Lezingen van 21 mei 2021

Vrijdag na de zevende zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Christophorus Magallaen, priester, en gezellen, martelaren
De heilige Cristóbal Magallanes Jara werd geboren in Mexico in 1869. Onder de toenemende vervolging van de Kerk onderging hij samen met vierentwintig andere priesters en lekenchristenen, afkomstig uit verschillende streken van Mexico en variërend in leeftijd, in het jaar 1927 het martelaarschap.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 25, 13-21.
In die dagen kwamen koning Agrippa en zijn zuster Bernike in Caesarea en maakten hun opwachting bij de landvoogd Festus. Tijdens hun verblijf aldaar, dat verscheidene dagen duurde, legde Festus het geval van Paulus voor aan de koning met de woorden: Mijn voorganger Felix heeft hier een gevangene achtergelaten tegen wie de hogepriesters en de oudsten van de Joden een aanklacht hebben ingediend toen ik in Jeruzalem was, met het verzoek hem te veroordelen. Ik heb hun te verstaan gegeven, dat de Romeinen niet gewoon zijn iemand bij wijze van gunst uit te leveren, voordat de beklaagde tegenover zijn beschuldigers heeft gestaan en gelegenheid gekregen heeft zich tegen de aanklacht te verdedigen. Zij kwamen dus hier heen en zonder uitstel heb ik de volgende dag rechtszitting gehouden en heb ik de man laten voorleiden. Toen de aanklagers om hem heen stonden, brachten zij geen enkele beschuldiging in van misdaden waar ik op gerekend had. Wel hadden zij bepaalde kwesties tegen hem op het gebied van hun eigen geloof en over een zekere Jezus die dood is, maar van wie Paulus beweerde dat Hij leeft. Omdat ik met het onderzoek van die dingen geen weg wist, heb ik gevraagd of hij naar Jeruzalem wilde gaan om daar in deze zaak terecht te staan. Maar Paulus is in hoger beroep gegaan en wilde daarom tot de uitspraak van Zijne Majesteit in bewaring gehouden worden. Daarom heb ik bevel gegeven hem in hechtenis te houden, totdat ik hem naar de keizer kan zenden.

Tussenzang: Ps. 103 (102), 1-2. 11-12. 19-20ab.

Antifoon: De Heer heeft zijn troon in de hemel gevestigd.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet.

Zo wijd als de hemel de aarde omspant,
zo alomvattend is zijn erbarmen.
Zo ver als de afstand van oost tot west,
zo ver verdrijft Hij van ons de zonde.

De Heer heeft zijn troon in de hemel gevestigd,
Hij voert heerschappij over heel het heelal.
Verheerlijkt de Heer, al zijn hemelse boden,
machtige uitvoerders van zijn bevel.

Alleluia: Mt. 28, 19 en 20.
Alleluia. Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen; Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 21, 15-19.
Toen Jezus verschenen was aan zijn leerlingen, zei Hij na het ontbijt tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij meer lief dan dezen mij liefhebben? Hij antwoordde: Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin. Jezus zei hem: Weid mijn lammeren. Nog een tweede maal zei Hij tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief? En deze antwoordde: Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin. Jezus hernam: Hoed mijn schapen. Voor de derde maal vroeg Hij: Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief? Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: Hebt ge Mij lief? en hij zei Hem: Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U bemin. Daarop zei Jezus hem: Weid mijn schapen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: toen ge jong waart, deedt ge zelf uw gordel om en gingt waarheen ge wilde, maar wanneer ge oud zijt zult ge uw handen uitstrekken, een ander zal u omgorden en u brengen waarheen ge niet wilt. Hiermee zinspeelde Hij op de dood waardoor hij God zou verheerlijken. En na deze woorden zei Hij hem: Volg Mij.

Lezingen van 20 mei 2021

Donderdag na de zevende zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Bernardinus van Siena, priester
Bernardino degli Albizzeschi werd in 1380 geboren in het Toscaanse Massa Maritima als lid van een adellijke familie. Vrome tantes zetten zijn opvoeding voort, nadat hij op zijn zesde wees was geworden. Op zeventienjarige leeftijd studeerde hij in Siena af in het burgerlijk en kerkelijk recht. In 1400 verzorgde hij pestlijders. Twee jaar later trad Bernardinus in bij de minderbroeders observanten, een beweging van mannelijke religieuzen die zeer streng de Regel van Sint-Franciscus wilden navolgen. In 1404 werd Bernardinus priester gewijd. Hij reisde door heel Italië en trad overal op als volksprediker. Velen wist hij tot inkeer te brengen. Dat leverde hem de titel 'Apostel van Italië' op. Bernardinus stierf te l'Aquila in 1444. Zes jaar na zijn dood werd hij al heilig verklaard. Voor de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit is hij belangrijk wegens zijn verbreiding van de devotie tot de heilige Naam van Jezus. Het logo van deze devotie was IHS, de eerste drie Griekse letters voor Jèsous. Dat is Hebreeuws voor 'JHWH redt'. IHS kan ook de afkorting zijn van de Middeleeuwse schrijfwijze Jhesus of van Jesus Hominum Salvator (Jezus Redder van de mensen).

