[video width="1920" height="1080" mp4="//marthamaria.nl/wp-content/uploads/2020/05/IMG_0212.mp4"][/video] >
[video width="1920" height="1080" mp4="//marthamaria.nl/wp-content/uploads/2020/05/IMG_0212.mp4"][/video] >
Als vervolg op de muzikale Paasgroet brengt een groep uit het Ecclesiakoor van de HH Michaël-Laurens gemeenschap in de maand mei een muzikale Mariagroet.
Waarom blijven katholieken toch zo vaak en graag achter in devoties die door de theologie inmiddels zijn ingehaald? Dit houdt het geloof niet levend, maar doet het juist stollen en maakt het tot een museumstuk.
De Italiaanse bisschoppen vragen de aandacht van Maria voor hun land ‘opdat zij het beschermt en redt van de coronapandemie’. Zij doen dit naar eigen zeggen als antwoord op een verzoek van vele gelovigen en de ‘consecratio’ (Latijn voor ‘toewijding’) vond op 1 mei plaats in de basiliek Santa Maria del Fonte presso Caravaggio, in de buurt van Bergamo.
De afgelopen weken deden tientallen afzonderlijke bisschoppen en hele bisschoppenconferenties hetzelfde, onder meer in Latijns-Amerika, Portugal, Spanje, Estland en Ierland.
Landen die zich toewijden aan Maria. Dat kan feitelijk helemaal niet.
Maar deze devotie van het ‘toewijden’ van een land of een regio aan Maria (of aan het ‘Onbevlekte Hart van Maria’) is vanuit theologisch oogpunt veel problematischer en omstredener dan velen schijnen te willen beseffen.
lees het volledige artikel in het Nederlands Dagblad. Het verscheen ook tegelijkertijd bij La Croix International
beeld:© https://www.aartsbisdom.nl/-ramonmangold-768×512.jpg
Waarom blijven katholieken toch zo vaak en graag achter in devoties die door de theologie inmiddels zijn ingehaald? Dit houdt het geloof niet levend, maar doet het juist stollen en maakt het tot een museumstuk.
De Italiaanse bisschoppen vragen de aandacht van Maria voor hun land ‘opdat zij het beschermt en redt van de coronapandemie’. Zij doen dit naar eigen zeggen als antwoord op een verzoek van vele gelovigen en de ‘consecratio’ (Latijn voor ‘toewijding’) vond op 1 mei plaats in de basiliek Santa Maria del Fonte presso Caravaggio, in de buurt van Bergamo.
De afgelopen weken deden tientallen afzonderlijke bisschoppen en hele bisschoppenconferenties hetzelfde, onder meer in Latijns-Amerika, Portugal, Spanje, Estland en Ierland.
Landen die zich toewijden aan Maria. Dat kan feitelijk helemaal niet.
Maar deze devotie van het ‘toewijden’ van een land of een regio aan Maria (of aan het ‘Onbevlekte Hart van Maria’) is vanuit theologisch oogpunt veel problematischer en omstredener dan velen schijnen te willen beseffen.
lees het volledige artikel in het Nederlands Dagblad. Het verscheen ook tegelijkertijd bij La Croix International
beeld:© https://www.aartsbisdom.nl/-ramonmangold-768×512.jpg
Afgelopen zaterdag, het feest van de heilige Marcus, was ik in het Stadsklooster van de Franciscanen in ’s-Hertogenbosch. De reden was bijzonder. Ik mocht broeder Jan ter Maat ofm tot diaken wijden. Broeder Jan is op weg naar zijn priesterwijding in het najaar. Door de coronacrisis kon de wijding maar in zeer beperkte kring plaatsvinden. Een klein feest in een onzekere tijd. Voor de wijdeling was het natuurlijk een groot feest te midden van zijn huisgenoten. In dit zesde woord ter bemoediging ga ik nader in op deze wijding maar ook op het belang van de herderlijke zorg door priesters, diakens, pastoraal werkers en alle andere leden van het volk van God, juist in deze vervelende coronatijd.
Katholiek ’s-Hertogenbosch is al enige tijd verrijkt met een nieuw klooster. Vlak bij het Centraal Station heeft de Orde van de Franciscanen een voormalig Kapucijnenklooster gekocht. Op dit moment wonen er in het Stadsklooster 13 mensen. Het klooster is gemengd. Er wonen naast broeders ook zusters en ook een echtpaar dat verbonden is met de Franciscaanse lekengemeenschap. Eén van hen is broeder Jan. Hij studeert theologie en wil graag priester worden. Al maanden geleden was afgesproken dat zijn diakenwijding op zaterdag 25 april, de feestdag van de evangelist Marcus, zou plaatsvinden als opstap naar de priesterwijding in het najaar. Maar toen kwam de coronacrisis. En de vraag werd gesteld of de diakenwijding wel door kon gaan. Op uitdrukkelijk verzoek van de wijdeling heb ik als wijdende bisschop deze vraag bevestigend beantwoord. Als wij in deze crisistijd kerkelijke huwelijken en uitvaarten mogelijk maken, behoort ook een wijding, hoewel uitzonderlijk, tot de mogelijkheden.
