Gerard de Wit 2

Als je geroepen wordt moet je gaan, pastor Gerard de Wit overleden.

Pastor Gerard de Wit is op maandag 15 mei overleden. Hij is lange tijd zeer betrokken geweest bij onze Sint Maartenskerk in Maartensdijk. Wij herdenken hem in dankbaarheid en laten wij allen voor hem bidden.

Het parochiebestuur

Leo Fijen schrijft over pastor Gerard:

ONZE PASTOR GERARD
Als je geroepen wordt, moet je gaan. Afgelopen vrijdag ontving ik een mailtje van onze pastor Gerard de Wit. Ooit priester in Nes aan de Amstel, IJmuiden, Alkmaar, De Kwakel en Wijk aan Zee, daarna Bisschoppelijk Gedelegeerde voor het Katholiek Onderwijs in het bisdom Haarlem-Amsterdam, vervolgens Hoofdaalmoezenier van Justitie, tenslotte tijdens zijn emeritaat pastor van de Sint Maartenskerk in Maartensdijk. Daar kwam hij thuis als priester en als mens. Daar vond hij een geloofsgemeenschap die hij tot bloei bracht. Daar beleefde hij de mooiste jaren van zijn priesterschap en was hij de motor achter een opmerkelijk verhaal. In een tijd van krimp en achteruitgang voor kerken wist hij deze geloofsgemeenschap een nieuw zelfbewustzijn te geven. Met een kerk die zichtbaar is in dorp en gemeente, die samenwerkt met andere denominaties en die vrouwen en mannen taken geeft naar hun talenten. Op een kleine 400 leden zaten er gemiddeld op zondag zo’n 100 mensen in de kerk. En die hebben van deze Gerard de Wit geleerd dat ze zelf verder kunnen bouwen aan deze kerk van Sint Maarten. Ook na zijn vertrek in 2014 ging het verhaal daarom door. Met 330 leden en nog steeds, ook na corona, zo’n 80 tot 100 mensen op zondag in de kerk en een sterke zichtbaarheid in het dorp. Gerard de Wit heeft de laatste jaren van zijn leven doorgebracht in het Fraterhuis Sint-Jozef, op de grens van Zeist en De Bilt. Soms was hij even terug in zijn geliefde Maartenskerk, bijvoorbeeld rond het feest voor onze muzikale duizendpoot Gijsbert van der Linden, nog maar drie maanden geleden. Hij gaf ons toen voor de laatste keer de zegen, zoals alleen hij kon. Afgelopen vrijdag vroeg hij of ik langs wilde komen. Zaterdagmiddag belde ik aan. Ik hoorde zijn stem, hij kon zijn kamerdeur niet meer zelf openen. Daar had hij de kracht niet meer voor. Een hartkwaal ontnam hem alle adem. Zelfs praten ging moeilijk. Hij hoopte dat een nieuw onderzoek in het ziekenhuis hem meer lucht zou geven. Daar is het niet meer van gekomen. Bij het weggaan hebben we samen gebeden. Daarna vroeg onze pastor die altijd zelf de zegen gaf of ik hem wilde zegenen. Nog geen dag later vroeg hij zelf om de ziekenzalving, hem toegediend door Jozef Wissink. Ik mocht daarbij zijn, samen met Johan van Stralen die met zijn vrouw Joke zoveel voor hem heeft gedaan. En in aanwezigheid van frater Wilfried en tafelgenote Carla. Pastor Gerard hoopte nog steeds op te knappen en met Pinksteren zelf voor te gaan. Maar diep in zijn hart wist hij beter en was hij vrij om naar God te gaan. Twaalf uur later blies hij zijn laatste adem uit. Als je geroepen wordt moet je gaan. Onze pastor riep me, ik ging. Beiden wisten we niet dat de dood zo nabij was. En door die laatste ontmoeting was er die laatste zegen. En ook de troost van dat laatste gebed samen. Dat heet genade die ons voor altijd verbindt, door de dood heen. Die genade zal me dragen in de uitvaart komende zaterdag om 10.30 uur in zijn geliefde Maartenskerk. En met grote dankbaarheid bidden we dan pastor Gerard naar God toe. Als hij daar al niet is, voor altijd thuis.

Leo Fijen

IMG_0392

Geeft u ook voor OekraÏne?

De Nederlandse bisdommen vroegen de parochies om zondag 6 maart te collecteren voor hulp aan Oekraïne. De bisschoppen brachten hiervoor in deze Vastentijd allereerst de Bisschoppelijke Vastenactie onder de aandacht. U kunt zich hierbij nog aansluiten door een gift over te maken aan de Vastenactie of aan Stichting Kerk in Nood. Hieronder vind u de oproep van de bisschoppen en de gegevens.