Vrije gedachtenis van de zalige Josefa Stenmanns, maagd (bisdom Roermond)
Hendrina Stenmanns werd op 28 mei 1852 geboren te Issum, bisdom Münster. Vanaf haar vroege jeugd hielp zij armen en zieken. In 1884 kwam zij naar Steyl. Daar stichtte Arnold Janssen in 1889 de missiecongregatie van de Dienaressen van de heilige Geest, waarvan zij samen met de zalige Maria (Helena) Stollenwerk de medestichteres werd. Moeder Josefa onderscheidde zich door een grote liefde tot de Drievuldigheid, vooral tot de heilige Geest, tot de allerheiligste maagd Maria en tot de heilige Jozef. Vanaf 1898 was zij de overste van de congregatie tot haar dood op 20 mei 1903.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 22, 30 + 23, 6-11.
In die dagen wilde de bevelhebber nauwkeurig weten waarvan Paulus door de Joden beschuldigd werd. Hij liet hem daarom uit de gevangenis halen en gaf bevel, dat de hogepriesters en heel het Sanhedrin zouden bijeenkomen. Daarna liet hij Paulus erheen brengen en vóór hen plaats nemen. Wetend dat het Sanhedrin ten dele uit Sadduceeën en ten dele uit Farizeeën bestond, riep Paulus nu in het Sanhedrin uit: Mannen broeders, ik ben een Farizeeër en een zoon van Farizeeën. Om de verwachting en de opstanding der doden sta ik terecht. Toen hij dit gezegd had, ontstond er twist tussen de Farizeeën en Sadduceeën en de vergadering raakte verdeeld. De Sadduceeën houden immers dat er geen opstanding is en dat er geen engelen of geesten bestaan, terwijl de Farizeeën beide aannemen. Zo ontstond er groot tumult en enige schriftgeleerden van de partij der Farizeeën verzekerden met grote heftigheid: We vinden niets verkeerds in deze man. Als er eens een geest of een engel tot hem gesproken heeft? Daar de onenigheid nog erger werd en daar de bevelhebber begon te vrezen dat zij Paulus zouden verscheuren, gelastte hij de soldaten naar beneden te komen om hem haastig uit hun midden weg te halen en naar de kazerne te brengen. In de volgende nacht stond de Heer vóór hem en sprak: Houd goede moed; want zoals gij voor mijn zaak getuigd hebt in Jeruzalem, zo zult ge het ook in Rome moeten doen.

Tussenzang: Ps. 16 (15), 1-2a. 5. 7-8. 9-10. 11.

Antifoon: Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht.

Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht;
Gij zijt mijn Heer, ik erken het.
De Heer is mijn erfdeel, mijn dronk uit de beker,
Hij heeft mijn lot in zijn hand.

Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft,
Hij spreekt ook des nachts in mijn hart.
Steeds houd ik mijn ogen gericht op de Heer,
ik val niet, want Hij staat naast mij.

Daarom ben ik vrolijk en blij van geest,
daarom kan ik rustig gaan slapen.
Mijn ziel laat Gij niet aan het dodenrijk over,
Gij levert uw dienaar niet uit aan het graf.

Gij zult mij de weg van het leven wijzen
om heel mijn vreugde te vinden bij U,
bestendig geluk aan uw zijde.

Alleluia: Joh. 16, 7. 13.
Alleluia. De Geest der waarheid zal Ik tot u zenden, zegt de Heer, en Hij zal u tot de volle waarheid brengen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 17, 20-26.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Niet voor mijn leerlingen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat zij ook in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad in hen moge zijn en Ik in hen.