Beperkingen
Maar een wijding in deze tijd kent natuurlijk wel zijn beperkingen. De meest in het oog springende was afgelopen zaterdag het aantal aanwezigen bij de wijding. Als feestelijk gebeuren trekt een wijding normaal honderden gelovigen maar met de regelgeving van de overheid ter bescherming van de volksgezondheid als uitgangspunt, was dat nu totaal onmogelijk. Wij vierden dit feest met een kleine 20 personen: de 12 huisgenoten van de wijdeling en aanwezigen die voor de liturgie en de uitzending noodzakelijk zijn. In de grote kloosterkerk is voldoende ruimte om vele meters afstand te houden van de ander. Het gevaar van besmetting was dan ook minimaal. Zelfs de ouders van broeder Jan waren niet aanwezig. Gelukkig hebben de vader en de moeder van de wijdeling en alle andere familieleden en vrienden de gehele viering wel via livestream kunnen volgen.
Omzien in dankbaarheid
Broeder Jan heeft een protestantse achtergrond. Zijn vader diende verschillende kerkelijke gemeenten als predikant. In dit gelovige milieu heeft de nieuwe diaken Christus leren kennen. Broeder Jan ziet dan ook om in dankbaarheid. Hij dankt zijn ouders voor zijn christelijke opvoeding waarbij de Heilige Schrift en de persoon van Jezus zo’n belangrijke rol hebben gespeeld. Maar, zoals ik dat wel vaker bij nieuwe katholieken heb gehoord, ging Jan als jongvolwassene de schoonheid van de katholieke liturgie ontdekken. Naast het Woord ontdekte hij de sacramentele dimensie van het katholicisme. Ik denk dan niet alleen aan de betekenis van de Eucharistie maar ook aan het sacrament van boete en verzoening. Natuurlijk was ook de ontmoeting met de spiritualiteit van de heilige Franciscus van grote betekenis. Jan ontdekte de waarde van nederigheid en onderlinge broederschap. Maar ook het belang van de solidariteit met de kleinen en de kwetsbaren en de zorg voor moeder Aarde als Gods schepping. Door de diaken- en priesterwijding treedt Jan in zekere zin in de voetsporen van zijn vader. Ook hij zal immers bij uitstek dienaar van het Woord zijn en Christus in de sacramenten van de Kerk bij de mensen present mogen stellen.
Gaat uit over de wereld
Op de feestdag van de evangelist Marcus lazen wij vanzelfsprekend uit het evangelie dat op zijn naam staat. En wij lazen het evangeliefragment waarbij Christus, vlak voor de terugkeer naar de Vader, zijn leerlingen oproept om missionair te zijn en het Evangelie aan heel de schepping te verkondigen. Broeder Jan valt als franciscaan onder het gezag van zijn provinciaal. Als bisschop kan ik hem dus niet zenden. Maar tijdens de gesprekken ter voorbereiding van de wijding heb ik wel ontdekt dat de aankomende priester een missionair hart heeft. Ik hoop dan ook van harte dat broeder Jan niet alleen een taak zal krijgen binnen zijn klooster maar ook een deel van zijn priesterschap gestalte zal geven in één van de missionaire projecten binnen ons bisdom. Juist als jonge diaken, en spoedig als priester, kan hij missionair actief zijn: Christus bij de mensen brengen en mensen bij Christus.
Onderbreking
De coronacrisis strooit, als het gaat om de missionaire parochie, overigens roet in het eten. De landelijke studiedagen rond het bekende boek van James Mallon, Als God renoveert, gepland voor eind maart, zijn naar het najaar doorgeschoven. In de meeste parochies zijn activiteiten om het parochieleven te renoveren, opgeschort. Of toch niet helemaal? De creativiteit op digitaal terrein biedt immers voor menige geloofsgemeenschap missionaire kansen, ook na de crisis. Maar heel veel bestaande missionaire plannen zijn uitgesteld. In dit geval mag uitstel geen afstel zijn. Er komt weer een dag, en hopelijk laat die niet al te lang op zich wachten, dat er missionair veel meer mogelijk is en wij nieuwe mensen kunnen bereiken met Christus en zijn Evangelie.
500 jonge vluchtelingen naar Nederland?
