ik enkele dagen geleden de grenzen van Engeland naar Europa dicht zag gaan, vanwege een nieuwe variant van het coronavirus, met 50-kilometer lange files als gevolg, realiseerde ik mij dat het tijdstip voor het begin van mijn overpeinzing over de heilige familie niet zomaar te prikken is. Voor het gemak zal ik daarom Joseph en Maria pas na hun vertrek uit Nazareth, in mijn overpeinzing, vergezellen. Als ik al met Nazareth zou beginnen, dan zou ik geen gebruik kunnen maken van de, voor ons allen, bekende Bijbelse beschrijving van de geboorte van Jezus en ook niet van onze (volks)traditie. Zou de lockdown voor het vertrek uit Nazareth afgekondigd worden dan lazen we in de Bijbel niet dat Jezus in een armoedige stal werd geboren. Ook het mooie lied ‘Maria die zoude naar Bethlehem gaan’ zou nooit kunnen ontstaan. Immers, hoezo naar Bethlehem gaan? Thuisblijven! Dit zou toch het dringende advies zijn.

Door de geboorte van de Verlosser in Nazareth zou de Bijbelse theoloog in grote (theologische) problemen komen, vanwege de profetieën over Bethlehem als de plek. Daarom lijkt het me veel verstandiger om de raakvlakken van de coronapandemie met de heilige familie pas in Bethlehem op te voeren. Daar komen dus Maria en Joseph aan en ze zoeken een hotel, maar alles zit potdicht. Geen enkele hoteleigenaar wil hen ontvangen. Ze beloven zich muisstil te zullen houden en Joseph wil extra betalen: als timmerman was hij niet de armste en hij wou het zijn hoogzwangere vrouw, na een zware reis, wat aangenamer maken.  Maar de herbergiers zagen ook wel dat er binnenkort een kind op komst was en daarom stuurden ze de toekomstige ouders zo snel mogelijk weg. In hun verbeelding hoorden ze al het huilende kind, dat de plek ging verraden. Een exorbitante boete van een overheidsdienaar was dan onontkoombaar. Dat wilden ze niet riskeren, dus wegwezen!

Maar onder de hoteleigenaars was er één die het niet kon verkroppen. Hoe kun je die hoogzwangere vrouw nou wegsturen. En hij begon aan een oplossing te denken. Hij bedacht wel wat. Maria en Joseph zag hij nog steeds van her naar der lopen, voor een onderdak, maar ze leken kansloos. Hij kwam bij hen en bood hen zijn stal aan, buiten de stad. Zou het kind toch spoedig geboren worden en gaan krijsen, zal het niemand horen. Niemand krijgt problemen.

Os en ezel maakten een plaats voor de nieuwe – tijdelijke – bewoners. De stal was niet meer dan een beschutting tegen de wind, maar toch ging het zwangere echtpaar met een dankbaar hart slapen. Ze sliepen heerlijk tot in de middernacht, want zoals u – als ingewijde terecht – verwacht… ‘Midden in de winternacht ging de hemel open’. De wereld stond op zijn kop, theologisch gezien (de lang verwachtte Messias is gekomen) maar heel concreet voor de ouders. Wat nu!? Gelukkig was Maria een wijze vrouw en dacht ze vooruit. Ze had de meest nodige dingen voor de baby bij zich. En Joseph keek met zijn ondernemersoog om zich heen en zag een voederbak. Met het naar het midden verschuiven zou hij er prima een wiegje van kunnen maken. Zo gezegd, zo gedaan. Maar het was te koud voor de baby. Joseph dacht er niet lang over na: twee levende verwarmingsradiatoren bracht hij zo snel mogelijk naar binnen – de os en de ezel. De ruimte was nu krap, maar het doel was bereikt.