Lezingen van 19 mei 2021

Woensdag na de zevende zondag van Pasen

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 20, 28-38.
In die dagen zei Paulus tot de oversten van de Kerk van Efese: Geeft acht op uzelf en op heel de kudde waarover de heilige Geest u tot leiders heeft aangesteld om Gods Kerk te hoeden, die Hij zich verwierf door het bloed van zijn eigen Zoon. Ik weet dat er na mijn vertrek grimmige wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet zullen sparen, en dat ook uit uw eigen midden mannen zullen opstaan, die verkeerde dingen zullen verkondigen om de leerlingen mee te krijgen. Weest daarom waakzaam en vergeet niet dat ik onophoudelijk - drie jaar lang, dag en nacht - ieder van u onder tranen het goede heb voorgehouden. En thans vertrouw ik u toe aan God en aan het woord van zijn genade, dat de macht bezit op te bouwen en u het erfdeel te verlenen met alle geheiligden. Zilver, goud of kleding heb ik van niemand verlangd. Gij weet zelf dat deze handen voorzien hebben in mijn eigen behoeften en in die van mijn gezellen. In alles heb ik u getoond, dat men door zo te arbeiden de zwakken te hulp moet komen en dat gij de woorden van de Heer Jezus indachtig moet zijn. Hij heeft immers gezegd: Het is zaliger te geven dan te ontvangen. Na deze woorden knielde hij met allen neer en bad. Allen begonnen luid te wenen, vielen Paulus om de hals en kusten hem, vooral bedroefd omdat hij gezegd had, dat ze hem niet meer zouden terugzien. Daarna deden ze hem uitgeleide naar het schip.

Tussenzang: Ps. 68 (67), 29-30. 33-35a. 35b-36c.

Antifoon: Zingt nu voor God, koninkrijken der aarde.

Laat allen, o God, uw macht ondervinden,
de macht waarmee Gij voor ons opkomt.
Laat koningen met hun geschenken versieren
uw heiligdom in Jeruzalem.

Zingt nu voor God, koninkrijken der aarde:
Hij komt naderbij langs het hemelgewelf.
Daar klinkt zijn stem met machtig geluid:
erkent nu Gods heerschappij.

Zijn grootheid verschijnt boven Israëls velden,
in dreigende wolken zijn kracht.
Vreeswekkend is God in zijn heilig domein,
Hij schenkt zijn volk vermaardheid en sterkte:
gezegend zij Israëls God.

Alleluia: Kol. 3, 1.
Alleluia. Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 17, 11b-19.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan, behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hun uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld, en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in de waarheid aan U toegewijd mogen zijn.

Lezingen van 18 mei 2021

Dinsdag na de zevende zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Johannes I, paus en martelaar
Johannes, geboren in Toscane, werd in 523 tot bisschop van Rome gekozen. De Gothische en Ariaanse koning Theodorik van Italië stuurde paus Johannes als zijn gezant naar de Oost-Romeinse keizer Justinianus. Zijn missie: de keizer te vragen de vervolging van de ketterse arianen te staken, hun geconfisqueerde kerken terug te geven en arianen die gedwongen hun overtuiging.hadden afgezworen hun geloofsvrijheid terug te geven. Johannes werd door deze opdracht in een spagaat gebracht, omdat hijzelf bestrijder was van het Arianisme, de dwaalleer die loochende dat Christus dezelfde goddelijke natuur had als de hemelse Vader. Aangekomen aan het keizerlijk hof in Constantinopel werd hij met alle égards ontvangen. Paus Johannes werd in het centrum van de oosterse Kerk vereerd als de opvolger van de apostel Petrus. Tijdens de paasplechtigheid in de kathedraal, die in de Latijnse ritus werd gecelebreerd, zat Johannes op een hogere zetel dan de patriarch van Constantinopel. Dat tekent de waardering die de Kerk van het Oosten voor de bisschop van Rome toonde. Na de viering keek keizer Justinianus naar de eisen van Theodorik. De meeste werden ingewilligd, behalve de eis dat bekeerde arianen naar hun oude geloof mochten terugkeren. Toen Theodorik in Ravenna hoorde dat niet aan al zijn eisen was voldaan, liet de woedende koning de paus bij zijn terugkeer gevangen zetten in Ravenna. Johannes stierf van ellende en angst op 18 mei 526. Zijn lichaam werd overgebracht naar Rome en daar op 27 mei begraven in de Sint-Pietersbasiliek.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 20, 17-27.
In die dagen zond Paulus vanuit Milete een bode naar Efese om de oudsten van die Kerk te ontbieden. Toen zij bij hem aangekomen waren, sprak hij hen aldus toe: Gij weet hoe ik vanaf de eerste dag dat ik in Asia kwam, al die tijd onder u heb geleefd; hoe ik de Heer in alle nederigheid heb gediend, onder tranen en in beproevingen die mij overkwamen door de aanslagen der Joden; hoe ik niets wat nuttig kon zijn heb nagelaten u te verkondigen en te leren in het openbaar en bij u thuis, terwijl ik Joden en Grieken bezwoer zich te bekeren tot God en te geloven in onze Heer Jezus. En nu bevind ik mij, gebonden door de Geest als ik ben, op weg naar Jeruzalem, zonder dat ik weet wat mij daar zal overkomen; alleen verzekert mij de heilige Geest van stad tot stad, dat boeien en kwellingen mij wachten. Maar aan mijn leven hecht ik voor mijzelf niet de minste waarde, als ik mijn loopbaan maar ten einde breng en de taak die ik van de Heer Jezus ontvangen heb om getuigenis af te leggen van het Evangelie van Gods genade. En nu weet ik, dat gij mijn gelaat niet meer zult zien, gij allen bij wie ik rondgegaan ben om het Koninkrijk te prediken. Daarom verzeker ik u op de dag van heden, dat ik onschuldig ben aan het bloed van wie ook. Want ik heb niets nagelaten om u Gods raadsbesluit in zijn volle omvang te verkondigen.