In deze tijd komt ook het uitermate grote belang van de diaconie in beeld. Nationaal en internationaal. De coronacrisis maakt veel slachtoffers. Niet alleen medisch maar ook sociaal en economisch. Afgelopen week deed een groot aantal personen en instellingen, waaronder de Nederlandse bisschoppen, een oproep aan de regering om Griekenland te helpen door het overnemen van 500 kinderen en jongeren. Deze jongelui, zonder ouders, leven in Griekse vluchtelingenkampen, vaak onder uiterst primitieve omstandigheden. Als in deze kampen het virus toeslaat, is het leed niet te overzien. Tot nu toe houdt het kabinet de boot af. Laten wij hopen dat de nood van deze kwetsbare jongeren ook in Den Haag zal worden gehoord.
Dienende Kerk
Het belang van de herderlijke en diaconale zorg van priesters en diakens maar ook van pastoraal werk(st)ers, geestelijk verzorgers en alle andere leden van het volk van God komt juist in deze vervelende coronatijd in beeld. Broeder Jan zal zeker nog nagenieten van zijn wijding tot diaken. Maar ik hoop dat hij en wij allen, in kracht van de komende Pinstergeest, een dienstbare Kerk zichtbaar maken in navolging van Christus Dienaar.
+ Mgr. dr. Gerard de Korte
Bisschop van ‘s-Hertogenbosch
Zesde Woord ter Bemoediging – 29 april 2020
Sinds Willem-Alexander koning is van ons land vieren we Koningsdag op zijn verjaardag 27 april. Zo ook gebeurt dat dit jaar. Alleen zal de viering er heel anders uit zien dan in vorige jaren. Dit jaar zou de koning met zijn familie naar Maastricht gaan. Overal in het land zouden er feestelijke activiteiten zijn. Nederland zou rood, wit, blauw en oranje kleuren. Dat laatste zal dit jaar voor een groot deel wel weer het geval zijn, maar de activiteiten zullen een soberder karakter hebben: veelal in en rond het huis. Een bijzondere koningsdag dus, die misschien bij de oudsten onder ons herinneringen oproept uit de tijd waarin men dit ook zo, nog strikter zelfs, moest vieren: tijdens de oorlog. Straks vieren we 75 jaar bevrijding. De koningin (Wilhelmina) was na de bevrijding weer in ons midden. Nederland kon weer zichzelf zijn, wat in de eerste jaren daarna juist op de toenmalige Koninginnedag (31 augustus en vanaf 1949 op 30 april) tot uiting kwam. Nog steeds is Koningsdag een dag die een eigen, Nederlands karakter draagt. Het is dus een dag rondom de koning, maar met een ruimer karakter: ook het volk waar hij koning van is viert dat het er mag zijn. Symbolisch gaat de koning het volk voor en hij is de hoogste vertegenwoordiger. In de praktijk bepaalt het parlement wat er gebeurt. Dat is wel eens anders geweest. Deze dag nodigt uit om eens na te denken over het koningschap.
In het Oude Testament komen we in het eerste boek Samuel de behoefte tegen van het volk om iemand rond wie zij zich konden scharen. Na de tocht door de woestijn had het volk zich gevestigd in het land dat hun beloofd was. Gods had hen hierin geleid. Nu wilde het een leider, een koning zoals de andere volkeren. De profeet Samuel waarschuwde nog: jullie hébben een koning: God. Maar God stond toe dat iemand uit het volk zich koning mocht noemen. Hij wees hem zelf aan en in zijn Naam werd hij tot koning gezalfd. De eerste drie zijn de bekendste: Saul, David en Salomo.
In het Nieuwe Testament komen we met betrekking tot Jezus de kwestie van zijn koningschap reeds bij zijn geboorte tegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden?’ Later wil men uit enthousiasme Jezus uitroepen tot koning, maar Hij trekt zich terug. Pas in het zicht van het kruis erkent Jezus zijn koningschap: Hij laat zich toejuichen bij zijn intocht in Jeruzalem. Op de vraag van Pilatus antwoordt Jezus: ‘Ja, Koning ben Ik, maar mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.’
Bij zijn inhuldiging sprak Willem-Alexander een eed uit, die eindigde met de woorden: ‘Zo waarlijk helpe Mij God almachtig.’ Zo staat het op de website van het Koninklijk Huis. Opvallend vind ik dat het woordje ‘Mij’ met een hoofletter geschreven staat. Het geeft iets weer van een verbondenheid met de Bijbelse koning die van godswege gezalfd werd. En daarmee ook met Hem die wij elk jaar op Christus Koning eren als de Koning van hemel en aarde: Jezus Christus. Aan zijn Rijk komt geen einde.
Wanneer wij het Doopsel en het Vormsel ontvangen worden wij ook gezalfd. Door de gave van de heilige Geest mogen wij delen in het koningschap (naast het priester en profeet zijn) van Christus. Dat is een gave, maar ook een opdracht. Door Koning Christus na te volgen geven wij daar gestalte aan.