Mgr. Van den Hout, bisschop-referent voor missie en ontwikkelingssamenwerking: “Laten we ons gebed voor Oekraïne aanvullen met een gift.” Via het Europese katholieke caritasnetwerk helpt de Bisschoppelijke Vastenactie met de opvang van de enorme stroom vluchtelingen. In Oekraïne én in de landen eromheen. Er is op diverse plaatsen opvang ingericht waar de vluchtelingen terecht kunnen. De caritasorganisaties zorgen voor basisvoorzieningen als schoon water, voedsel, kleding en onderdak. Bijdragen kunnen worden overgemaakt via de website van de Vastenactie: www.vastenactie.nl of op bankrekeningnummer NL21 INGB 000 000 58 50 t.n.v. Vastenactie, Den Haag, o.v.v. collecte Oekraïne. Ook Stichting Kerk in Nood is in Oekraïne actief: https://steun.kerkinnood.nl/help-slachtoffers-oorlog-oekraine. De priesters en religieuzen daar, vaak al jarenlang projectpartners van Kerk in Nood, staan de mensen in het land in hun grote nood bij, maar kunnen dat alleen met financiële hulp.

paus Franciscus

Nederlandse bisschoppen sluiten zich aan bij de oproep van paus Franciscus

Nederlandse bisschoppen reageren geschokt op de oorlog in Oekraïne

De Nederlandse bisschoppen sluiten zich aan bij de oproep van paus Franciscus om een dag te vasten en bidden voor vrede in Oekraïne. Op woensdag 23 februari deed de paus een indringende oproep om geweld te bestrijden met de “wapens” van God: gebed en vasten. De paus noemde geweld van een “duivelse zinloosheid” en riep alle gelovigen op om zich toe te leggen op gebed en vasten op Aswoensdag 2 maart. “God is een God van vrede en niet van oorlog,” aldus de paus en hij noemde oorlog “dwaasheid”.

 

Nog geen 24 uur later vielen troepen van de Russische Federatie Oekraïne binnen. Wereldwijd leidde dit tot reacties. Ook van de bisschoppen van de Europese Unie (COMECE). De Europese bisschoppen delen de gevoelens van angst en bezorgdheid van paus Franciscus: “Wij doen een beroep op de Russische autoriteiten om zich te onthouden van verdere vijandige acties die nog meer lijden zouden veroorzaken en de principes van het internationaal recht negeren. Oorlog is een ernstige belediging van de menselijke waardigheid en hoort niet thuis op ons continent.”

De bisschoppen drukken hun verbondenheid en solidariteit uit met Oekraïne en vragen de internationale gemeenschap, inclusief de Europese Unie, dringend “om niet te stoppen met het zoeken naar een vreedzame oplossing voor deze crisis door middel van diplomatieke dialoog.” Vluchtelingen uit Oekraïne die internationale bescherming zoeken, moeten worden verwelkomd. “Het is onze roeping, onze verantwoordelijkheid en onze plicht om hen als broeders en zusters te verwelkomen en te beschermen,” aldus de Europese bisschoppen.

De bisschoppen onderstrepen de oproep tot gebed van de paus: “Samen met paus Franciscus bidden we tot Onze Lieve Vrouw, de Koningin van de Vrede, dat de Heer degenen die politieke verantwoordelijkheid dragen moge verlichten om hun geweten serieus te onderzoeken voor God, die de God is van vrede en niet van oorlog; die de Vader is van allen, niet slechts van sommigen, die wil dat wij broeders zijn en geen vijanden.”

De Nederlandse bisschoppen reageren geschokt op de gebeurtenissen in Oekraïne. Zij hopen dat vele gelovigen wereldwijd zich aansluiten bij het gebed van paus Franciscus en het vasten op Aswoensdag. Het is belangrijk om te blijven bidden opdat deze bedreiging eensgezind tegemoet getreden kan worden om tot vrede te komen.
Voor de vieringen in het komende weekend en zo lang als nodig, reiken de bisschoppen onderstaande voorbede aan.

Voorbede

Voor vrede en gerechtigheid in de Oekraïne:
dat partijen de weg van dialoog en onderhandelingen kiezen in plaats van oorlog en geweld,
dat mensenrechten steeds gerespecteerd worden, burgers beschermd worden en slachtoffers worden opgevangen,
dat met de stuwkracht van de Heilige Geest onvermoeibaar gewerkt wordt aan verzoening en samenwerking in Europa.