Tussenzang: Ps. 68 (67), 10-11. 20-21.

Antifoon: Zingt nu voor God, koninkrijken der aarde.

Een voedzame regen kwam neer uit de hemel,
uw uitgeput erfdeel hebt Gij verkwikt.
Uw kudde heeft daar zijn rustplaats gevonden,
die Gij in uw goedheid voor haar hadt bereid.

De Heer zij geloofd, dag aan dag:
Hij draagt onze lasten, de God van ons heil.
Want onze God is een God die verlost,
de Heer onze God ontrukt aan de dood.

Alleluia: Joh. 14, 16.
Alleluia. De Vader zal u op mijn gebed een andere Helper geven, om voor altijd bij u te blijven. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 17, 1-11a.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei: Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke. Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen om eeuwig leven te schenken aan allen die Gij Hem gegeven hebt. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus. Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen. Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld bestond. Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden. Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt van U komt. Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan, en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden. Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt. Ik blijf niet langer in de wereld; zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom.

Lezingen van 17 mei 2021

Maandag na de zevende zondag van Pasen

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 19, 1-8.
Terwijl Apollos in Korinte was, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efese. Daar ontmoette hij enige leerlingen aan wie hij vroeg: Hebt gij de heilige Geest ontvangen toen ge het geloof hebt aangenomen? Zij antwoordden: Wij hebben niet eens gehoord dat er een heilige Geest bestaat. Toen zei hij: Hoe zijt ge dan gedoopt? Ze antwoordden: Met het doopsel van Johannes. Paulus hernam: Johannes diende een doopsel toe ten teken van bekering, maar hij zei aan het volk, dat ze moesten geloven in Wie na hem kwam, dat is Jezus. Toen zij dit gehoord hadden, lieten zij zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Nadat Paulus hun de handen had opgelegd, kwam de heilige Geest over hen; ze spraken in talen en profeteerden. Bij elkaar waren het een man of twaalf. Hij ging naar de synagoge, waar hij gedurende drie maanden vrijmoedig optrad en hen door zijn uiteenzettingen over het Koninkrijk Gods trachtte te overtuigen.

Tussenzang: Ps. 68 (67), 2-3. 4-5ac. 6-7ab.

Antifoon: Zingt nu voor God, koninkrijken der aarde.

Als God zich verheft, stuift de vijand uiteen,
waar Hij zich vertoont, vluchten zij die Hem haten.
Als rook die verwaait, zo verdwijnen de zondaars,
als was voor het vuur, zo vergaan zij voor God.

Maar alle rechtvaardigen juichen van vreugde
en staan onbezorgd voor het Aanschijn van God.
Zingt dus voor God, verheerlijkt zijn Naam,
Hij is de Heer, juicht Hem toe.

Voor wezen een vader, voor weduwen steun
is God in zijn heilige woning.
Verwaarloosden geeft Hij een eigen huis,
gevangenen vrijheid en voorspoed.

Alleluia: Joh. 14, 26.
Alleluia. De heilige Geest zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 16, 29-33.
In die tijd zeiden de leerlingen tot Jezus: Kijk, nu spreekt Gij onomwonden en gebruikt geen enkel beeld. Nu zien wij dat Gij alles weet. Het is voor U niet nodig dat iemand U ondervraagt. Wij geloven daarom dat Gij van God zijt uitgegaan. Jezus antwoordde hun: Gelooft ge nu? Zie, er komt een uur, ja het is er al, dat gij naar alle kanten verstrooid wordt en Mij alleen laat. Toch ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij. Dit heb Ik u gezegd, opdat gij vrede zoudt bezitten in Mij. Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.