Ze zouden nu heerlijk in slaap kunnen vallen als ze geen rumoer van buiten hoorden. ‘Wij zijn de herders’ – riepen de stemmen, wees niet bang.  ‘Wij hebben een bijzonder licht gezien aan de hemel en het gezang van de engelen gehoord over een bijzonder kind. Ook van iemand uit de stad hoorden we dat jullie hier wonen en het kind verwachten. Door even nadenken, kunnen we ons niet onttrekken aan de gedachte dat het over dit kind gaat. Wij hebben eten gebracht en schapenwol. Het is best koud in de nacht. Wij leggen alles hier buiten want in de coronatijd mogen wij niet naar binnen, wij hebben geen mondkapjes, die zijn voor ons te duur’. Ach, goede herders zei Maria, dank jullie wel, maar kom eens wat dichterbij. Als jullie achter elkaar bij de deur gaan staan, dan zien jullie allemaal het kindje. De kribbe staat dan precies op anderhalf meter van jullie af. Ze hielden afstand maar deden niet afstandelijk. Diep ontroerd waren ze het tafereel te zien, dat ook ons telkens ontroerd als we naar de kerststal kijken. Ook wij kunnen daar steeds weer de liefde en vrede zien.

Na de herders kwamen ook de drie koningen (Wijzen) op bezoek. Ze kwamen pas op zes januari aan (volgens de liturgische kalender). Voor ons zal deze datum meer vanzelfsprekend klinken dan voor de vorige generaties. De Wijzen uit het Oosten kwamen 10 dagen te laat, maar voor ons is dat gemakkelijk te verklaren: als buitenlanders moesten ze tien dagen in de quarantaine.

Voor Joseph en Maria had de coronaepidemie ook een positieve kanten. Ze waren weliswaar niet welkom in Egypte – zoals alle andere buitenlanders – maar ook in hun eigen land stond alles stil. Koning Herodes kon zich na zijn woedeaanval bij het bericht over de geboorte van de nieuwe koning toch enigszins beheersen: uit wijsheid of berekening (?). Hij besloot zijn soldaten tijdens het lockdown nergens naartoe te sturen: je kunt immers niet gemakkelijk vechten en tegelijk de voorgeschreven afstand van anderhalf meter houden. Het risico dat de soldaten het coronavirus naar zijn paleis zouden brengen wilde hij niet nemen.

Wij kennen een soortgelijk dilemma in onze maatschappij. Ook bij het kerkbezoek op anderhalve meter. Ofschoon de kerkbezoekers niet met elkaar vechten en de mondkapjes dragen, is er wel worsteling m.b.t. sluiting van de kerk of juist het openhouden. Vele van mijn lieve parochianen staan hierin lijnrecht tegenover elkaar. Wat de ene wijs vindt, vindt de andere buitengewoon dom en precies ook andersom. Van de heilige familie heb ik ondertussen geleerd in de moeilijke omstandigheden niet te zeuren, maar: voor het huilende kind van alles wat enigszins bruikbaar is, een wieg te maken; voor de warmte zelfs os of ezel te gebruiken; de zorgzame herders toch te ontvangen, op de gepaste afstand De mensen uit het buitenland ook wel, ondanks dat ze soms te laat komen. Maar wat te doen met de kerken? Wat zou u doen – vooruitziende Maria en vindingrijke Joseph?

Leer je parochianen de ander niet dom te vinden of zichzelf wijs. Mogen zij de liefde voor elkaar bewaren, vooral in deze moeilijke omstandigheden. Want dit is de belangrijkste boodschap van onze Zoon, die vandaag als mens is geboren, maar tegelijk Emanuel is: God met ons. Als het Woord van God, leert Hij ons steeds opnieuw dat God ten diepste de Liefde is, in alle omstandigheden van ons leven.

Meer nieuws

16 apr

Voorbereiding Eerste H. Communie 2024-2025

De eerste heilige Communie is een groot feest. Jezus die […]

13 apr

Informatieavond Vormsel 15 mei De Sleutel

We zien er naar uit te beginnen met de voorbereiding […]

24 mrt

Boodschap Veertigdagentijd Kardinaal Eijk

Kardinaal Eijk heeft een boodschap gepubliceerd voor de Veertigdagentijd die […]

25 feb

KBO Soest-Soesterberg-Baarn zoekt penningmeester

De katholieke bond voor ouderen met onze parochie als werkgebied […]

25 feb

Per 1 maart verlaat pastoraal werker Wies Sarot-Erkens de Martha […]

16 feb

Uitnodiging en cadeau bij het afscheid van Wies Sarot-Erkens

Zalig de voeten van de vreugdebode (vrij naar Jesaja 52,7) […]

1 feb