LogoKardinaal

Brief voor de veertigdagentijd 2022 van kardinaal Eijk, 'De weg van Christus gaan'

                         ‘De weg van Christus gaan’

 

                                    Brief voor de Veertigdagentijd 2022

                                            Willem Jacobus kardinaal Eijk, aartsbisschop van Utrecht

 

 

 

Broeders en zusters in Christus Jezus onze Heer,

 

We leven in een samenleving die voor een deel als de dood is om over de dood te praten. Die indruk wekt althans de grote publiekscampagne die SIRE in februari startte, bedoeld om de dood meer bespreekbaar te maken. Ruim 1 op de 3 mensen praat namelijk nooit over de dood, terwijl het volgens SIRE juist waardevol is om samen bij de dood stil te staan, erover te praten en elkaar te steunen.

Het is opmerkelijk hoe moeilijk het voor veel mensen blijkbaar is om over de dood te spreken. Te meer omdat vorig jaar uit onderzoek bleek dat 30 procent van de Nederlanders zich, door de coronaviruspandemie, juist bewuster is geworden van de eigen sterfelijkheid. En 24 procent van de Nederlanders denkt door corona vaker na over zijn eigen sterven. Aan de andere kant neemt het práten over de (eigen) dood juist af, bleek uit datzelfde onderzoek. De dood: je denkt eraan, maar spreekt er blijkbaar niet over. De dood wordt buiten het leven geplaatst.

 

Ook wij katholieken hebben ons tot de dood te verhouden. We weten dat deze het gevolg is van de zondeval, maar we weten ook dat Christus door Zijn kruisdood en verrijzenis ons heeft verlost van de zonde. Daarmee is een nieuw en eeuwig leven voor ons toegankelijk geworden, de dood heeft niet langer het laatste woord. Christus’ verrijzenis uit de dood vieren we met Pasen, daarheen gaan we tijdens de Veertigdagentijd op weg. En in dat troostrijke geloof en met die hoop op het Eeuwig Leven leiden we heel ons bestaan. We gedenken daarbij onze doden: tijdens elke Eucharistieviering, speciaal bij een uitvaartviering en met Allerzielen. Maar ook als we voor een dierbare overledene een kaarsje opsteken, thuis bij een foto van hem of haar, in een kapel of kerk, veelal bij Maria. Wie zijn of haar levenseinde voelt naderen, kan zich bovendien laten sterken door het sacrament van de zieken. Zo geven we op verschillende manieren het lijden en de dood een plek in ons geloofsleven, al maken die het verdriet en gemis bij een overlijden natuurlijk niet ongedaan. Niet voor niets is ‘de bedroefden troosten’ één van de werken van barmhartigheid. Ook voor onze naaste die iemand is verloren, moeten we aandacht hebben.

 

Als katholieken staan we ten minste één keer per jaar ook stil bij onze eigen vergankelijkheid. Dat is op Aswoensdag, als we het askruisje ontvangen en de priester zegt: “Bedenk wel: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” (vgl. Gen. 3,19). Paus Franciscus vatte de betekenis van dit ritueel treffend samen in zijn homilie op Aswoensdag 26 februari 2020: “Het stof op onze hoofden brengt ons terug naar de aarde en herinnert ons eraan dat we van de aarde komen en naar de aarde zullen terugkeren. We zijn dus zwak, broos, sterfelijk. In de loop van de eeuwen en decennia geven we een kort gastoptreden, tegenover de onmetelijkheid van de melkwegstelsels en het heelal zijn we onbeduidend klein. We zijn als stof in het universum. Maar we zijn het door God beminde stof. Liefdevol nam de Heer ons stof in Zijn handen en blies het Zijn levensadem in” (vertaling: rkdocumenten.nl).

Onze sterfelijkheid vormt voor onszelf ook stof tot nadenken. Welke weg moeten we gaan tijdens ons “korte gastoptreden” in ons aardse leven? Het antwoord heeft Christus Zelf gegeven: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” (Joh. 14,6). Christus is dus de weg die wij moeten volgen, het Evangelie is daarbij onze routekaart. De Veertigdagentijd die nu voor ons ligt, biedt ons bij uitstek gelegenheid om ons daarop te bezinnen. Want de weg van Christus volgen, Zijn leerling zijn, leven volgens het Evangelie, vraagt onze inzet. Zo lezen we op de eerste zondag van de komende Veertigdagentijd in de Brief aan de Romeinen onder meer: “Want als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is, en uw hart gelooft dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden. Het geloof van uw hart brengt de gerechtigheid en de belijdenis van uw mond het heil. Zo zegt het de Schrift: ‘Niemand die in Hem gelooft zal worden teleurgesteld’” (Rom. 10, 8-13).