Er valt veel te overdenken op Koningsdag, én te vieren.
Diaken Jan Nieuwenhuis
035-5420208
diakennieuwenhuis@gmail.com
Vrijheid is in onze huidige samenleving een belangrijke waarde. Binnenkort vieren wij weer het herstel van onze vrijheid na vijf jaren van onderdrukking tijdens de Tweede Wereldoorlog. ‘Samen stil staan bij 75 jaar vrijheid’ vormt het motto van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Maar vrijheid is nooit absoluut, ook onze vrijheid is relatief. De huidige coronacrisis maakt dat maar al te zeer duidelijk. Omwille van de volksgezondheid heeft de regering voor de publieke ruimte allerlei beperkende maatregelen afgekondigd. Wij kunnen niet meer gaan of staan waar wij willen. Er wordt gesproken over een intelligente lockdown maar de gevolgen zijn niet gering. Scholen zijn al weken dicht. Veel mensen werken thuis. Een bezoek aan restaurant, theater, bioscoop en museum is niet meer mogelijk. En een samenscholing van een grotere groep mensen leidt tot een flinke bekeuring. Gelovigen moeten al weken lang accepteren dat het samen vieren van het geloof in onze kerkgebouwen onmogelijk is geworden. Een aanzienlijke inperking van ons gaan en staan, maar allemaal om levens te redden: van anderen en van onszelf. De grote vraag is hoe lang wij deze ingeperkte vrijheid zullen accepteren.
Morren tegen Mozes
Centraal in het geloof van het Joodse volk staat de bevrijding uit het slavenhuis Egypte. Na verschrikkelijke plagen laat uiteindelijk de wrede farao de Joodse slaven vertrekken. Onder de hoede van Mozes trekt Israël door de woestijn naar het land van belofte; het land van melk en honing. Maar de tocht is zwaar. Bij gebrek aan water, ontstaat er onvrede. De ontberingen worden zo groot dat het volk terug gaat verlangen naar Egypte. Men was er weliswaar onvrij maar er was tenminste voldoende eten en drinken. De onvrede leidt uiteindelijk tot een morren tegen Mozes en uiteindelijk ook tegen God (Exodus 17).
Wenkend perspectief?
Wat kunnen wij van dit verhaal uit het Oude Testament leren? Minstens twee dingen. Allereerst dat tijdens een lastig heden het verleden gemakkelijk wordt geïdealiseerd. Met regelmaat denken wij verlangend terug aan de tijd ‘voor de coronacrisis’. Maar, in het licht van de actuele crisis, lijkt mij een tweede leerpunt nog belangrijker. Ontberingen in het heden worden gemakkelijker geaccepteerd als er een wenkende toekomst is. Voor Israël in de woestijn was het beloofde land van melk en honing nog ver weg. Men was in de hitte van de woestijn bezig met de eerste levensbehoeften zoals water en voedsel. Zo komen wij bij de spannende vraag of in de huidige situatie het wenkend perspectief voor ons duidelijk genoeg is. Het resultaat van de bewegingsbeperking is ongetwijfeld een daling van zieken en doden. Ons gezondheidssysteem stond op springen maar heeft met optimale krachtsinspanning standgehouden. Maar is dat voldoende om te volharden? Zullen wij onze onderlinge betrokkenheid volhouden en alle inperkingen van onze vrijheden blijven dulden? Als ik goed zie en luister, ontstaan er steeds meer scheurtjes ondanks de oproepen van onze bestuurders. Gaan ook wij binnenkort morren?
Economische schade
Naarmate de intelligente lockdown voortduurt, worden de economische gevolgen steeds groter. Over de hele wereld zijn miljoenen banen verloren gegaan en op de beurzen miljarden verdampt. De gevolgen zijn te zien in stad en dorp. Ik merk het in het centrum van ‘s-Hertogenbosch. Talloze winkels zijn dicht. Met name kleding- en schoenenwinkels, cafés en restaurants maar ook de reisbureaus worden flink getroffen. Meer onzichtbaar, maar niet minder ernstig, is de ellende voor talloze zelfstandigen zonder personeel en flexwerkers. Vaak hebben deze mensen nauwelijks een buffer om op terug te vallen. Al met al staat de bestaanszekerheid van steeds meer landgenoten onder druk. Hoe hoog zal de werkeloosheid worden en hoe ontwrichtend wordt de crisis op sociaal-economisch terrein? Het grote gevaar bestaat dat de onderlinge zorg voor elkaar zal verdampen. Het eigenbelang lijkt altijd groter dan het belang van de ander. Het volhouden van onderlinge verbondenheid wordt de grote uitdaging van de komende tijd.