Lezingen van 16 mei 2021

ZEVENDE ZONDAG VAN PASEN (Jaar B)

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 1, 15-17. 20a. 20c-26.
In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep van ongeveer honderdtwintig personen bijeen - en sprak: Mannen broeders, het Schriftwoord moest in vervulling gaan dat de heilige Geest door de mond van David tevoren gesproken heeft over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus gevangen namen. Hij behoorde tot ons getal en had aan dit dienstwerk zijn deel gekregen. Er staat immers geschreven in het boek der Psalmen: een ander neme zijn ambt over. Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis. Men stelde er twee voor: Jozef ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus, en Mattias. Toen baden zij als volgt: Gij Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren om de plaats te bezetten in dit dienstwerk en apostelambt, waaraan Judas ontrouw werd om heen te gaan naar zijn eigen plaats. Toen liet men hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.

Tussenzang: Ps. 103 (102), 1-2. 11-12. 19-20ab.

Antifoon: De Heer heeft zijn troon in de hemel gevestigd.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen!
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet!

Zo wijd als de hemel de aarde omspant,
zo alomvattend is zijn erbarmen.
Zo ver als de afstand van oost tot west,
zo ver verdrijft Hij van ons de zonde.

De Heer heeft zijn troon in de hemel gevestigd,
Hij voert heerschappij over heel het heelal.
Verheerlijkt de Heer, al zijn hemelse boden,
machtige uitvoerders van zijn bevel.

Tweede lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes, 4, 11-16.
Dierbaren,
Als God ons zozeer heeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben, woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden. Dit is het bewijs dat wij in Hem verblijven zoals Hij verblijft in ons, dat Hij ons deel heeft gegeven aan zijn Geest.
En wij, wij hebben gezien en wij getuigen dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden om de heiland van de wereld te zijn. Als iemand erkent dat Jezus de Zoon van God is, woont God in hem en woont hij in God. Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft en wij geloven in haar. God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem.

Alleluia: Joh. 14, 18.
Alleluia. Ik zal u niet verweesd achterlaten, zegt de Heer, Ik ga, en Ik keer tot u terug, en uw hart zal zich verblijden. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 17, 11b-19.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij. Toen Ik bij hen was, bewaarde Ik in uw Naam hen die Gij Mij hebt gegeven. Ik heb over hen gewaakt en niemand van hen is verloren gegaan behalve de man des verderfs, want de Schrift moest vervuld worden. Maar nu kom Ik naar U toe en nog in de wereld zeg Ik dit, opdat zij mijn vreugde ten volle in zich zouden bezitten. Ik heb hun uw woord meegedeeld, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij niet van de wereld zijn zoals Ik niet van de wereld ben. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld zoals Ik niet van de wereld ben. Wijd hen U toe in de waarheid. Uw woord is waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld gezonden hebt, zo zend Ik hen in de wereld, en omwille van hen wijd Ik Mij aan U, opdat ook zij in de waarheid aan U toegewijd mogen zijn.

Lezingen van 15 mei 2021

Zaterdag na de zesde zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van alle heilige bisschoppen van Maastricht (bisdom Roermond)
Vandaag herdenkt de Kerk van Roermond alle heilige bisschoppen van Maastricht, met name hen die geen afzonderlijke gedenkdag meer bezitten. In historische volgorde zijn dit: Supplicius (5e eeuw), Domitianus (tweede kwart 6e eeuw), Monulfus (derde kwart 6e eeuw), Gondulfus (vierde kwart 6e eeuw), Perpetuus (eerste kwart 7e eeuw), Amandus (cisca 650) en Theodardus (kort na 669 of 670). (Supplicius en Perpetuus zijn uitsluitend bekend door de traditie en door hun vermelding in een bisschopskroniek uit het laatste kwart van de 10e eeuw.) Onder hen worden Monulfus, die boven het graf van de heilige Servatius een stenen kerkje bouwde dat in de 11e eeuw door de Sint-Servaasbasiliek werd vervangen, en zijn opvolger Gondulfus bijzonder vereerd in genoemde kerk, waar hun relieken bewaard worden. De heilige Lambertus en Hubertus worden afzonderlijk gevierd, respectievelijk op 17 september en 3 november.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 18, 23-28.
Nadat Paulus enige tijd te Antiochië had verbleven, vertrok hij weer en maakte een rondreis achtereenvolgens door de landstreek Galatië en door Frygië om er alle leerlingen te sterken. Intussen was in Efese een Jood aangekomen, Apollos, een Alexandrijn van afkomst en een welsprekend man, die doorkneed was in de Schriften. Hij had onderricht ontvangen in de weg des Heren, sprak vol geestdrift en gaf in bijzonderheden onderricht over alles wat Jezus betrof, hoewel hij alleen het doopsel van Johannes kende. Ook begon hij vrijmoedig in de synagoge op te treden. Nadat Priscilla en Aquila hem gehoord hadden, namen ze hem mee en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit. Toen hij wilde doorreizen naar Achaïa, zonden de broeders aan de leerlingen een brief met het verzoek hem goed te ontvangen. Daar aangekomen was hij door zijn genadegave van veel nut voor de gelovigen, want krachtig weerlegde hij in het openbaar de Joden door aan de hand van de Schriften te bewijzen dat Jezus de Messias was.