 

Wij zijn dus bestemd voor het Eeuwig Leven, maar de weg daarheen is vol hindernissen. De weg van Christus gaan, is dan ook een tocht van vallen en opstaan. Naast het goede dat we doen, maken we ook verkeerde keuzes, bezwijken we voor verleidingen en schieten we geregeld tekort in liefde tegenover God en de medemens. Maar we laten ons daardoor niet ontmoedigen, “want al valt de rechtvaardige zevenmaal, hij staat weer op” (Spr. 24,16). Altijd is er de uitgestoken hand van de Heer, die ons overeind wil helpen en ons nieuw leven geeft. Christus is steeds bereid ons menselijk tekort aan te vullen, zoals diverse Evangelielezingen tijdens de komende Veertigdagentijd laten zien. Bijvoorbeeld op de derde zondag van de Veertigdagentijd in de gelijkenis van de vijgenboom (Lc. 13,1-9): “... Toen zei hij tot de wijngaardenier: ‘Al sinds drie jaar kom ik aan deze vijgenboom vruchten zoeken maar ik vind er geen. Hak hem om! Waartoe put hij nog de grond uit?’ Maar de man gaf hem ten antwoord: ‘Heer, laat hem dit jaar nog staan; laat mij eerst de grond er omheen omspitten en er mest op brengen. Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht; zo niet, dan kunt ge hem omhakken’.”

Een vijgenboom in goeden doen geeft soms wel twee keer per jaar vruchten, dus drie jaar vruchteloos is niet best. Daar zal elke tuinder het mee eens zijn. Toch krijgt deze boom de kans alsnog vrucht te dragen; het is een teken van het grenzeloze geduld dat Jezus met ons heeft. Van ons vraagt het dat we bereid zijn om onze grond te laten omspitten en te laten bemesten. Bedoeld is dat we onszelf en ons leven door Gods Geest laten doordringen en voeden. Daarvoor biedt de Veertigdagentijd een uitgelezen kans, als tijd van bezinning en gebed. Door met Gods hulp slechte gewoontes en denkpatronen los te laten, wordt onze innerlijke grond omgespit. We krijgen noodzakelijk geestelijk voedsel binnen door de Bijbel te lezen, te bidden, de Eucharistie te vieren en de communie en de andere sacramenten, zoals het sacrament van boete en verzoening, te ontvangen.

 

Op de vierde zondag van de Veertigdagentijd lezen we de gelijkenis van de verloren zoon (Luc. 15,1-3.11-32). Hij heeft zijn vader in de steek gelaten, zijn erfdeel, dat hij had opgeëist, in een losbandig leven verbrast en is zo aan lager wal geraakt. Met een – zij het onvolkomen – berouw keert hij terug naar zijn vader, hopend dat die hem in ieder geval nog als dagloner in dienst wil nemen. Zijn vader is echter niet boos, maar verheugd en staat hem al op te wachten, met het innige verlangen dat zijn zoon terugkeert. Hij laat een feestmaal bereiden – tot ongenoegen van zijn andere zoon die hem uiterlijk altijd trouw heeft gediend. Die verwijt zijn vader dat deze voor zijn falende broer bij diens terugkeer een feestmaal aanbiedt, terwijl hij hem nooit eens een bokje heeft gegeven om met zijn vrienden feest te vieren. Met andere woorden: evenals zijn jongere broer toen hij wegging, houdt hij alleen van zijn vader om wat hij hem geeft, maar niet om hemzelf. Het antwoord van de vader aan hem is veelzeggend: “Er moet feest en vrolijkheid zijn, omdat die broer van je dood was en levend is geworden, verloren was en is teruggevonden.”

‘Hij was dood en is levend geworden’ – je zou kunnen zeggen dat wie de weg van Christus niet langer volgt, zich op een dood spoor bevindt. Maar we weten ook dat we keer op keer de kans krijgen op onze schreden terug te keren. En als we vallen, maar berouw hebben, is er Zijn uitgestoken hand om ons overeind te helpen. Elke valpartij is een kans om opnieuw te beginnen.