Internationale verbondenheid
Kwetsbare mensen in een groot aantal landen van deze wereld komen snel in de gevarenzone. Zoveel mensen die nu al in de marge leven, dreigen aan alles gebrek te krijgen. Een sociaal vangnet zoals in Nederland ontbreekt immers in verreweg de meeste landen, al vallen ook hier helaas medeburgers door de mazen van het net. Het wegvallen van inkomsten in combinatie met het ontbreken van financiële reserves betekent dan automatisch diepe armoede. Tegen die achtergrond heeft onze bisschoppenconferentie, samen met leiders van andere godsdiensten en levensbeschouwingen, onze regering vorige week opgeroepen om de meest kwetsbaren in de wereld niet te vergeten. Niet alleen om hun waardigheid te beschermen maar ook uit welbegrepen eigenbelang. De wereld zit immers niet te wachten op een nieuwe golf van vluchtelingen. Nu niet veroorzaakt door oorlogshandelingen maar door het onzichtbare maar levensbedreigende coronavirus.
Elkaar vasthouden
Meer en meer wordt duidelijk dat er ook tijdens deze coronacrisis belangentegenstellingen zijn. Als die te groot worden kan de onderlinge eensgezindheid, die tot nu toe indrukwekkend is, in gevaar komen. Het vraagt van onze politici en bestuurders grote stuurmanskunst. Nu wordt een beleid gevraagd dat mensen verbindt en niet uit elkaar drijft. Dat vraagt om het zoeken van een goede balans tussen een houdbare gezondheidszorg en zo klein mogelijke economische schade. Maar evenzeer om jongeren die zich, misschien langer dan verwacht, beperkingen willen opleggen voor meer kwetsbare ouderen. Het vraagt ook om financiële solidariteit, nationaal en internationaal. Werkenden moeten verbonden blijven met allen die hun arbeid door de crisis verliezen. Dit alles om te voorkomen dat mensen tussen de raderen komen.
Eigenbelang overstijgen
Wij hebben als christenen een realistisch mensbeeld. Als de nood aan de man komt, hebben de meesten van ons de neiging vooral voor zichzelf te kiezen. Maar wij kunnen onszelf ook overstijgen. Ik schrijf dit Woord ter bemoediging in de Paastijd. Wij mogen leven in vriendschap met de levende Christus. Geeft dat ons niet de kracht om onze eigen belangen te relativeren en ons blijvend in te zetten voor het algemeen belang? Ik hoop en bid dat wij, in kracht van Gods Geest, de onderlinge betrokkenheid zullen volhouden.
+ Mgr. dr. Gerard de Korte
Bisschop van ‘s-Hertogenbosch
Beste allemaal,
De eerste lezing van deze zondag laat ons een beeld zien van de levensstijl van de eerste christelijke gemeenschappen. Dit wordt ons duidelijk gemaakt door de verzameling van gegevens die door de lezing worden aangeboden. Van al deze informatie kunnen we onder andere de nadruk leggen op wat er in het Evangelie wordt gezegd: "Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart”. Het belang van broederschap in de gemeenschap is in deze passage van vitaal belang. Gemeenschappen die eenvoudig en vreugdevol leven, laten zien dat deze tekenen - vreugde en eenvoud – vruchten zijn die de Geest ons gegeven heeft.
Het lezen van het boek Handelingen leert ons dat het ideaal van de christelijke gemeenschap is om een "thuis" te creëren. Een thuis waar de communie wordt gebouwd en waar dus ook gemeenschap wordt gebouwd. Laat deze thuisplekken plaatsen van ontmoeting zijn en niet van doorgang; laat ze plaatsen zijn waar men leeft en voelt, waar men deelt, bidt en viert. Deze visie op de gemeenschap die de eerste lezing van deze zondag lanceert, moet een schok zijn voor het heden van onze gemeenschappen en de impuls om te beginnen aan het gemeenschap opbouwen. En om te beginnen… maar waarmee? Welnu, met het feit dat de lezing aangeeft, met datgene wat de eerste christelijke gemeenschappen identificeerde: vreugde en eenvoud. Wellicht door vrolijke en eenvoudige gemeenschappen te zijn, anticiperen we op de ware volheid waar de hele mensheid voor bestemd is.
In de tweede lezing van deze zondag zien we hoe hoop ons in het geloof houdt. De hoop ontkent niet dat we bepaalde situaties moeten doorstaan en dat we het kwaad voor ogen moeten hebben, maar het is ook helder dat hoop geen naïef optimisme is. Hoop is datgene wat onze stappen, met vertrouwen, naar iets beters weet te leiden. Het is de hoop die ons laat zien dat de wereld, en daarmee onze hele geschiedenis,
volledig zal veranderen; zelfs als we het niet zien, weten we dat het al gebeurt. De lezing uit de eerste brief van Petrus is een krachtige oproep tot hoop om het geloof te behouden; dat geloof in God tot wie wij ons nu wenden en die op een dag tot vervulling zal brengen wat wij hier slechts op beperkte en voorlopige wijze bereiken.