Tussenzang: Ps. 47 (46), 2-3. 8-9. 10.

Antifoon: Koning is God over heel de aarde.

Alle volkeren, klapt in de handen,
jubelt voor God met blij geroep.
Want groot is de Heer en alom geducht,
een machtig vorst over heel de aarde.

Koning is God over heel de aarde,
zingt dus een psalm voor Hem.
Koning is God over alle naties,
zetelend op zijn heilige troon.

Vorsten en volkeren komen daar samen,
vereend met het volk van Abrahams God.
Aan God komt toe alle macht op aarde,
de Allerhoogste is Hij.

Alleluia: Joh. 14, 18.
Alleluia. Ik zal u niet verweesd achterlaten, zegt de Heer: Ik ga heen, maar Ik keer tot u terug, en uw hart zal zich verheugen. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 16, 23b-28.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wat gij de Vader ook zult vragen, Hij zal het u geven in mijn Naam. Tot nu toe hebt gij niets gevraagd in mijn Naam. Vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij. In beelden heb Ik hierover tot u gesproken; er komt een uur, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar Mij onomwonden tegenover u zal uiten omtrent de Vader. Op die dag zult gij bidden in mijn Naam; het is niet nodig te zeggen dat Ik bij de Vader uw voorspreker zal zijn, want de Vader zelf heeft u lief omdat gij Mij liefhebt en omdat gij gelooft dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; weer verlaat Ik de wereld en ga naar de Vader.

Lezingen van 14 mei 2021

Feest van de heilige Mattias, apostel


Volgens de Handelingen der apostelen kozen de elf apostelen tussen Hemelvaart en Pinksteren een andere getuige van Jezus' verrijzenis tot nieuw lid van het Apostelcollege. Gehoor gevend aan een profetie uit psalm 109 ('Een ander neme zijn ambt over') besloten zij dat Mattias, die door loting werd aangewezen, de plaats van Judas Iskariot moest innemen. Over Mattias is weinig bekend. Volgens verscheidene legenden werd hij geboren in Bethlehem en behoorde hij tot de Stam van Juda. Hij predikte na Pinksteren het Woord in Judea. Matthias zou daarbij vele genezingen en bekeringen tot stand hebben gebracht. Dat wekte de toorn van de Hoge Raad der Joden in Jeruzalem, die hem tot de dood door steniging en onthoofding veroordeelde. Andere overleveringen zeggen dat Mattias ook in Griekenland predikte; weer andere zeggen de Kaukasus (Armenië) of Ethiopië. Zijn relieken zouden door keizerin Helena, de moeder van de eerste Romeinse christenkeizer, uit het Heilig Land zijn overgebracht naar Rome en later naar Trier.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 1, 15-17. 20-26.
In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep van ongeveer hondertwintig personen bijeen - en sprak: Mannen broeders, het Schriftwoord moest in vervulling gaan, dat de heilige Geest door de mond van David tevoren gesproken heeft over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus gevangen namen. Hij behoorde tot ons getal en had aan dit dienstwerk zijn deel gekregen. Er staat immers geschreven in het boek der psalmen: Zijn woonplaats worde een woestenij en niemand wone er meer; en ook: Een ander neme zijn ambt over. Dus moet een van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis. Men stelde er twee voor: Jozef ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus, en Mattias. Toen baden zij als volgt: Gij, Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren om de plaats te bezetten in dit dienstwerk en apostelambt, waaraan Judas ontrouw werd om heen te gaan naar zijn eigen plaats. Toen liet men hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.

Tussenzang: Ps. 113 (112), 1-2. 3-4. 5-6. 7-8.

Antifoon: De Heer plaatst de machtelozen
te midden der machtigen van zijn volk.

Verheerlijkt, dienaars des Heren,
verheerlijkt de Naam van de Heer.
De Naam van de Heer zij geprezen
vandaag en in eeuwigheid.