Dat is het tegenovergestelde van de afrekencultuur die tegenwoordig op veel plaatsen in de samenleving (waaronder de politiek) de boventoon voert. Natuurlijk: misstanden moeten benoemd én verholpen worden en misdaden bestraft. Laat daarover geen misverstand bestaan. Barmhartigheid en rechtvaardigheid kunnen we niet los van elkaar zien. Hier gaat het echter om iets anders: de ruimte om te falen, lijkt in de huidige samenleving kleiner geworden. Bij een afrekencultuur denken we aan de oudste broer, die boos wordt op zijn vader omdat hij zijn verloren zoon met een feest onthaalt. De oudste broer wil zijn jongste broer niet vergeven. Daar tegenover staat de barmhartigheid van de vader, die blij is dat zijn zoon berouwvol op zijn schreden terugkeert.

Vragen om een nieuwe kans bij de Vader is de kern van het sacrament van boete en verzoening. Je ziet onder ogen waar je tekort bent geschoten en spreekt de bereidheid uit je leven te beteren. Dan ontstaat er in jezelf ruimte, die de Heer met Zijn barmhartigheid opvult waardoor je deel krijgt aan de vrucht van Zijn kruisoffer en verder kunt in Zijn voetspoor.

 

Gewetensvol en eerlijk zelfonderzoek – waartoe we in deze Veertigdagentijd worden opgeroepen – is niet makkelijk. De mens mag zichzelf graag vergelijken met een ander en dan concluderen dat hij het zo slecht nog niet doet. Maar zonder zonden is niemand, zo blijkt duidelijk uit de Evangelielezing op de vijfde zondag van de Veertigdagentijd. Dan lezen we (Joh. 8,1-11) over de vrouw die op overspel wordt betrapt. Ze wordt voor Jezus gebracht, die tegen de aanwezigen zegt: “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Uiteindelijk druipen ze allemaal af, waarna Jezus alleen met de vrouw achterblijft. Hij “sprak tot haar: ‘Vrouw, waar zijn ze gebleven? Heeft niemand u veroordeeld?’ Zij antwoordde: ‘Niemand, Heer.’ Toen zei Jezus tot haar: ‘Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer’.”

Een tweede, twintigste of tweehonderdste kans. Dat is wat Jezus ons biedt op onze levensweg. Hetzelfde verlangt hij overigens van ons, als Hij ons oproept om de ander zeven maal zeventig keer te vergeven (vgl. Mt. 18,21-25).

 

Het was de coronaviruspandemie die Nederlanders de afgelopen periode aan het denken zette over de eigen sterfelijkheid. Nederland heeft nu ruim twee jaar moeten leven met deze pandemie. Op 27 februari 2020 werd de eerste Nederlandse coronapatiënt opgenomen in het ziekenhuis en inmiddels kennen we allemaal wel iemand die is overleden aan het virus. Het waren twee jaren van maatregelen, lockdowns en afstand houden. Ook de kerken moesten steeds inspelen op de nieuwe coronasituatie. Dat heeft van iedereen veel gevraagd. Ik voel grote dankbaarheid als ik denk aan alle mensen die zich in de parochies hebben ingespannen om vieringen (digitaal) doorgang te laten vinden en die zich hebben ingezet voor mensen die door de coronamaatregelen in een isolement raakten.

Op dit moment zijn de meeste maatregelen in Nederland opgeheven. Maar we weten uiteraard niet wat de toekomst brengt. Komt er in het najaar een nieuwe golf? Ontstaat er een nieuwe variant van het coronavirus, waardoor maatregelen weer nodig zijn? We moeten het afwachten, maar kunnen dat doen in gebed – gebed om het eind van deze wereldwijde pandemie.

En terwijl de zorgen om corona even naar de achtergrond verdwijnen, is de situatie in Oekraïne in de afgelopen weken geëscaleerd. Paus Franciscus heeft opgeroepen om speciaal op Aswoensdag te vasten en te bidden voor de wereldvrede. Bij die oproep sluiten de Nederlandse bisschoppen zich aan. Christus is de Vredevorst, laten wij Hem de komende Veertigdagentijd én daarna vragen om vrede, op voorspraak van Maria, Koningin van de vrede, bijvoorbeeld door het rozenkransgebed. Laten we bidden voor een ‘nieuw normaal’, waarin barrières verdwijnen die tussen mensen staan, in Nederland en wereldwijd. Laten we eveneens bidden dat het verdwijnen van de 1,5 meter afstand maatregel leidt tot open ontmoetingen, ja, ‘geestelijke versoepelingen’ in onze relatie met God en elkaar, waarin het eigenbelang ondergeschikt is aan het algemeen belang. Zodat we als kinderen van God in het voetspoor van Christus Zijn weg kunnen volgen.

 

Ik wens u van harte een gezegende Veertigdagentijd toe, onze voorbereiding op het hoogfeest van Pasen, de verrijzenis van onze Heer.

