De hoop is niet voor eeuwig verloren, zo citeert paus Franciscus in de titel van zijn boodschap uit Psalm 9. De psalmist beschrijft de toestand van de arme en de aanmatiging van wie hem onderdrukt. In zijn woorden keert een vraag terug die niets aan actualiteit heeft verloren: hoe kan God zo’n grote ongelijkheid toelaten? Waarom staat Hij toe dat onderdrukkers een gemakkelijk leven leiden, en anderen door hun gedrag tot bedelen veroordelen?
Situatie van armen is ergerlijk
Ook vandaag zijn er vormen van nieuwe slavernij waaraan miljoenen mensen onderworpen zijn, schetst paus Franciscus. Wij komen iedere dag gezinnen tegen die gedwongen worden hun land te verlaten om elders een bestaan te zoeken; wezen die hun ouders hebben verloren of op gewelddadige wijze van hen zijn gescheiden om bruut te worden uitgebuit, daklozen die door onze straten dolen.
Alsof dat niet genoeg is, ligt het oordeel altijd op de loer.
De psalmist beschrijft met wreed realisme de houding van de rijken die de armen plunderen: Hij aast op buit zoals een leeuw vanuit zijn hol, hij zoekt de weerloze te overvallen, hij jaagt de zwakken op en vangt ze in zijn net. Toen of nu, op de arme wordt als het ware een drijfjacht gehouden. Ze worden gevangen genomen en tot slaaf gemaakt. Ze zijn het onderwerp van loze woorden en worden met afkeer verdragen. Hun stem telt niet mee in de maatschappij.
Hopen op God en zijn mensen
Toch houdt in de psalm de arme de moed erin: God zal hem recht doen, daarvan is hij overtuigd. Dit vertrouwen op de Heer schenkt hoop. De beschrijving van Gods handelen ten gunste van de armen is een voortdurend refrein in de Heilige Schrift, schrijf de paus. Hij is degene die luistert, ingrijpt, beschermt, verdedigt, loskoopt, redt.
Paus Franciscus rechtvaardigt die hoop: De toestand van marginalisering, waarin miljoenen mensen worden gekweld, zal niet veel langer kunnen duren. Hun kreet wordt luider en omvat heel de aarde. En hij citeert:
De arme is een voortdurend protest tegen onze ongerechtigheid. Als je dat kruitvat aansteekt, ontploft de wereld. Primo Mazzolari
Het opnemen voor elke behoeftige, is een plicht voor de christelijke gemeenschap en authentieke evangelisatie. Sociaal engagement maakt het realisme van het christelijk geloof en de historische geldigheid ervan duidelijk.
Paus Franciscus stelt de onlangs overleden Jean Vanier, stichter van de Arkgemeenschap, als voorbeeld. Hij ontving van God de gave om heel zijn leven te wijden aan broeders en zusters met een zware handicap, die door de maatschappij vaak worden buitengesloten.
Hij was een ‘heilige van de deur naast ons’.
Oproep aan vrijwilligers: groei in liefdevolle aandacht
De inzet van de christenen bestaat niet alleen in het verlenen van de nodige bijstand. Langs die hulp gaat het er veeleer om aandacht. Paus Franciscus: Geliefde broeders en zusters, ik spoor u aan om bij iedere arme die u ontmoet, te zoeken waaraan hij werkelijk behoefte heeft. Om niet bij de eerste materiële nood te blijven stilstaan, maar een ware broederlijke dialoog te beginnen.
Laten wij over onze ideologische of politieke verschillen heen de blik richten op het wezenlijke. Armen hebben geen overvloed aan woorden nodig, maar een blik van liefde en een uitgestoken hand.
God bedient zich van zeer veel wegen en eindeloze instrumenten om het hart van mensen te bereiken, schrijft de paus. Zeker, de armen benaderen ons ook omdat wij voedsel onder hen verdelen, maar waaraan zij werkelijk behoefte hebben, gaat verder dan een bord warm eten of het broodje dat wij hun aanbieden.
De armen hebben behoefte aan onze handen om weer te worden opgericht, aan ons hart om genegenheid te voelen en de eenzaamheid te overwinnen.
Zij hebben eenvoudigweg behoefte aan liefde. Soms is weinig voldoende om weer hoop te geven: het is stil blijven staan, glimlachen, luisteren. Laten wij voor een dag de statistieken laten voor wat ze zijn. De armen zijn geen getallen, maar mensen. Het zijn jongeren en ouderen die alleen zijn en thuis uitgenodigd moeten worden om de maaltijd te delen. Het zijn mannen, vrouwen en kinderen die wachten op een vriendschappelijk woord.
De armen redden ons, omdat zij het ons mogelijk maken het gelaat van Jezus Christus te ontmoeten. Paus Franciscus
In de ogen van de wereld lijkt het onzinnig te denken dat armoede een reddende kracht kan hebben, schrijft de paus. 'Wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen' (1 Kor. 1, 26-29). In het hart van het Volk-van-God-op-weg klopt deze heilzame kracht die bekeert tot eerbied en liefde voor de armen.
De voorwaarde die aan Jezus’ leerlingen wordt gesteld om consequente verkondigers van het evangelie te zijn, is tastbare tekenen van hoop te zaaien. Paus Franciscus
De paus roept tot slot al wie de armen hoop en troost wil bieden, op om zich extra in te zetten, zodat niemand zich verstoken voelt van nabijheid en solidariteit. Hij besluit met de woorden van de profeet: Voor u die mijn naam vreest, gaat dan de zon van de gerechtigheid op.
foto: unsplash