Van ochtendgloren tot avondrood
moet ieder die Naam aanbidden.
Want boven de volkeren troont de Heer,
zijn Glorie beheerst de hemel.

Wie is als de Heer onze God,
hoog boven de sterren gezeten?
Die van omhoog overziet
het hemelgewelf en de aarde.

Die machtelozen tilt uit het stof,
van vuilnishopen de armen weghaalt.
om hen in de kring van de vorsten te plaatsen,
te midden der machtigen van zijn volk.

Alleluia: Joh. 15, 16.
Alleluia. Ik heb u uitgekozen en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 15, 9-17.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde. Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen moge worden. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied. Ik noem u geen dienaars meer, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat Ik van de Vader heb gehoord. Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u, en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan en vruchten voort te brengen, die blijvend mogen zijn. Dan zal de Vader u geven al wat gij Hem in mijn Naam vraagt. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.

Lezingen van 13 mei 2021

HOOGFEEST VAN DE HEMELVAART VAN DE HEER

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 1, 1-11.
Mijn eerste boek, Teófilus, heb ik geschreven over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag, waarop Hij zijn opdracht gaf aan de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, en waarop Hij ten hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods. Terwijl Hij met hen at, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar de belofte van de Vader af te wachten die, zo zei Hij, gij van Mij vernomen hebt: Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest. Terwijl zij eens bijeengekomen waren, stelden zij Hem de vraag: Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen? Maar Hij gaf hun ten antwoord: Het komt u niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld. Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het einde der aarde. Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen die zeiden: Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.

Tussenzang: Ps. 47 (46), 2-3. 6-7. 8-9.

Antifoon: God stijgt ten troon onder luid gejuich,
de Heer met geschal van bazuinen.

Alle volkeren, klapt in de handen,
jubelt voor God met blij geroep.
Want groot is de Heer en alom geducht,
een machtig vorst over heel de aarde.

God stijgt ten troon onder luid gejuich,
de Heer met geschal van bazuinen.
Zingt nu voor God, laat klinken uw zang
voor onze koning een loflied!

Koning is God over heel de aarde,
zingt dus een psalm voor Hem.
Koning is God over alle naties,
zetelend op zijn heilige troon.

Tweede lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze, 1, 17-23.
Broeders en zusters,
Ik smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest te geven van wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen. Moge Hij uw innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel te midden der heiligen en hoe overgroot zijn macht in ons die geloven. Dezelfde sterkte en kracht heeft Hij getoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd. Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de Kerk die zijn Lichaam is, de volheid van Hem die het al in alles vervult.

of:

Tweede lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze, 4, 1-13.
Broeders en zusters,
Ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één Lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één hoop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen, en in allen. Maar aan ieder van ons afzonderlijk is de genade verleend naar de maat van Christus' gave. Daarom zegt de Schrift: Hij is opgevaren naar den hoge, Hij heeft gevangenen meegevoerd, Hij heeft gaven gegeven aan de mensen. Hij is opgestegen: dit betekent dat Hij eerst in de diepte is afgedaald tot op de aarde. Hij die is neergedaald, is dezelfde die ook is opgestegen hoog boven alle hemelen, om het heelal te vervullen. Hij heeft ook gaven gegeven: sommigen maakte Hij apostelen, anderen profeten, anderen evangelisten, weer anderen herders en leraars, om de heiligen toe te rusten voor het werk der bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen tezamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus.

Alleluia: Mt. 28, 19 en 20.
Alleluia. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen, zegt de Heer; Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 16, 15-20
In die tijd, toen Jezus aan de elf verscheen, sprak hij tot hen: Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping. Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen; en als ze aan zieken de handen opleggen zullen deze genezen zijn. Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd Hij ten hemel opgenomen en Hij zit aan de rechterhand van God. Maar zij trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden.

Lezingen van 12 mei 2021

Woensdag na de zesde zondag van Pasen

Vrije gedachtenis van de heilige Nereus, Achilles en Pancratius, martelaren
Nereus en Achilles waren beiden soldaten in het leger van de Romeinse keizer. Toen ze de moed zagen van vele ter dood veroordeelde christenen, raakten ze daarvan zo onder de indruk dat beide militairen zich tot Christus bekeerden. Daardoor voegden zij zich in de lange rij van christelijke martelaren. Waarschijnlijk werden ze onthoofd ten tijde van het bewind van keizer Diocletianus (284-305). Boven hun graf aan de Via Ardeatina (buiten Rome) is later ter ere van hen een basiliek opgericht.
Pancratius stierf als martelaar te Rome, waarschijnlijk eveneens tijdens de christenvervolging van keizer Diocletianus. Boven zijn graf aan de Via Aurelia bouwde paus Symmachus in het jaar 500 een basiliek.