 

 

 

 

 

 

+ Willem Jacobus kardinaal Eijk,

Aartsbisschop van Utrecht

 

Utrecht, Aswoensdag 2 maart 2022

 

IMG_9104_1 presentatie Gé Nijland

Presentatie pastor Gé Nijland

In een plechtige versperviering is vrijdagmiddag 28 januari de benoeming van pastor Gé Nijland als parochievicaris bevestigd.

Met de hand op het evangelieboek beloofde hij zijn taken zo goed mogelijk te vervullen. Dat deed pastor Nijland in de H. Nicolaaskerk in Baarn, ten overstaan van hulpbisschop Woorts, het pastoraal team en vertegenwoordigers uit beide parochies.

Aan het einde van de viering werd hij welkom geheten door de vicevoorzitters van beide parochies.

Helaas was het vanwege de coronaregels niet mogelijk om pastor Nijland na de viering persoonlijk te ontmoeten. Hij zal graag met iedereen kennis maken in de locaties.

foto

BEKENDMAKING DECREET

De aartsbisschop heeft op 4 januari 2022 het decreet betekend waarmee de H. Familiekerk in Soest aan de goddelijke eredienst onttrokken wordt. Binnen 10 werkdagen hierna kan aan de aartsbisschop schriftelijk een verzoek om herroeping of verbetering van het decreet gedaan worden.

Met ingang van 28 januari 2022 gaat het besluit in en per dezelfde datum zullen kerk en pastorie aan de koper overgedragen worden. Het volledige decreet vindt u hier.

RKK_vier-kerstmis

Verdere aanscherping coronamaatregelen R.-K. Kerk

Naast de eerder afgekondigde maatregelen voor de Rooms-Katholieke Kerk, hebben de bisschoppen besloten tot nog verdere aanscherping in verband met de afgekondigde lockdown per 19 december. Begin december werden al de publieke vieringen na 17.00 uur geschrapt en daarmee ook alle publieke kerstnachtvieringen om zo op kerstavond een massale beweging van kerkgangers te voorkomen. Nu kondigen de bisschoppen aan dat bij de publieke vieringen voor 17.00 uur nog slechts vijftig aanwezigen mogen zijn.

Parochies wordt verzocht weer te werken met een reserveringssysteem en alle bestaande maatregelen blijven van kracht. Dat geldt voor de anderhalve meterregel, de verplichting tot het dragen van een mondkapje bij verplaatsingen en de basisregels op het gebied van hygiëne, ventilatie en thuisblijven bij klachten.

Het hele bericht vind u hier.


Zoals bekend mogen er geen live-vieringen zijn op kerstavond. Het pastoraal team verzorgt op kerstavond twee livestreamvieringen:
21.00u vanuit de St. Martinuskerk in Hoogland,
22.30u vanuit de H. Nicolaaskerk in Baarn.
Beide vieringen zijn voor beide parochies. De links van deze livestreams zullen gedeeld worden via de websites.

Vanuit verschillende locaties van onze parochie zullen er op kerstavond tevens livestream vieringen zijn. Deze kunt u vinden in het vieringenrooster.

Op eerste en tweede kerstdag gaan de vieringen wel door, daarvoor moeten u zich voor al onze kerken inschrijven. De anderhalvemetercapaciteit is hier leidend. Uiteraard kan hiervoor het reserveringssysteem via de website gebruikt worden. Vanwege de andere situatie dan in het voorjaar moet er ook voor kinderen gereserveerd worden, dit is ook gewijzigd op de website.

2020-05-25-anderhalvemeterkerk_kathedraalRotterdam-2-465x300

Geen vieringen na 17 uur, ook niet met Kerstmis.

De Nederlandse bisschoppen hebben besloten de coronamaatregelen voor de Rooms-Katholieke Kerk uit te breiden. Dit in verband met de huidige ontwikkelingen op het gebied van de coronaviruspandemie. In de R.-K. Kerk worden voorlopig na 17.00 uur geen vieringen gehouden en dit geldt ook voor Kerstmis. Dit besluit gaat per direct in en betreft zowel vieringen als andere kerkelijke bijeenkomsten tussen 17.00 en 05.00 uur.

Voor onze parochie betekent dit dat de avondmissen waar mogelijk verplaatst worden naar 16.00u, let u vooral op het vieringenrooster.

Dit besluit geldt ook voor Kerstavond, er zijn dan geen vieringen in onze kerken. Wellicht zijn er wel online vieringen. Houdt u hiervoor ook de website in de gate.

Daarnaast zal het in diverse kerken weer nodig zijn om te reserveren vanwege de regel om1,5m afstand te houden. Dit staat dan vermeld bij de viering.