De Evangelielezing van deze zondag laat ons iets fascinerends zien: Jezus leeft en staat weer te midden van zijn eigen volk. Hij is geen geest, er is geen reden om bang te zijn. Integendeel, Jezus laat hen een intense en ware vrede ervaren met een onvoorstelbare vreugde. Ze voelen dat Jezus, ja, de Verrezene, met zijn adem, de adem van de Geest, vreugde en vrede in hen opwekt. Het Evangelie van vandaag toont ons echter ook het ongeloof, de vrucht van de afsluiting. Thomas, de ongelovige apostel wil zien, wil aanraken;
hij eist bewijzen, als een drammerig kind, om zich uit de duisternis van zijn twijfels te halen. En daarvoor handelt Jezus weer. Jezus wil dat Thomas de deuren opent die hij nog heeft gesloten, dat hij zijn angsten overwint en dat hij ook deelneemt aan de vrede en vreugde die de verrijzenis met zich meebrengt. De Verrezene negeert het menselijke gevoel en de wens van Thomas niet. Hij laat hem zich betasten en Thomas heeft, vanuit het diepste van zijn menselijkheid, ons de mooiste geloofsbelijdenis nagelaten die we in het Evangelie kunnen lezen en kunnen verkondigen: "Mijn Heer en mijn God".
Het Evangelie van vandaag is een uitnodiging om onze angsten te overwinnen en onze deuren niet te sluiten. Maar het is ook een uitnodiging om ons hart te volgen in het vertrouwen dat God ook een hart heeft dat ons kan begrijpen. Dit zien wij terug in de dialoog tussen de Verrezen Jezus en Thomas.
De uitnodiging om ons hart volgen, gaat niet om bewijzen en ook niet om genoegen te nemen met koppigheid. Het gaat niet om vast te houden aan de noodzaak van absurde zekerheden die niets meer zijn dan loutere nieuwsgierigheid.
De verrijzenis van Jezus is een uitnodiging om onze gevoeligheid niet te verliezen!... Het is een uitnodiging om hem te voelen in ons midden! Ja, om te voelen dat onze geloofservaring veel verder gaat dan tastbare bewijzen. Omdat we te maken hebben met iets dat tot ons spreekt met een onmetelijkheid die diepgaander is dan een eenvoudige fysieke verificatie. Zien en aanraken maakt eigenlijk niets duidelijk; ze kunnen ons namelijk in ongeloof houden, want in geloofszaken is de liefde veel sterker dan onze handen. Daarom moeten we open zijn voor de ervaring. We moeten alle deuren openen die we in onszelf hebben gesloten. Op deze manier mogen wij barmhartigheid en liefde beleven. Zo voelen we hoe liefde ons verzacht, ons modelleert, ons menselijk vormgeeft, ons plaatst als bouwers van vrede, makers van een nieuwe wereld, van nieuwe situaties en vernieuwde omstandigheden. Want liefde vertelt ons wie we zijn voordat het transparant wordt in onze werken.
Om alles te voelen wat het Evangelie ons vandaag laat zien; om Jezus te voelen, "hem te leren kennen", is het nodig om met de ogen van het hart te kijken om het geloof opnieuw geboren te zien worden. En dit maakt ons gezegend. Daarom zijn zij gezegend, die het gevoel hebben dat de verrijzenis niets weet van angsten, dat de verrijzenis niets weet van gesloten harten. Het is barmhartigheid! Het opent ons hart! Het is Goddelijke barmhartigheid…
Pastor Mauricio Meneses S.
Parochievicaris
Martha en Mariaparochie en
Parochie Onze Lieve Vrouw van Amersfoort
Buiten maar ook binnen de Kerk zijn stemmen die het coronavirus zien als een straf van God. In dit woord ter bemoediging plaats ik daar grote vraagtekens bij. Laten wij niet te gemakkelijk denken dat wij Gods beleid over ons bestaan kunnen doorgronden. Christus vormt voor ons het hoogtepunt van Gods openbarend spreken en handelen. In Hem ontmoeten wij allereerst een God die wil genezen en vergeven. Het vormt ook een vergissing om de scheppende God als eerste oorzaak te verwarren met de tweede oorzaken binnen de schepping. De God van de Schrift geeft vrijheid aan mensen en relatieve autonomie aan de natuur. Hij handelt allereerst door de Zoon die solidair met ons is in alle nood en door de Geest die ons inspireert om creatief te leven en het goede te doen. Zo kunnen wij God ook in deze crisistijd nabij weten.