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 17, 15. 22 – 18, 1.
In die dagen brachten Paulus' begeleiders hem weg tot Athene en vertrokken met de boodschap voor Silas en Timoteüs om zich zo snel mogelijk weer bij hem te voegen. In Athene aangekomen ging Paulus midden op de Areopagus staan en nam het woord: Mannen van Athene, ik zie aan alles hoeveel ontzag gij hebt voor hogere wezens. Want toen ik rondliep en bekeek wat gij zoal vereert, ontdekte ik zelfs een altaar met het opschrift: Aan een onbekende god. Welnu, wat gij vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. De God die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is. Hij die de Heer is van hemel en aarde, woont niet in door handen gemaakte tempels. Ook wordt Hij niet door mensenhanden verzorgd, alsof Hij iemand nodig heeft, want Zelf geeft Hij aan ieder leven en adem, ja alles. Heel het mensengeslacht deed Hij uit één ontstaan, om de gehele oppervlakte van de aarde te bewonen, waarbij Hij de seizoenen vaststelde, en de grenzen van hun woongebied; en om God te zoeken, of zij misschien al tastende Hem zouden vinden. Hij is immers niet ver van ieder van ons. Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn; zoals sommigen van uw eigen dichters hebben gezegd: Want wij zijn van zijn geslacht. Als wij dus tot Gods geslacht behoren, moeten we niet menen dat het goddelijke gelijken zou op goud of zilver of steen, op een voortbrengsel van menselijke kunde en vernuft. Zonder acht te slaan op die tijden van onwetendheid, laat God thans aan de mensen de boodschap brengen, dat zij zich allen en overal moeten bekeren. Hij heeft immers een dag vastgesteld, waarop Hij de wereld naar rechtvaardigheid gaat oordelen door een man die Hij daartoe heeft bestemd. Aan allen gaf Hij het bewijs daarvan door Hem uit de doden te doen opstaan. Maar toen zij van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmee, terwijl anderen zeiden: Daarover zullen wij u bij gelegenheid nog wel eens horen. Zo ging Paulus van hen weg. Toch sloten sommigen zich bij hem aan en kwamen tot het geloof, onder wie Dionysius de Areopagiet en een vrouw die Damaris heette, en nog anderen. Hierna vertrok Paulus uit Athene en kwam in Korinte.

Tussenzang: Ps. 148, 1-2. 11-12ab. 12c-14a. 14bcd.

Antifoon: Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.

Looft de Heer, vanuit heel de hemel;
looft Hem, al wat hierboven is.
Looft Hem, al zijn engelenscharen,
looft Hem, heel zijn legermacht.

Vorsten der aarde met al uw volken,
heren en rechters in heel het land;
jonge mannen en jonge meisjes,
grijsaards en kinderen, allen bijeen:

Laat hen nu prijzen de Naam van de Heer,
want deze Naam is alleen verheven.
Roemrijk is Hij boven aarde en hemel.

Roemvol maakte Hij ook zijn volk.
Hij is de glorie van al zijn getrouwen,
van Israëls volk, zijn eigen bezit.

Alleluia:
Alleluia. Hij die alles riep in het bestaan en zich ontfermde over ons, zijn mensen, Hij is verrezen, Christus, de Heer. Alleluia.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 16, 12-15.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu niet verdragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen; Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen. Hij zal Mij verheerlijken, omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft. Ik zei dat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het mijne is.

Vieringen door de week

H. Nicolaas Baarn 

Lauden: iedere werkdag 8.15 - 8.30 uur

Eucharistie: dinsdag 19.00 - 19.45 uur

woensdag/donderdag: 8.45 - 9.30 uur

vrijdag: 19.00 - 20.00 uur

HH. Michael en Laurens de Bilt

Dinsdag 10:00 uur, Gebedsviering

H. Nicolaas Eemnes

Donderdag 10.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Petrus en Pauluskerk Soest

Woensdag 9.00 uur, Gebedsviering

Vrijdag 9.00 uur, afwisselend Eucharistie en Gebedsviering

Contact

Parochiesecretariaat HH. Martha en Maria:
Steenhoffstraat 41
3764 BJ Soest
KvK nr 74836048
Bereikbaar op maandag en woensdag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
E-mailadres: info@marthamaria.nl
Telefoonnummer: 035-6011320

U kunt ook het contactformulier gebruiken.