ZaligeZalmKleurplaat bewerkt

Kerstboodschap pastoor Skiba in 2020

Dit jaar gaan Maria en Joseph met hun kind niet naar Egypte.

Beste parochianen, stel je voor dat de volheid der tijden zoals de Bijbel het aanduidt, niet zo’n 2000 jaar geleden plaats had gevonden, maar in onze tijd. Dan zou de heilige familie, net als wij allen, deze merkwaardige coronatijd moeten meemaken. Ik probeer even stil te staan bij allerlei mogelijke consequenties die Joseph en Maria in onze tijd mee zouden moeten maken op hun reis. Mogelijk zouden de gevolgen van allerlei coronamaatregen voor hen nog zwaarder zijn dan voor de meesten van ons vanwege een vreemd stadje waar ze terechtkomen en vooral de zwangerschap van Maria, vervolgens een plotselinge, ofschoon niet onverwachte, geboorte van het kind.

Toen ik enkele dagen geleden de grenzen van Engeland naar Europa dicht zag gaan, vanwege een nieuwe variant van het coronavirus, met 50-kilometer lange files als gevolg, realiseerde ik mij dat het tijdstip voor het begin van mijn overpeinzing over de heilige familie niet zomaar te prikken is. Voor het gemak zal ik daarom Joseph en Maria pas na hun vertrek uit Nazareth, in mijn overpeinzing, vergezellen. Als ik al met Nazareth zou beginnen, dan zou ik geen gebruik kunnen maken van de, voor ons allen, bekende Bijbelse beschrijving van de geboorte van Jezus en ook niet van onze (volks)traditie. Zou de lockdown voor het vertrek uit Nazareth afgekondigd worden dan lazen we in de Bijbel niet dat Jezus in een armoedige stal werd geboren. Ook het mooie lied ‘Maria die zoude naar Bethlehem gaan’ zou nooit kunnen ontstaan. Immers, hoezo naar Bethlehem gaan? Thuisblijven! Dit zou toch het dringende advies zijn.

Door de geboorte van de Verlosser in Nazareth zou de Bijbelse theoloog in grote (theologische) problemen komen, vanwege de profetieën over Bethlehem als de plek. Daarom lijkt het me veel verstandiger om de raakvlakken van de coronapandemie met de heilige familie pas in Bethlehem op te voeren. Daar komen dus Maria en Joseph aan en ze zoeken een hotel, maar alles zit potdicht. Geen enkele hoteleigenaar wil hen ontvangen. Ze beloven zich muisstil te zullen houden en Joseph wil extra betalen: als timmerman was hij niet de armste en hij wou het zijn hoogzwangere vrouw, na een zware reis, wat aangenamer maken.  Maar de herbergiers zagen ook wel dat er binnenkort een kind op komst was en daarom stuurden ze de toekomstige ouders zo snel mogelijk weg. In hun verbeelding hoorden ze al het huilende kind, dat de plek ging verraden. Een exorbitante boete van een overheidsdienaar was dan onontkoombaar. Dat wilden ze niet riskeren, dus wegwezen!

Maar onder de hoteleigenaars was er één die het niet kon verkroppen. Hoe kun je die hoogzwangere vrouw nou wegsturen. En hij begon aan een oplossing te denken. Hij bedacht wel wat. Maria en Joseph zag hij nog steeds van her naar der lopen, voor een onderdak, maar ze leken kansloos. Hij kwam bij hen en bood hen zijn stal aan, buiten de stad. Zou het kind toch spoedig geboren worden en gaan krijsen, zal het niemand horen. Niemand krijgt problemen.

Os en ezel maakten een plaats voor de nieuwe – tijdelijke – bewoners. De stal was niet meer dan een beschutting tegen de wind, maar toch ging het zwangere echtpaar met een dankbaar hart slapen. Ze sliepen heerlijk tot in de middernacht, want zoals u – als ingewijde terecht – verwacht… ‘Midden in de winternacht ging de hemel open’. De wereld stond op zijn kop, theologisch gezien (de lang verwachtte Messias is gekomen) maar heel concreet voor de ouders. Wat nu!? Gelukkig was Maria een wijze vrouw en dacht ze vooruit. Ze had de meest nodige dingen voor de baby bij zich. En Joseph keek met zijn ondernemersoog om zich heen en zag een voederbak. Met het naar het midden verschuiven zou hij er prima een wiegje van kunnen maken. Zo gezegd, zo gedaan. Maar het was te koud voor de baby. Joseph dacht er niet lang over na: twee levende verwarmingsradiatoren bracht hij zo snel mogelijk naar binnen – de os en de ezel. De ruimte was nu krap, maar het doel was bereikt.

