Het kader van de viering van Witte donderdag is Pasen. Voor de Joden is Pasen een feestviering waarin de liefde van God die zijn volk redt wordt herdacht en geactualiseerd.
Dit wordt gevierd in een familiekring waar ze de bevrijding van hun voorouders herdenken, hun voedsel delen en vooral God danken, Voor zijn liefde.
Dit is wat Jezus die nacht met zijn discipelen vierde en waaraan Hij door zijn gebaren en woorden een nieuwe betekenis geeft. De overgang van de slavernij naar de bevrijding van het volk Israël wordt de overgang van de dood naar het leven van Jezus. Dit is zijn Pasen, waarvan Hij ons deelgenoot maakt door onze doop.
Jezus, in een intieme kring, vat zijn leven en zijn leer samen, Hij laat hen zijn testament, het essentiële, na.
Rond de tafel wordt het nieuwe leven van Pasen geboren. De verhalen van de instelling van de eucharistie en de voetwassing zijn verschillend, maar ze hebben wel dezelfde kern: de overgave van Jezus.
Met hen vult Jezus de betekenis van de gebeurtenissen die zullen volgen. Het zijn niet de anderen die het leven van Jezus nemen, maar Hij geeft het zelf. We vieren niet de dood van Jezus, maar zijn zelfgave voor ons uit liefde.
Het evangelie vertelt hoe Jezus opstaat van tafel, zijn bovenkleding aflegt, een linnen doek neemt, zich daarmee omgordt en de voeten van zijn discipelen begint te wassen.
Hij, die de meester is, maakt zich los van alles en neemt een nederige houding van dienstbaarheid op zich als de manier om fraterniteit op te bouwen, om het Koninkrijk van God op te bouwen.
Dit is een gebaar dat hen verrast en dat Jezus zelf aan hen uitlegt: "Ik heb u een voorbeeld gegeven om ook te doen wat ik met u gedaan heb".
Deze woorden zijn ook tot ons gericht: Wat is de bovenkleding die we moeten afleggen? en de linnen doek die we moeten omgorden? Wat zijn de voeten die we moeten wassen? Hoe kunnen wij voor onze medemensen dienstbaar zijn?
Het is nodig om rondom ons heen te kijken. Er zijn veel mensen om hun voeten te wassen, hoe kunnen we dat doen? Het kan zijn door te luisteren, te begeleiden, te helpen, te verdedigen...
We willen wel af en toe dienstbaar zijn maar het is echter de bedoeling van Jezus dat het een permanente houding wordt, dat ons hele leven wordt gevormd door dienstbaarheid.
Dienstbaarheid is geen mandaat zonder meer, het is een manier om te blijven doen wat Jezus voor ons en voor iedereen heeft gedaan. Deze taak is aan ons allen, als gemeenschap, toevertrouwd.
Deze uitdaging is niet alleen om bij de Kerk te horen, maar om er deel van uit te maken, om door onze houding, onze criteria en onze daden, de fraterniteit die Jezus ons heeft geleerd vruchtbaar en zichtbaar te maken, zodat het helder wordt: "DIT IS MIJN LICHAAM".
Met Jezus' gebaar worden het brood en de wijn een sacrament, een permanente aanwezigheid, voedsel voor de reis die we hier op aarde maken. We kunnen de Eucharistie niet interpreteren als een mooie herinnering aan die nacht, iets wat "gisteren" is gebeurd. De eucharistie is Jezus ‘gave, altijd aanwezig in ons leven, tot op de dag van vandaag, iedere viering opnieuw!
In de Eucharistieviering zijn we geen toeschouwers maar maken wij deel hiervan uit.
Het "blijf dit doen om mij te gedenken" is een uitnodiging om onze eigen leven op te bouwen door het samen met Jezus van Nazareth vorm te geven, waardoor ons bestaan ook een Pasen wordt waarin de dood plaats maakt voor het leven; door onze bovenkleding van veiligheid, troost en angst af te leggen, door ons te omgorden met de linnen doek van dienstbaarheid, liefde en hoop. Dit is het concrete gevolg van het delen van het brood en de wijn die ons wordt gegeven. Dus het gevolg van de Eucharistie, van het “ite Missa est”
Witte Donderdag brengt ons veel details en elementen om naar ons leven als persoon en als gelovige te kijken. Ik durf ze samen te vatten met de woorden: Wees broeders en zusters voor elkaar, Wees het Lichaam van Jezus, Wees Eucharistie.
Pastor Mauricio Meneses
Parochievicaris
Martha en Mariaparochie en
Parochie Onze Lieve Vrouw van Amersfoort