Al maanden is de samenleving in de ban van het coronavirus. Het virus gaat de hele wereld rond. De meeste patiënten worden gelukkig mild ziek. Maar een aantal mensen krijgt complicaties en reeds duizenden zijn gestorven. Om besmettingsgevaar te voorkomen is in veel landen het publieke leven min of meer tot stilstand gekomen. Fysieke afstand vormt het parool. Alles bijeen brengt het virus veel zorgen en verdriet met zich mee, zowel medisch als sociaal en economisch. Niet weinigen, ook christenen, vragen naar de rol van God in deze crisis.
Straf van God?
Er zijn gelovigen die de coronacrisis zien als een straf van God. Het model van ellende als straf heeft oude papieren. Ik denk aan de duiding van de ballingschap van het Joodse volk in het Oude Testament in de zesde eeuw voor Christus. God lijkt het verbond met zijn volk te hebben opgezegd. Alles is verloren gegaan: het beloofde land, de tempel en de koning. En de profeten van Israël duiden de rampspoed als straf voor de ontrouw van het volk. Maar in het Oude Testament vinden wij ook al een scherp protest tegen de gedachte dat onheil onlosmakelijk zijn oorzaak heeft in de zonde. Als Job alles heeft verloren – zijn kinderen, zijn bezit en zijn gezondheid – komen de zogenaamde troosters hem zeggen dat zijn lot te maken heeft met onrechtvaardigheid in zijn leven. Maar Job werpt deze koppeling van zijn ellende en zonde ver van zich af.
Genezende en vergevende God
Het onderwijs van Jezus kan worden gezien in de lijn van Job. Jezus wil in het verhaal over de blindgeborene (Johannes 9) niet antwoorden op de vraag wie er gezondigd heeft, de blinde of zijn ouders. Jezus zegt alleen dat het werk van God in de blinde man openbaar moet worden. De blinde wordt genezen. Zo komt in Jezus een genezende God in beeld. Daarnaast vormt het herstel van de relatie van de mens met God een wezenlijk onderdeel van het openbare leven van Jezus. God wil niet de dood van de zondaar maar dat hij zich bekeert en leeft. In Jezus openbaart God zich allereerst als een genezende en vergevende God.
Recente geschiedenis
Het model van een straffende God is ook door de recente geschiedenis scherp ter discussie gesteld. Waren de Cambodjanen bovengemiddeld zondig zodat de Rode Khmer kon toeslaan? Waren de mensen in Rwanda bovengemiddeld zondig zodat velen van hen door een bloedige burgeroorlog om het leven kwamen? Was het joodse volk bovengemiddeld zondig zodat de Shoah hen trof? Waren de Russen bovengemiddeld zondig dat de terreur van Stalin kon huishouden? Maar weinig mensen zullen deze vragen positief willen beantwoorden. Veeleer wordt duidelijk dat wij uitermate voorzichtig moeten zijn in ons spreken over een straffende God. Laten wij als theologen en pastores niet denken dat wij God achter de kaart kunnen kijken. Gods voorzienig beleid over ons bestaan is maar moeilijk te doorgronden.
Middellijk
Er zijn vandaag ook christenen die het virus door gebed bestrijden. In de media zijn christelijke predikanten te zien die met stemverheffing menen het virus te kunnen uitdrijven. Maar doen wij daarmee recht aan Gods majesteit? Het is goed te beseffen dat God werkelijk God is. In het verhaal van het brandende braambos (Exodus 3) openbaart God zich als Degene die handelt via de inzet van mensen. God roept namelijk Mozes om zijn volk uit de slavernij van Egypte weg te halen. Dat is het patroon van de hele geschiedenis van God met zijn volk. God roept mensen en waar mensen die roeping niet beantwoorden en hun vrijheid misbruiken loopt de heilsgeschiedenis spaak. Wanneer Mozes vraagt naar de naam van Degene die hem roept, antwoordt God: Ik ben zoals Ik ben. God belooft zijn bijstand maar altijd op een manier die verrassend, onvermoed en onverwachts zal zijn. Niet voor niets is in de Bijbel de wolk het beeld van de ongrijpbare, onzichtbare en verborgen aanwezige God. God werkt bijna altijd door mensen (middellijk) en niet rechtstreeks (onmiddellijk).
Om enkele voorbeelden te noemen. In Lourdes zijn miljoenen zieke pelgrims geweest. Ieder jaar begeleid ik een bedevaart van de Orde van Malta. Ik merk dat de meeste zieken letterlijk en figuurlijk opknappen door de liefde en dienstbaarheid van mensen die zij tijdens de bedevaart ontmoeten. Maar er zijn in de loop van de jaren maar enkele honderden onverklaarbare genezingen gemeld.