Ze zouden nu heerlijk in slaap kunnen vallen als ze geen rumoer van buiten hoorden. ‘Wij zijn de herders’ – riepen de stemmen, wees niet bang.  ‘Wij hebben een bijzonder licht gezien aan de hemel en het gezang van de engelen gehoord over een bijzonder kind. Ook van iemand uit de stad hoorden we dat jullie hier wonen en het kind verwachten. Door even nadenken, kunnen we ons niet onttrekken aan de gedachte dat het over dit kind gaat. Wij hebben eten gebracht en schapenwol. Het is best koud in de nacht. Wij leggen alles hier buiten want in de coronatijd mogen wij niet naar binnen, wij hebben geen mondkapjes, die zijn voor ons te duur’. Ach, goede herders zei Maria, dank jullie wel, maar kom eens wat dichterbij. Als jullie achter elkaar bij de deur gaan staan, dan zien jullie allemaal het kindje. De kribbe staat dan precies op anderhalf meter van jullie af. Ze hielden afstand maar deden niet afstandelijk. Diep ontroerd waren ze het tafereel te zien, dat ook ons telkens ontroerd als we naar de kerststal kijken. Ook wij kunnen daar steeds weer de liefde en vrede zien.

Na de herders kwamen ook de drie koningen (Wijzen) op bezoek. Ze kwamen pas op zes januari aan (volgens de liturgische kalender). Voor ons zal deze datum meer vanzelfsprekend klinken dan voor de vorige generaties. De Wijzen uit het Oosten kwamen 10 dagen te laat, maar voor ons is dat gemakkelijk te verklaren: als buitenlanders moesten ze tien dagen in de quarantaine.

Voor Joseph en Maria had de coronaepidemie ook een positieve kanten. Ze waren weliswaar niet welkom in Egypte – zoals alle andere buitenlanders – maar ook in hun eigen land stond alles stil. Koning Herodes kon zich na zijn woedeaanval bij het bericht over de geboorte van de nieuwe koning toch enigszins beheersen: uit wijsheid of berekening (?). Hij besloot zijn soldaten tijdens het lockdown nergens naartoe te sturen: je kunt immers niet gemakkelijk vechten en tegelijk de voorgeschreven afstand van anderhalf meter houden. Het risico dat de soldaten het coronavirus naar zijn paleis zouden brengen wilde hij niet nemen.

Wij kennen een soortgelijk dilemma in onze maatschappij. Ook bij het kerkbezoek op anderhalve meter. Ofschoon de kerkbezoekers niet met elkaar vechten en de mondkapjes dragen, is er wel worsteling m.b.t. sluiting van de kerk of juist het openhouden. Vele van mijn lieve parochianen staan hierin lijnrecht tegenover elkaar. Wat de ene wijs vindt, vindt de andere buitengewoon dom en precies ook andersom. Van de heilige familie heb ik ondertussen geleerd in de moeilijke omstandigheden niet te zeuren, maar: voor het huilende kind van alles wat enigszins bruikbaar is, een wieg te maken; voor de warmte zelfs os of ezel te gebruiken; de zorgzame herders toch te ontvangen, op de gepaste afstand De mensen uit het buitenland ook wel, ondanks dat ze soms te laat komen. Maar wat te doen met de kerken? Wat zou u doen – vooruitziende Maria en vindingrijke Joseph?

Leer je parochianen de ander niet dom te vinden of zichzelf wijs. Mogen zij de liefde voor elkaar bewaren, vooral in deze moeilijke omstandigheden. Want dit is de belangrijkste boodschap van onze Zoon, die vandaag als mens is geboren, maar tegelijk Emanuel is: God met ons. Als het Woord van God, leert Hij ons steeds opnieuw dat God ten diepste de Liefde is, in alle omstandigheden van ons leven.

Vieringen door de week

H. Nicolaas Baarn 

Lauden: iedere werkdag 8.15 - 8.30 uur

Eucharistie: dinsdag 19.00 - 19.45 uur

woensdag/donderdag: 8.45 - 9.30 uur

vrijdag: 19.00 - 20.00 uur

HH. Michael en Laurens de Bilt

Dinsdag 10:00 uur, Gebedsviering

H. Nicolaas Eemnes

Donderdag 10.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Petrus en Pauluskerk Soest

Woensdag 9.00 uur, Gebedsviering

Vrijdag 9.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Contact

Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320

U kunt ook het contactformulier gebruiken.