Een ander voorbeeld uit de Tweede Wereldoorlog. God heeft de poorten van Auschwitz niet zelf geopend. Neen, de terreurmachine in Auschwitz kwam tot stilstand door de bevrijding van het kamp door Russische soldaten. God werkt bijna altijd middellijk, in dit geval door soldaten van de wrede dictator(!) Stalin. God schrijft recht op kromme lijnen.
God drie-een
Hoe kunnen wij Gods betrokkenheid bij de coronacrisis dan begrijpen? Uit dit betoog mag duidelijk zijn dat wij, naar mijn diepste overtuiging, voorzichtig moeten zijn met ons spreken over een straffende God en dat Hij bijna nooit met wonderlijke ingrepen de wereld bestuurt. God respecteert bijna altijd de wetmatigheden van zijn schepping en de vrijheid van mensen. Als christenen spreken wij niet zomaar over God maar over de God die zich in de loop van Israëls geschiedenis heeft geopenbaard. Wij spreken over deze God heel beleefd: niet met twee maar zelfs met drie woorden: God als Vader, Zoon en Geest. Een theoloog uit de eerste eeuwen heeft eens gezegd dat de Vader zijn twee armen liefdevol naar de aarde uitstrekt. De arm van de Zoon en van de Geest.
Solidaire Jezus
Voor een christen openbaart God zich bij uitstek in zijn Zoon Jezus. Juist in deze dagen staan wij bijzonder stil bij het lijden, de dood en de opstanding van Christus. In Hem toont God zijn solidariteit met onze wereld. Tot op het kruis heeft Jezus zich met ons verbonden. Christus is solidair tot in onze doodsangst en dood. Maar wij geloven ook dat de weg van het kruis de weg naar het nieuwe leven is geworden. Op de Paasmorgen heeft Jezus nieuw en ander leven ontvangen. Het grote wonder van Pasen. Tegelijk kunnen wij over dit wonder alleen maar stamelen en stotteren. Want Paasleven is niet meer onderworpen aan de dood terwijl al het ons bekende leven sterfelijk is en daardoor aan de dood gewijd. Toch geeft Pasen christenen de moed om te getuigen dat niet de dood maar God het laatste woord heeft. Hij is de Alfa en de Omega. Hij is trouw.
Inspirerende Geest
Naast het werk van Christus als de Zoon, zie ik het werk van de Geest die inspireert. Zonder Gods Geest geen leven en geen geloof; geen gemeenschap en geen solidariteit. Zonder de Geest ook geen gebed. Wij mogen juist in deze dagen hartstochtelijk bidden dat Gods Geest artsen en verpleegkundigen mag inspireren om in deze crisistijd vol te houden. Datzelfde geldt natuurlijk voor de mannen en vrouwen van het openbaar bestuur maar ook onze pastores in moeilijke omstandigheden. De Geest, zo hoop ik, inspireert de virologen om een vaccin tegen het virus te ontdekken. En niet in de laatste plaats geeft Gods Geest ons allen hopelijk veerkracht om in deze nare tijd niet alleen lichamelijk maar ook mentaal staande te blijven. Door onze onderlinge verbondenheid en liefdevolle nabijheid kan Gods aanwezigheid ook in deze crisis merkbaar worden.
+ Dr. Gerard de Korte
Bisschop van ‘s-Hertogenbosch
beeld:© bisdom den Bosch Ramon Mangold
Het is heel jammer dat we dit jaar geen Pasen met elkaar in de kerk kunnen vieren! Daarom is het des te fijner dat er initiatieven zijn om het leed een beetje te verzachten, zoals de muzikale Paasgroet van het Ecclesiakoor van de Michaël-Laurens gemeenschap uit De Bilt.
H. Nicolaas Baarn
Lauden: iedere werkdag 8.15 - 8.30 uur
Eucharistie: dinsdag 19.00 - 19.45 uur
woensdag/donderdag: 8.45 - 9.30 uur
vrijdag: 19.00 - 20.00 uur
HH. Michael en Laurens de Bilt
Dinsdag 10:00 uur, Gebedsviering
H. Nicolaas Eemnes
Donderdag 10.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering
Petrus en Pauluskerk Soest
Woensdag 9.00 uur, Gebedsviering
Vrijdag 9.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering
Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320
U kunt ook het contactformulier gebruiken.
Martha en Maria. De naam van onze parochie geeft aan wie wij willen zijn: leerlingen van Jezus, die luisteren naar zijn Boodschap.
Onze bron van inspiratie ligt in het besef dat ons leven heilig en kostbaar is. Wij willen proberen het leven van alledag te verbinden met het wonderlijke mysterie van ons bestaan.
Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320
De contactgegevens van de geloofsgemeenschappen vind je onder contact!
Copyright: Martha en Mariaparochie
Website door: Webheld.nl